Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 01 nov 2014
Thema: In het licht van onze herinnering
Voorgangers: Martien van Stiphout en John Parker

Openingsgedicht: Als ik thuiskom – Marinus van den Berg
Als ik thuiskom-
waar alles herinnert aan jou,
waar jij nog zo aanwezig ben,
waar ik je stem nog hoor:
je vraag om de verwarming even hoger te zetten.

Als ik thuiskom-
het is buiten vroeg donker
in het donker ben ik weggegaan
in het donker kom ik thuis
het licht blijft schaars in deze tijd
mijn heimwee groeit en steekt.

Als ik thuiskom-
alles is stil
ik moet zelf het licht aansteken
niemand zegt een woord
alles is blijven liggen zoals ik het achterliet
geen hand heeft nog iets beroerd.

Als ik thuiskom-
ik verlang naar jou
ik wil je vertellen van de dag
ik wil een glaasje met je drinken
ik wil je even aanraken.

Als ik thuiskom-
en niemand is daar
dan ontsteek ik een kaars
die ene kaars
bij jou
je gezicht licht op als een icoon.

Je bent ver weg en toch dichtbij-
in het Geheim waar warmte en liefde is.

Ik kijk naar de onrustige vlam
en zoek de rust die ik verwacht
in het licht van dat Geheim.

Openingslied: Licht dat ons aanstoot

Gebed
Houd ons vast God,
houd ons vast aan uw beschermende hand,
uw hand waarin onze namen geschreven staan.
Als angst en schaamte ons verlammen,
wees dan de schaduw waarin wij rusten.
Als wij verkeerd begrepen worden,
wees dan het geduld dat wij nodig hebben.
Als anderen ons niet zien staan,
wees dan de hoop waarnaar wij leven.
Als wij zoeken naar begrip en troost,
wees dan de ander die wij zoeken.
Als wij verstillen in ons zelf,
wees dan de stem die antwoord geeft.
Als wij zoeken naar vaste grond,
wees dan de weg waarop wij mogen gaan.
Wees er bij alles wat wij zoeken
en wees bij de mensen die we ontmoeten.
Help ons, God, geef ons licht en liefde.

Lied: Een schoot van ontferming

De namen van de overledenen van het afgelopen jaar worden voorgelezen

Inleidend woord op het lichtritueel
Wat we voor elkaar waren, zijn we nog altijd. Noem me zoals je me steeds genoemd hebt. Spreek tegen me zoals weleer, op dezelfde toon, niet plechtig, niet triest. Lach om wat ons samen heeft doen lachen.
Denk aan mij, bid met mij. Spreek mijn naam uit thuis, zoals je altijd gedaan hebt. Het leven is wat het altijd is geweest. De draad is niet gebroken. Waarom zou ik uit je gedachten zijn? Omdat je me niet meer ziet?

Uitnodiging om bij het noemen van de naam, een lichtje komen aansteken op de altaartafel.
Lied: Blijf geborgen in je naam

Tijdens zachte muziek van Arvo Pärt
In het opkomen van de zon en in haar ondergaan gedenken wij hen.
In de gure wind en de kilte van de winter gedenken wij hen.
In de bloesem en het nieuwe leven van de lente gedenken wij hen.
In de drukkende warmte van de zomer gedenken wij hen.
In het ruisen van de bomen en de pracht van de herfst gedenken wij hen.
Wanneer wij stil zijn en in onszelf gekeerd gedenken wij hen.
Wanneer wij vreugde voelen die we willen delen gedenken wij hen.
Wanneer wij vermoeid zijn en behoefte hebben aan sterkte gedenken wij hen.
Wanneer wij ons dankbaar weten voor hun liefde en vriendschap gedenken wij hen.
Zolang wij leven, zullen ook zij leven.
Want zij zijn nu een stuk van onszelf, dat we meedragen als een zegel op ons hart…
Korte stilte

Schriftlezing: naar Lukas 24
Drie dagen na de dood van Jezus, waren twee vrien¬den van hem op weg naar een dorp dat Emmaus heette. Zij spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. En terwijl ze zo aan het praten waren, kwam Jezus zelf op hen toe en liep met hen mee. Maar ze herkenden hem niet. Hij vroeg hun: waar hebben jullie het alsmaar over?
Met een bedroefd gezicht bleven ze staan en een van hen antwoordde: Ben jij dan de enige vreemdeling in deze stad, die niet weet wat er dezer dagen is gebeurd?
Hij vroeg hun: Wat dan?
Zij antwoordden: dat met Jezus van Nazareth: een man in de bloei van zijn leven, machtig in woord en daad. Wij hadden zo gedacht, dat hij nog veel voor ons zou kunnen bete¬kenen, maar nu is het al¬weer de derde dag sinds die dingen zijn gebeurd. Wel hebben een paar vrouwen ons verteld, dat Jezus nog zou leven en dichtbij ons zou zijn, maar wij hebben hem niet gezien.
Al pratend bereikten ze het dorp Emmaus. Jezus deed alsof hij verder wilde gaan, maar zij dron¬gen er bij hem op aan: blijf bij ons, heer, want het wordt avond en het is zo donker om ons heen.
Toen ging hij met hen mee naar binnen. En terwijl hij met hen aan tafel zat nam hij brood, sprak de zegen er over uit, brak het en reikte het hun toe.
Nu gingen hun de ogen open en zij herken¬den hem. Jezus echter verdween uit hun gezicht.
Zij stonden onmiddellijk op, keerden naar Jerusalem terug en vertelden aan de leerlingen wat er was gebeurd en hoe ze hem hadden herkend in ‘t breken van het brood.
Lied: Oren en ogen gaan open voor Jezus

Overweging
Vandaag vieren wij Allerzielen. Een viering waarin wij onze dierbare overledenen herdenken. Een moment dat de leegte misschien benadrukt, het verdriet aanscherpt. Hij, zij, is er niet, wordt gemist. Niet vergeten, zeker niet, en op een avond zoals deze voelen wij de pijn weer, de pijn van het gemis.
In zo ’n viering als deze worden onze dierbaren in het licht geplaatst. Symbolisch, door het aansteken van een kaars, door het benoemen van een naam. Daar staan ze weer, voor ons, te midden van ons, zichtbaar voor de ogen van ons hart. Wij herleven oude verhalen, dingen die wij samen deden, samen deelden. Lang geleden gesproken woorden horen wij weer. Een gevoel van dankbaarheid voor wie hier genoemd wordt: zo en zo was hij, zus en zo is zij geweest. Ik herinner me nog,.. weet je toen,… toen we samen… De dode herleeft, leeft in onze herinnering, leeft in het licht van onze herinnering. Dankbaarheid om wie hij os zij is geweest, om alles wat hij of zij gedaan heeft, gezegd heeft.
Het verhaal uit het evangelie waar wij naar geluisterd hebben is voor velen van ons bekend. 2 vrienden van Jezus, onderweg, weg van de plaats waar hij nu begraven ligt. Zij zijn verdrietig, droevig, want hun vriend is er niet meer. Zij zijn misschien teleurgesteld; zij hadden meer verwacht, zij hadden misschien plannen voor de toekomst, met hem erbij. Nu is deze toekomst niet meer mogelijk. Zij zijn in de war, in rouw. Zij praten over hun dode vriend, verhalen ophalen, wat hij gezegd heeft, gedaan heeft. ’s Avonds aan tafel, breken zij brood met elkaar, zoals hij dat vroeger deed. En zij zagen hem weer, toen hij dat deed. Een sterke ervaring. Hun droefheid verandert in vreugde en dankbaarheid, en zij gaan terug naar hun vrienden in Jeruzalem. In hun herinnering aan Jezus leeft hij voort, in wat zij van hem weten en herhalen. Zo blijft bewaard al het goede van zijn leven.
Ik zie nog voor me mijn eigen vader; een vijftigjarige, in zijn stoel bij de open haard, moe na zijn werkdag. De krant lezend, zijn ogen zacht en warm. Hij overleed meer dan 40 jaar geleden, maar op een moment als deze leeft hij nog voor me. Ik kan hem bijna aanraken, hem bekijken, hem bedanken voor zijn warmte en goedheid.
Zoals Jezus leefde in de herinnering van zijn vrienden, zoals al onze dierbare overleden leven. Om dit te betuigen hebben wij kaarsjes aangestoken, in ons midden gezet. Zij leven voort in het licht van onze herinnering.
Moge het zo zijn voor ons allen.

Geloofslied: Naar U, Levende, klimt mijn ziel

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd

Voorbede
Nu wij ons zo verbonden weten met alle zielen die ons zo lief waren, vertrouwend dat zij zijn opgenomen in Jouw liefde en licht, spreekt ons hart van medeleven voor hen die achterblijven.
Daarom bidden wij:

Om mensen die stil kunnen zijn,  die de leegte niet vullen met holle woorden,
maar van harte betrokken zijn,  die de moed hebben om te blijven.

Luister Heer, ontferm U over ons

Om mensen die het verdriet van een ander niet kleineren,
die kunnen luisteren met een eindeloos geduld,
die met een half woord verstaan  en de ander zichzelf laat zijn.

Luister Heer, ontferm U over ons

Om mensen die aandacht hebben voor het leed van mensen
door honger, onderdrukking en oorlog,
die opkomen voor vrijheid en rechtvaardigheid,
waar ook ter wereld.

Luister Heer, ontferm U over ons

Tafelgebed
Om mensen willen wij Jou danken,
die met ons meegaan,
om te lachen en stil te zijn,
die ons ontvangen en liefde geven.

Om mensen willen wij Jou danken, God,
die met ons aan tafel zaten,
met ons brood deelden, lief en leed,
vreugde en bezorgdheid.

Zoals eens die mens Jezus,
die de avond voor zijn dood brood nam in zijn handen,
zijn dank uitsprak, het brak voor zijn vrienden,
en zei:  Telkens als je eet van dit brood, denk dan aan mij,
met warmte en genegenheid,
opdat ik oplicht in jou, opdat ik leef in jou.

Zo nam hij ook een beker wijn,
gaf die aan zijn vrienden met de woorden:
Drink hieruit, tot vreugde van mij;
blijf dat doen om mij te gedenken.

Zo gedenken wij hem  en al onze lieve doden,
niet door de leegte aan de tafel,
maar in het licht van onze herinnering,
door de volheid van hun bestaan.

Zo willen wij leven en bidden in zijn Geest,
met woorden die hij ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens
Lied: Waar vriendschap is en liefde daar is God

Uitnodiging voor de communie
Lied: Mon âme se repose en paix sur Dieu seul

Slotgedachte Herinneren Marinus van den Berg (Tineke)
Jou herinneren is jou ontmoeten.
Jou herinneren is jou weer zien.
Jou herinneren is het goede van jou voort laten leven.
Jou herinneren is loslaten wat voorbij is.
Jou herinneren is loslaten wat onvruchtbaar bleek.

Jou herinneren is toelaten wat toekomst brengt.
Jou herinneren is jou nog eens anders zien.
Jou herinneren is jou zien vanuit een ander levenslicht.
Jou herinneren is stilstaan om verder te kunnen gaan.

Zegenwens

Slotlied: Trek ik de zee door.

2 Reactie

  • Fiet Vreeburg
    Posted 2 november 2014 8:11 pm 0Likes

    Wat een mooie, inspirerende, troostvolle en ook hoopvolle viering. Heel veel dank aan voorgangers en koor!!

  • Frans Leonard Hummelman
    Posted 3 november 2014 5:58 pm 0Likes

    Allerzielen

    Onvermijdelijke waxinelichtjes
    staan op een rij op ‘t altaar.
    Van slechts zeven afgelopen jaar
    nemen we nogmaals afscheid.

    Indrukwekkend gezamenlijk beleefd verdriet,
    tranen, troost, de hand die ik op
    moeders’ schouder leg
    tijdens het zingen van een lied.

    Alsof we gereformeerd zijn
    analyseren we de dienst
    in de auto op de terugweg.

    Ik mis de bevrijding,
    chauffeur vindt de dankbaarheid
    in de overweging,
    daar ruimschoots tegenop wegen.

    3-11-2014

Plaats een reactie