San Salvatorgemeenschap 27 dec 2015
Thema: In verlangen zien
Voorganger: Erick Mickers
Cantor: Gerard van de Weijer
Pianist: Cor Rademakers
Openingslied: Vanwaar zijt gij gekomen.
Welkom en openingswoord
Vanwaar u ook gekomen bent, wat de reden ook is, weet dat u welkom bent. Dat u vrede ervaart in dit samenzijn, dat wensen we elkaar toe in Godsnaam, de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Een innerlijke drijfveer heeft er voor gezorgd dat we hebben gekozen voor dit samenzijn op deze 3e kerstdag. Iets heeft ons hier bijeen gebracht. Een verlangen dat niet altijd goed onder woorden te brengen is. De afgelopen weken stonden steeds in het teken van het verlangen.
Op de 1e zondag van de advent was het thema: in verlangen uitzien. Het begin van een periode waar in we met elkaar via verhalen een geestelijke weg krijgen aangereikt. Om het goddelijke te kunnen zien is het nodig om er naar uit te zien, er naar te verlangen. We bereiden ons er op voor, innerlijk en praktisch, en helpen elkaar er op te vertrouwen. Steeds meer voelen we aan waar en hoe we iets van het mysterie zouden kunnen vinden. En dan met kerst zijn we in staat om God te ontvangen, de Ene te ontmoeten. En vandaag vertelt het evangelie ons dat we in verlangen kunnen zien waar God tot leven komt in de mensheid.
Maar het aanreiken van die geestelijke weg is geen garantie om het verlangde te kunnen ervaren.
Ik weet niet hoe het voor u voelde dit jaar, maar voor mij lukte het dit jaar minder om dat kerstgevoel weer te krijgen. De gebeurtenissen in de wereld, het warme weer, kleine vervelende dingetjes van alledag. En om nu precies te omschrijven wat dat kerstgevoel is, kan ik ook weer niet, maar ik weet wel, het is niet af te dwingen.
En ook dat is de kern van de geestelijke weg. Het leven is niet maakbaar. Wat we als mensen zo graag willen zien of willen ervaren, alles wat van waarde is, is er al. Het vraagt van ons echter een bepaalde houding van uitkijken naar, van voorbereiden, vertrouwen en ontvankelijkheid zodat het aan het licht kan komen. Simeon en Hannah hebben deze levensstijl zich eigen gemaakt. Zij nemen ons vandaag mee in hun zien en laten zien.
Gebed
Eeuwige, alom aanwezige, verruim ons hart, verzacht onze ziel,
wakker met de adem van jouw liefde ons verlangen aan,
om opnieuw geboren,
licht te zijn,
kind te zijn,
mens te zijn,
beeld van Jou te zijn.
Acclamatie: Licht zal ons leven zijn, het licht van den beginne.
1e lezing
Het gebeurt in de tijd van Advent dat een kind, een kleinkind voor haar opa iets moois wil kopen.
‘Opa is vaak zo stil. Hij lacht nooit meer. Ik voel dat hij verdriet heeft,’ zegt het kind tegen haar moeder. Ze gaat naar de Wereldwinkel.
‘Ik zoek een kerstcadeautje voor mijn opa,’ zegt het kind.
‘Is je opa katholiek, of protestant, moslim misschien of heeft hij geen geloof?’ vraagt de vrouw bij de kassa. Wat een rare vraag, denkt het kind. Ze moet er even over nadenken. ‘Ik weet het niet precies, zegt ze, ‘maar voor iedereen is Kerstmis anders en ik denk dat iedereen, overal op de wereld, licht verwacht, het licht van de liefde.’
Ze staat een beetje van zichzelf te kijken. Wat een wijs antwoord. Ze weet ook niet waar ze dat vandaan had, maar het komt zo maar ineens.
Dan ziet ze een vogeltje met groene vleugels en rode stipjes. Je kunt het gemakkelijk in je handpalm vasthouden. In een kerstboom zou het bijna niet opvallen. Het Vogeltje komt uit een ver land waar veel oorlog en armoede heersen.
De vrouw bij de kassa vertelt erover: ‘Dit vogeltje is gemaakt door een wijze oude vrouw. Zij gelooft dat er voor elk mens op de wereld een vogeltje is, want in elk mens klinkt een lied, een lied van hoop en verlangen. Je kunt dat vogeltje niet altijd horen of zien want het zit in de ziel van de mens. Het is het verlangen. Dit vogeltje is een kerstvogeltje. Met Kerstmis komt er nieuw verlangen in de wereld.
Het vliegt naar de mensen die leven in het donker van het verdriet, en die niets meer verwachten. Het kerstvogeltje zegt tegen die mensen:
“ik zie je verdriet: je hebt veel reden voor je verdriet.
Al ben ik maar klein, ik zou je verdriet graag lichter maken.”
Lied: Nu zijt wellekome.
2e lezing: uit het Evangelie volgens Lucas
Toen de tijd gekomen was dat zij zich volgens de wet van Mozes moesten reinigen, brachten ze Jezus naar Jeruzalem om Hem aan te bieden aan de Heer, zoals in de wet van de Heer geschreven staat:
Al het mannelijke dat de moederschoot opent, zal de Heer worden toegewijd, en om een offer te brengen, volgens de wet van de Heer: een koppel tortels of twee jonge duiven.
Daar in Jeruzalem woonde een zekere Simeon; het was een rechtvaardige en vrome man; hij verwachtte de vertroosting van Israël en op hem rustte heilige Geest. Door de heilige Geest was hem geopenbaard dat hij de dood niet zou zien voordat hij de Messias van de Heer had gezien. Door de Geest geleid ging hij naar de tempel.
Toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen wat volgens de wet ebruikelijk is, nam hij Hem in zijn armen en loofde God met de woorden:
‘Nu, Meester, laat U, zoals U gezegd hebt, uw knecht in vrede gaan;
want mijn ogen hebben uw heil gezien,
dat U ten aanschouwen van alle volken hebt toebereid,
een licht dat een openbaring zal zijn voor de heidenen
en een glorie voor uw volk Israël.’
Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat er van Hem gezegd werd. Simeon zegende hen en zei tegen zijn moeder Maria: ‘Deze jongen zal velen in Israël ten val brengen of laten opstaan. Hij zal een omstreden teken zijn – ook door uw ziel zal een zwaard gaan – en zo zal onthuld worden wat er in veler harten omgaat.’
Ook was daar de profetes Hanna, een dochter van Penuël, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard; na haar meisjesjaren was ze zeven jaar getrouwd geweest en daarna weduwe gebleven; nu vierentachtig jaren. Ze was altijd in de tempel en diende God dag en nacht met vasten en bidden. Juist op dit moment voegde ze zich bij hen; ze loofde God en sprak over de jongen tegen allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten. Toen zij alles hadden gedaan wat de wet van de Heer bepaalt, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazareth. De jongen groeide op en werd steeds sterker,
omdat Hij vervuld werd van wijsheid en door God rijkelijk werd begunstigd.
Acclamatie: Zo is het koninkrijk.
Overweging
Maria en Jozef vallen van de ene verbazing in de andere. Een engel die aankondigt dat Maria zwanger zal worden. En dan ook nog van een kindje dat de Zoon van de allerhoogste genoemd zal worden.
Dan de bevalling in een stal in Bethlehem, en herders die vertellen van engelen die hebben gezegd dat de Messias is geboren. En dan nu een oude man die hun zoon optilt en vertelt dat dit kind een licht zal zijn voor de hele wereld. En om het geheel dan nog eens te onderstrepen, is daar dan ook nog een profetes, Hannah genaamd, die over hun zoontje vertelt aan ieder die de bevrijding van Israël verwacht.
Zo neemt Lucas ons mee in zijn vertelling over Jezus zodat onze oren gespitst zijn op datgene wat nog komen gaat. Een bijzonder verhaal over een bijzondere man die op een ongebruikelijke manier zal onthullen wat er leeft in de harten van mensen. Zowel het goede als ook het slechte van de mens.
En dat maakt dat hij omstreden zal zijn, een lastpak voor velen, eentje waar je als moeder pijn van in het hart krijgt. Met die wetenschap gaan de ouders weer naar huis, en gaan wij lezers of luisteraars verder het verhaal in.
Maar als we nog even blijven stil staan bij dit verhaal en we kijken nog even naar die twee oude mensen, naar Simeon en naar Hannah. Dan zien we een man die heel zijn leven heeft uitgekeken naar een verlosser. Het was hem niet voor zichzelf te doen, hij verwachtte de verlosser voor de mensheid.
Al heel wat mensen heeft hij voorbij zien lopen in de tempel en daarbuiten, priesters, schriftgeleerden, machtigen en eenvoudigen, rijke en arme mensen, en telkens weer werd hij teleurgesteld. Hij wist dat rechtvaardigheid, vroomheid en geleid worden door de heilige Geest alleen niet voldoende waren om de verlosser te zijn. De Messiaanse weg zou een andere weg zijn.
Simeon werd geraakt door het eenvoudige tafereel van 2 ouders met hun kind, die met hun duifjes God komen bedanken. Het stond dan wel in de wet, maar de meeste ouders maakten zich er gemakkelijk van af door het af te kopen met 5 sjekel. Ook die mogelijkheid stond in de wet. Of ze lieten het juist zien dat ze wel een lam konden offeren.
Nee, deze twee jonge ouders hadden al veel eerder ervaren dat hun kind een geschenk van God was. Hun aanwezigheid in de tempel was geen verplichting, maar een oprechte uiting van dankbaarheid. Hier ziet Simeon zijn verlangen bewaarheid worden. Het zien van dit broze geluk, raakt aan zijn verlangen en brengt liefde in hem tot leven. Zijn vertrouwen is beloond. Dit is het kind van de belofte. En ik zie het zo voor me…
Verrukt van dit moment neemt hij dit kindje in handen, en tilt het op zodat iedereen het kan zien. Kijk, hier gaat het om, dit is onze hoop op vertroosting, dit is het licht voor de hele wereld.
En ook Hannah, de profetes, die heel haar leven had gewijd aan God door het gebed en te vasten, wist ook dat dat niet alleen de Messiaanse weg kon zijn. Ook al werd zij nog zo gerespecteerd en sprak zij namens God. Met Simeon voelde zij aan, dit kind heeft de belofte in zich, om de Messias te zijn. In dit kind klinkt het lied van de hoop en het verlangen. Hun goddelijk verlangen naar vertroosting en bevrijding zagen zij vervuld in dit goddelijk kind.
Hier schetst Lucas ook onze eigen ervaring bij het zien van een kind. Het doet me denken aan een feestje vorige week. Druk in gesprek met iemand, over de moeilijkheden van zelfstandig ondernemen en de toestanden in de wereld, totdat daar zo’n klein meisje binnen gedragen wordt.
Alles valt stil en alle aandacht gaat naar dat kindje, dat de harten steelt van iedereen. Al het andere is niet meer van belang. En je voelt hoe trots en blij de vader en de moeder zijn met hun dochtertje. Elk kind, waar ook ter wereld, is een kind van de belofte, de belofte van een nieuwe wereld. om je aan kinderen, dan kom je aan die belofte, aan dat diepe verlangen in ons naar vertroosting en bevrijding. Kinderen zijn als kerstvogeltjes, ze raken ons verlangen aan, diep in ons, en hoe klein ze ook zijn, zij zijn in staat ons weer dicht bij ons zelf te brengen, ons te verlossen van wereldse zorgen.
Zij brengen in ons de liefde tot leven. Is dat niet wat een Messias doet?
Mogen wij, net als Simeon en Hannah, op God blijven vertrouwen en tot op hoge leeftijd nog vol verwachting in het leven staan, niet zo zeer voor ons zelf, maar voor de mensheid en oog blijven houden voor de kerstvogeltjes op ons pad, kinderen ontvangen en optillen, ook het kind in onszelf, zodat het lied van hoop en verlangen zal blijven klinken in de wereld.
Geloofslied: Uit uw hemel zonder grenzen.
Brood en wijn worden klaargezet
Iedereen wordt uitgenodigd voor een persoonlijke bijdrage via de collecte
Er klinkt muziek
Voorbede
Verlangen ben Jij,
met ons kijk Jij uit naar vrede
met ons voel Jij wat van waarde is
met ons werk Jij aan een liefdevolle wereld
in verlangen bidden wij
voor mensen die niets meer verwachten,
die geen uitzicht hebben op enige hoop,
dat zij zich opnieuw kunnen verbinden met Jou,
en worden aangespoord door jouw zachte levenskracht.
God gekomen uit den hoge
in verlangen bidden wij
voor mensen die zo met zichzelf bezig zijn,
die de ander en hun omgeving niet meer zien,
dat zij zich opnieuw kunnen verbinden met al wat leeft en is,
en worden bezield door jouw liefde.
God gekomen uit den hoge
In verlangen bidden wij
voor vertroosting en bevrijding van de wereld,
dat mensen elkaar optillen en blijven geloven in elkaar,
zorg willen dragen voor elkaar en het milieu
en worden geroerd door jouw goedheid.
God gekomen uit den hoge, licht der mensen, wees God met ons.
God gekomen uit den hoge
Zo bidden wij
voor de intenties geschreven in dit boek,
voor hen die ziek zijn of psychisch in de war,
voor hen die dakloos zijn of leven in gevangenschap,
voor hen die geen geschikt werk kunnen vinden of dreigen werkeloos te worden,
wees met hen in jouw verlangen naar hoop.
God gekomen uit den hoge
En wij bidden voor hen
die moeten leven met het gemis van een dierbare,
dat zij doorheen de pijn en de leegte
een weg vinden naar dankbaarheid en ruimte.
De lieve doden dragen wij met ons mee,
hun namen blijven klinken in ons,
Laat het licht waar in zij zijn opgenomen, ons licht zijn.
Tafelgebed
Sprekend ben Jij, in al wat is en al wat leeft,
in al wat Jij ons toevertrouwt
in al wat ons bezielt en inspireert.
Licht ben Jij op dagen van vreugde,
op momenten van verdriet,
op tijden van angst en onzekerheid.
Hoop ben Jij waar leven lijden is,
waar kwaad ontembaar lijkt,
waar niets meer te verwachten valt.
Genade ben Jij, in vriendschap en verbondenheid,
in zorgzaamheid en betrokkenheid
in verwondering en ontluistering.
Zo ben Jij God met ons, met ons op weg, met ons begaan.
Zo laat Jij je zien in kinderen, kwetsbaar en vol belofte,
in elke mens, zoekend en vol goede wil,
in die ene mens, Jezus, kind van jou, broeder van ons.
Zijn leven onder ons, brengt ons hier bij elkaar,
Hij verbindt ons met Jou en met onszelf
door op de avond voor zijn sterven,
brood te nemen, zijn dank daarvoor uit te spreken,
het te breken en te delen met de woorden:
“Neemt hiervan, want dit is mijn leven, gebroken voor jou.”
Ook nam hij de beker in zijn handen,
reikte die aan zijn vrienden
met de woorden: “Drinkt hier allen uit,
want dit is mijn liefde, geschonken aan jou.
Blijft dit doen om mij te gedenken.”
Sprekend ben Jij met ons onderweg,
wanneer wij leven in zijn geest,
doen wat Hij gedaan heeft,
voor mensen op zijn pad, klein of ongezien,
verstoten of verguisd, eenvoudig of wijs
belast of vermoeid, ziek of ontdaan.
In zijn geest zijn wij hier bijeen,
in zijn geest vieren wij het leven,
vol verwondering en bewondering,
vragend en dankend, brekend en delend,
hoopvol en met vertrouwen
dat jouw liefde in ons spreekt,
tot geluk en vrede voor iedereen.
In zijn geest willen wij bidden met de woorden die Hij ons gegeven heeft:
Onze Vader
Vredeswens
Vredeslied: Stad van vrede
Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn
Lied: Het brood in de aarde gevonden.
Gebed
Mededelingen
Slotgedachte
Uit een overweging van Dietrich Bonhoeffer, theoloog en verzetsman
Wie brengt het tegenwoordig nog op om te wachten,
zo in de toekomst te leven,
als was het het heden,
zo van God te leven,
als was God zekerder dan zijn of haar eigen leven?
Niemand anders dan die mens weet,
dat de God, die eens zal komen,
allang gekomen is.
Zegenwens
Mag God die allang gekomen is, in ons mag werken.
Dat zijn geest ons voortdrijft.
Dat het vertrouwen in mensen ons gaande houdt.
Mogen we zo als mensen onderweg,
dankbaar en verwonderd zijn
voor al het goede in ons leven,
ons zo gezegend weten
door elkaar en onze God,
die we noemen,
de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Amen
Slotlied: Vrienden hoor ik deel u mede