Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 19-20 dec 2015
Vierde zondag van de advent

Thema: In verlangen aanvoelen
Voorganger: Ed Andriessen
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied za: Uit uw hemel zonder grenzen – zo: Oud het leven dat wij leiden.

Inleiding en welkom
Vandaag luisteren we naar het verhaal over de ontmoeting van Maria en Elisabeth, beiden zwanger, door beiden als een wonder ervaren. Twee vrouwen, zeer vertrouwd met elkaar, die aanvoelen dat er grote dingen te gebeuren staan. Dingen, die hen blij maken, maar ook bezorgd omdat ook zij leven in een wereld die zich bepaald niet toont als vredig. Maar ondanks de dreiging die ze voelen overheerst het geluk dat hen is toegevallen. Maar heeft ook dit verhaal een keerzijde? Laten we ook daar onze ogen niet voor sluiten.
Maar laten we eerst even tot rust komen in onszelf, de vierde adventskaars ontsteken en openen met een gebed.

Ontsteken van de vierde adventskaars

Openingsgebed
Eeuwige, met het aansteken van de vierde kaars in de adventskrans zeggen wij ja op jouw vraag om in ons geboren te worden. Wij bidden dat jouw naam, ‘Ik zal er zijn’ zichtbaar wordt in het werk van onze handen, en verstaanbaar in de woorden die wij spreken.
Lied za: Als alles duister is – zo: Gij die ooit en eeuwig

Eerste lezing: Uit het boek Micha
Uit jou, Bethlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israélieten. Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleedt met de macht van de Heer, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede.
Lied za: De Heer heeft mij gezien – zo: Vanwaar zijt gij gekomen.

Tweede lezing: Lucas 1, 39-45
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabeth begroette. Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de Heilige Geest en riep luid: “De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot. Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.”
Acclamatie za: Bij U is de bron – zo: Laat komen, Hij die komen zal.

Overweging
Zie ze daar staan. Twee zwangere vrouwen Het is duidelijk dat ze elkaar wat te vertellen hebben. Dat ze wat te delen hebben. Dat ze elkaar aanvoelen. Het is niet zo moeilijk dit beeld mee te nemen naar het verhaal, zoals dat verteld is door Lucas.
Het zouden zomaar Maria en Elisabeth kunnen zijn. Maria, aan wie de status wordt gegeven van een uitverkorene. Uitverkoren, om een kind te baren dat uitgroeit tot een mens die door zijn leven en zijn dood een uiterst bepalende invloed heeft gehad op de geschiedenis van onze wereld. Elisabeth, die na vele vruchteloze pogingen om zwanger te worden onverwacht en op hoge leeftijd een kind zal baren, dat bekend als Johannes de Doper vaak wordt gezien als de wegbereider van Jezus. Door te vertellen dat de nog ongeboren Johannes van vreugde opsprong in de schoot van zijn moeder wil Lucas ons laten weten dat Jezus zó bijzonder is dat het mogelijk zou moeten zijn dat hij al voor zijn geboorte als zodanig wordt herkend. Een prachtig poëtisch beeld.
Maria en Elisabeth, zo vertrouwd met elkaar. Maar waar spraken zij over? Natuurlijk zullen zij hun vreugde met elkaar hebben gedeeld. Hun vreugde over hun zwangerschap, door beiden als een wonder ervaren. Zeker zal die jonge Maria zich gelaafd hebben aan de wijsheid van de meer levenservaren Elisabeth. Maar ik stel me ook voor dat zij gesproken hebben over de wereld waarin zij leven en de dreiging die daar vanuit gaat. Wat zal dat allemaal gaan betekenen voor hun kinderen? Zal ook hun vreugde niet deels overschaduwd zijn door de zorgen die ze zich maken? En stel je voor, dat ze al aanvoelen dat het leven van hun kinderen vele obstakels zal kennen en op brute wijze zal eindigen. . . .
Maar het zouden ook zómaar twee vrouwen kunnen zijn. Twee vrouwen, niet meer of minder dan Maria en Elisabeth. Vrouwen van alle tijden, vrouwen van nu.
Waar zouden twee zwangere vrouwen van nu het met elkaar over kunnen hebben. In een tijd, zo anders dan tweeduizend jaar geleden. Een tijd waarin de wereld zo veel groter is dan toen, waarin we op de minuut af weten wat er waar op de wereld zich afspeelt. Ik verwacht, maar hoop in ieder geval dat ze nog steeds hun blijdschap met elkaar delen. Maar ik verwacht ook dat ze in deze tijd, waarin zwangerschap niet slechts een speling van de natuur is, hun aanstaand moederschap ook in het perspectief zullen plaatsen van de tijd waarin we leven. Zomaar wat vragen die ik me daarbij kan voorstellen:
“Moet ik mijn nog ongeboren kind laten testen op aangeboren afwijkingen en wat doe ik als het zo blijkt te zijn?”
“Breng ik mijn kind naar de opvang of gaat een van ons minder werken?”
“De vader van mijn kind is niet meer in beeld. Hoe red ik het alleen?”
“Mijn partner is werkloos en we hebben niet eens genoeg geld om de huur te betalen. Hoe lossen we dat op?”
“Kan ik mijn kind nog met een gerust hart de wereld in sturen?”
“Mag ik opa en oma wel belasten met de zorg over mijn kind?”
Vragen waarop geen standaard antwoorden te geven zijn maar die er wel om vragen gehoord te worden. Door vrouwen, die in dezelfde situatie verkeren, zoals zij (beeld). Maar ook door ons, in onze rol van ouder, grootouder, vriend of goede buur. Je zou hopen dat iedere Maria een Elisabeth vindt.
Als we goed luisteren naar deze beide, zich in heel andere tijden afspelende ontmoetingen, horen we ook dat er veel overeenkomsten zijn. Er is sprake van blijdschap, maar zeker ook van hoop en onrust. En welke moeder hoopt er niet op dat het háár kind zal zijn dat het verschil maakt. Hoe klein of hoe groot dan ook. Dat háár kind het geluk vindt. Dat háár kind ook haar zal verrijken.
Terug naar het verhaal van Maria en Elisabeth. Ik heb er op een belangrijk punt wel wat vragen bij. En dan gaat het vooral om de invloed die dit verhaal –naast andere verhalen- misschien wel al vele eeuwen heeft gehad op de positie van de vrouw. Het is onmiskenbaar dat dit verhaal een sfeer ademt waarin het moederschap een zeer verheven status krijgt. Mooi natuurlijk, als het moederschap ook aan iedere vrouw die daarvoor openstaat gegeven is. Maar we weten dat dit niet zo is. De natuur loopt niet altijd in de pas met onze wensen. Er waren zelfs tijden en er zijn nu nog culturen waarin vrouwen om die reden van een normale rol in hun samenleving werden en worden uitgesloten. Ook Lucas verhaalt hierover in een eerdere passage van zijn evangelie. Als Elisabeth bemerkt dat ze zwanger is, wat gezien haar leeftijd eigenlijk niet meer mogelijk is, zegt ze: “De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten.” De gedachte, dat je als vrouw kennelijk wordt veracht als je geen kinderen kunt krijgen doet me pijn. Gelukkig is dat in onze cultuur niet meer aan de orde, maar dat doet natuurlijk niets af aan de pijn en het gemis dat gevoeld wordt door allen van wie de kinderwens niet is vervuld. Ik ben me er als gelukkige vader niet altijd van bewust dat ik daar wel eens achteloos aan voorbijga. Misschien troost ik me onbewust met de gedachte dat een onvervuld verlangen een vervuld leven niet in de weg hoeft te staan. Maar ik zie toch niet alleen maar vrouwen in wie deze gedachte bewaarheid wordt?
Ik werd geroerd door een gedicht van Karin waarin zij haar gevoel op een indringende wijze verwoordt. Een gedicht, zo veelzeggend, dat ik het met jullie wil delen:

Kinderloos
Aan de buitenkant is het niet te zien
daar lijkt alles prima in orde maar van binnen
ben ik gebroken ben ik tot wezenloos verworden
De wereld schreeuwt met veel reclame
toont mij hoe fijn een kindje is en ik….
ik staar naar een lege plaats waar geen baby te vinden is
Jarenlang heb ik gehoopt dat er ooit een dag zou zijn
maar mijn armen bleven leeg onvertaalbaar is deze pijn
Niemand begrijpt mijn rouw en tranen
want mijn leven is toch goed?
Maar het kost mij zoveel moeite dat ik a
ls ‘nooit geworden’ moeder verder door het leven moet.
-stilte-
Geloofslied za: Zo vriendelijk en veilig – zo: Nu daagt het in het oosten

Klaarmaken van de tafel/collecte

Voorbeden
Laat ons bidden voor alle ouders die een kind verwachten. Dat zij hun zwangerschap mogen beleven zonder zich zorgen te hoeven te maken over de toekomst van hun kind.

Luister Heer, ontferm u over ons.

Laat ons bidden voor allen, voor wie het verlangen naar een kind niet is vervuld. Dat zij worden begrepen in hun verdriet en hun gevoel met anderen kunnen delen.

Luister Heer, ontferm u over ons.

Laat ons bidden voor onszelf. Dat het komende Kerstfeest ons weer in balans brengt waar dat nodig is.

Luister Heer, ontferm u over ons.

Laat ons bidden voor allen die ziek zijn, voor allen die in dit boek genoemd worden, voor allen die ons in de dood zijn voorgegaan, vandaag in het bijzonder…

Luister Heer, ontferm u over ons.

Tafelgebed
Eeuwige, Moeder en Vader van ons mensen:
wij danken Jou
voor de schoonheid van de aarde,
voor de wind en de zon, voor de geuren en de regen,
voor de kleuren en de wolken, voor de dieren en de planten,
voor de mensen om wat ze zijn en om hoe ze zijn,
allemaal verschillend,  mooi op hun eigen manier.

Wij danken Jou voor Jezus.
Door hem leren wij Jou kennen:
door hoe Hij heeft geleefd,  door wat Hij zei en deed.
Hij leefde ons voor dat liefde het grootste gebod is,
dat liefde de basis vormt van echte gemeenschap.
Zijn spoor is onuitwisbaar,  zijn geest in ons is niet te doven.

Want op de laatste avond van zijn leven,
heeft Hij ons zijn lijf en ziel voor eeuwig gegeven.
In het bijzijn van zijn vrienden  heeft Hij brood genomen,
dankte Jou voor het brood, brak het
en deelde het aan zijn vrienden
met de woorden: ‘Neem en eet van dit brood,
dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’

Hij nam een beker, sprak een dankgebed,
en zei tot zijn vrienden:
‘Drink hieruit en proef van mijn liefde,
zodat mijn vreugde in u zal zijn  en haar volheid bereikt.
Heb elkaar lief, zoals ik u heb lief gehad.’

Zo is Hij voor ons levend brood geworden,
zo delen wij ons gebroken leven,  om ten volle mens te zijn.

Eeuwige, voed in ons het respect voor alle mensen,
geschapen naar Uw beeld  die in velerlei aard en afkomst
Uw aarde bewonen en bewerken.
Laat in ons het besef groeien  dat wij geen gemeenschap zijn
waar het recht van de sterkste geldt,
waar vastgehouden wordt aan oude wetten,
waar geen plaats is voor andersdenkenden.
Laat ons met de hulp van jouw Geest
een gemeenschap zijn  van mensen in beweging,
vol ruimte en openheid voor elkaar.

Raak ons met jouw liefdesvuur.
Verfris ons,  doe ons herleven in het doen van gerechtigheid.
Laten wij elkaar tot brood worden,
brood van vrede en liefde, zodat wij elkaar niet loslaten.
Laat ons daartoe bidden met de woorden die Jezus ons geleerd heeft:
Onze vader

Vredeswens
Laat ons geen valse vrede zoeken.
Laat ons niet zwijgen uit zelfbehoud
maar onze stem verheffen
voor verontrechten en misdeelden.
Leer ons hongeren en dorsten en zoeken naar gerechtigheid.
Dan zal de vrede neerdalen over ons.
Laat ons dat elkaar toewensen.
Vredeslied za: Waar vriendschap heerst en liefde – zo: Dona nobis pacem.

Breken en delen
Laten we dit brood en deze wijn met elkaar delen.
In het vertrouwen dat we dat blijven doen.
Communielied za: Wat altijd is geweest – zo: Veni, Veni, Emmanuel

Gebed aan tafel
Maria, we komen hier samen
met onze vragen en onze twijfels,
met onze vreugde en ons verdriet.
Het feit dat we hier bijeen zijn,
is een teken van hoop en van vrede.
Het is een teken van gemeenschap tussen mensen.
Help ons dit fijne gevoel van samenhorigheid te bewaren,
zodat we weer een tijdje bestand zijn tegen het leven
dat soms zo hard kan zijn.
Maar help ons ook oog te hebben
voor alle mooie en goede dingen die rondom ons zijn.
Want elke dag opnieuw is er nieuw leven
in de natuur en zingen de vogels hun mooiste lied.
Leer ons weer wat meer tijd te nemen
om het eens stil te maken in onszelf
en te genieten van de eenvoudige dingen.

Goed om te weten

Slotgedachte van Manu Verhulst
Advent zit heel diep in ons, als een oer-drang die zegt:
Morgen wordt het goed!
Advent is een beetje God voelen,
voelen bewegen en stampen in het donker van ons bestaan
als wil Hij ons zeggen:
‘Ik ben er, maar jij moet Mij naar het leven dragen.’

Zegen en wegzending
Ga heen en doe wat moet gedaan.
In de naam van de vader…..
Slotlied za: Twee handen schoon gebleven – zo: Wonen overal

 

Plaats een reactie