Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

SAN SALVATORGEMEENSCHAP 1-2 maart 2014
Thema: Loat oe zweve, zonder zweverig te zen
Voorganger: Erick Mickers
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied: Jij die voor alle namen wijkt
Welkom
Van harte welkom allemaal, het is goed om weer bijeen te zijn, om met elkaar het leven te vieren. Mag dit uur ons brengen, waarvoor we naar hier zijn gekomen, in Godsnaam,
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen

Openingswoord
Met fascinatie heb ik gekeken naar de olympische spelen. Hoe mensen in staat zijn zulke prestaties neer te zetten. Hoe ze jaren de discipline kunnen opbrengen om te oefenen, om uiteindelijk op het moment als het er op aan komt, die strijd aan te gaan en zich ten volle te geven.
Met ontzag kijk ik naar het skischansspringen. Ik vraag me dan af hoe ze de eerste keer van zo´n schans zijn afgegaan. Hoe zij op het juiste moment zich afzetten van de schans. Hoe zij zich laten zweven, zonder zweverig te zijn. Hoe zij op de goede manier weer contact maken met de sneeuw die de aarde bedekt.
Is het voor ons als gelovige mensen ook niet een voortdurend oefenen. Hoe wij op het juiste moment even kunnen los komen van al het aardse gedoe. Hoe wij ons durven over te geven, zonder zweverig te zijn. Hoe wij op de goede manier weer contact kunnen maken met de aarde en haar eigen werkelijkheid?
De komende dagen zullen velen zich weer even losmaken van alle aardse beslommeringen. Hopelijk gebeurt dat op een manier dat het niet te zweverig wordt. En woensdag zullen de feestvierders weer landen, zoetjes weer contact maken met de alledaagse werkelijkheid.
Onze wijze van vieren hier is een andere. Even leggen wij hier neer, wat ons zo bezig houdt. Even geven wij ons over aan de Ene, niet om ons te verliezen, maar om ons te hervinden, om hernieuwd contact te maken met de werkelijkheid van ons bestaan.
Laten we het daarvoor maar stil maken, in ons en om ons heen, om te komen tot gebed

Gebed
Luisterend naar het leven,
spreek Jij ons aan om recht te doen,
roep Jij ons op om goed te zijn,
ontvang Jij ons om rust te geven,
zet Jij ons op de been om door te gaan,
voer Jij met ons mee om in de stroom van het leven,
richting te geven aan onze weg.

Acclamatie: dans nos obscurités

Inleiding op de lezingen
Beide lezingen die volgen proberen ons dichterbij God te brengen. In de eerste lezing wordt een beeld van God neergezet als iemand die zich over ons ontfermt. Jesaja maakt de vergelijking met een moeder die haar kind op schoot neemt.
In het evangelie wijst Jezus ons op de natuur als vindplaats van God.

1ste lezing: Jesaja 49,13-18
Juich, hemelen; aarde, jubel! Breek uit in gejuich, bergen, want de HEER heeft zijn volk bemoedigd,
en zich over zijn onderdrukten ontfermd.
Sion zei: ‘De Heer heeft mij verlaten, de Heer is mij vergeten.’
Zal een vrouw haar zuigeling vergeten,
een moeder zich niet erbarmen over het kind van haar schoot?
En zelfs als die het zouden vergeten; Ik vergeet u nooit!
Kijk, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven,
en uw muren staan mij voortdurend voor ogen.
Degenen die u weer opbouwen komen toegesneld,
degenen die u eens verwoestten en vernielden gaan van u weg.
Sla uw ogen op en kijk in het rond:
allen verzamelen zich en komen naar u toe;
zowaar Ik leef – godsspraak van de HEER –
als een sieraad zult u ze allemaal dragen,
u omgordt zich ermee als een bruid.
Lied: ik zal in mijn huis niet wonen

2de lezing: Evangelie volgens Mattheus 6,24-34
Niemand kan twee heren dienen. Want hij zal de een verfoeien en van de ander houden,
of zich hechten aan de eerste en de ander verachten. Je kunt God en de mammon niet tegelijk dienen.
Daarom zeg Ik jullie: Maak je niet bezorgd over wat je zult eten of drinken om in leven te blijven, en ook niet over de kleding voor je lichaam. Is het leven niet meer dan het eten, en het lichaam niet meer dan de kleding?
Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan vogels? Wie van jullie kan met al zijn zorgen een el toevoegen aan zijn leven? En wat maak je je bezorgd over je kleren? Leer van de lelies op het veld hoe ze groeien. Ze werken niet, ze spinnen niet.
Maar Ik zeg jullie: zelfs Salomo met al zijn pracht en praal ging niet gekleed als een van hen. Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag staat en morgen in de oven wordt gegooid, zo kleedt, hoeveel te meer kleedt Hij dan jullie, kleingelovigen?
Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken? Wat zullen we aantrekken? Want naar dat alles zijn de heidenen op zoek. Jullie hemelse Vader weet wel dat je dat allemaal nodig hebt.
Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij. Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel bezorgd maken over zichzelf. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Acclamatie: Wijs mij de weg

Overweging

Een tv-predikant uit Kentucky meende onaantastbaar te zijn door zijn geloof en weigerde hulp toen hij was gebeten door een ratelslang. Hij vertrouwde volledig op God, alles zou zijn wil zijn. Hij overleed een uur later. Een nieuwsbericht van twee weken terug.
Maak je niet bezorgd over de dag van morgen, heb vertrouwen dat het goed komt.
Durf te vertrouwen op God. We zien wat er gebeurt als je zijn advies letterlijk neemt.
Wat als je ontslag krijgt, dan komt een nieuwe baan niet vanzelf. Er op vertrouwen dat je de kans weer krijgt, helpt natuurlijk wel. Wat als je geldschulden hebt, die worden niet vanzelf minder. Durven te vertrouwen dat mensen je daarbij willen helpen, maakt het probleem minder groot. Wat als er een gezwel wordt ontdekt, weet je niet vanzelf of het goed of kwaadaardig is. Kunnen vertrouwen op de medisch wetenschap is dan een voorrecht.

Zoek eerst het koninkrijk van God en gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij.
Zoek eerst het vertrouwen en de goedheid, dan krijg je dat alles erbij.
God is er voor jou, zoals hij er is voor de vogels en de bloemen.
Wat je nodig hebt, wordt je aangereikt.
Durf daarvoor open te staan als een bloem.
Vlieg daarvoor uit om op zoek te gaan,
zweef zonder zweverig te zijn als een vogel,
weet wat je doet en vind wat je werkelijk nodig hebt.

Dat is voor mij de eerste laag in het evangelie.  Die tweede laag is van een andere orde. Jezus verbindt hier God niet alleen met mensen, maar ook met de natuur. Zover ik weet vind je nergens anders een verwijzing door Jezus naar dit gegeven. Niet alleen in de mens en zijn of haar handelen vind je iets van God terug, maar ook in de natuur met haar bloemen en dieren.
Een mens die altijd op reis is, van de ene plaats naar de andere, via bergen en meren zijn weg gaat, kan niet anders dan gefascineerd worden door de natuur.
En toch lijkt er in deze tijd geen plaats meer te zijn, voor een godsbeeld dat zich vinden laat in de natuur. God zit in mensen, die zich vinden laat door goedheid, onvoorwaardelijke liefde. Onze handen zijn zijn handen, God werkt in en door mensen heen.
En die God die zich vinden laat in de schoonheid van de natuur. Waar blijft die dan? Carel ter Linden schrijft in zijn boek ´wat doe ik hier in Godsnaam?´ Ik kan niet meer geloven in de God van de schepping, die met alles wat is en gebeurt een bedoeling heeft in het leven. Alleen de mens kan aan deze wereld een zin geven. De mens moet zelf betekenis geven aan zijn leven.
Hiermee gaat Carel ter Linden in mijn ogen volledig voorbij
aan wat Jezus ons vandaag voorhoudt.
Het leven an sich heeft al betekenis:
door haar schoonheid en puurheid,
door haar mateloze kracht en uiterste kwetsbaarheid,
door haar kleuren en klanken,
door haar geuren en smaken,
door haar verschijningsvorm van eeuwigheid en veranderlijkheid.
Een niet te bevatten werkelijkheid die ons op het spoor brengt wat van betekenis is, van waarde is. Alles van waarde is niet te vatten. Niet te vatten is Brabants dialect dat staat voor niet te vangen en niet te bevatten. Alles van waarde is niet te vatten, daar wordt voor mij iets van God gewaar.  Iets van God laat zich daar kennen, is aansprekend aanwezig, zonder een woord te spreken.
Zijn het juist niet die momenten, die ons weer het vertrouwen geven, ons tot inkeer brengen waar het werkelijk omgaat? Niet de mens geeft hier zin aan het leven, maar het leven geeft hier zin aan de mens. De mens beleeft weer zin, ondanks al zijn zorgen.  Bezig zijn in de natuur ruimt niet alle zorgen op, maar maakt plaats voor het vertrouwen dat het leven de moeite waard is.
God is voor mij van waarde, niet omdat ik denk dat God iets doet, maar God doet me iets, niet omdat ik denk dat God roept, maar God roept iets in mij op, niet omdat ik denk dat God iets zweverigs is, maar God laat mensen zweve, niet omdat ik denk dat God te vatten is maar God krijgt vat op mij in de verwondering over het leven.
Alles van waarde is niet te vatten.
Geloofslied: Zolang wij ademhalen

Brood en wijn wordt klaargezet en ieder wordt uitgenodigd tot een persoonlijke bijdrage via de collecte
Op tafel wordt een kaars ontstoken

Instrumentaal: Bossche carnavalsmelodieën

Voorbede
Goede god, wil er zijn met jouw barmhartigheid
om onze harten te openen naar elkaar,
om te vergeven wat kan en te verzoenen waar mogelijk;

Keer U om naar ons toe

wil er zijn met jouw volhardendheid
om vrijheid te bewerkstelligen en te bewaren waar dan ook in de wereld,
om kansen te geven tot ontwikkeling en een rechtvaardig bestaan,
tot welzijn en levensgeluk van iedereen;.

Keer U om naar ons toe

wil er zijn met jouw bevlogenheid
die mensen optilt uit de sleur van alledag,
die zorgen omzet in vertrouwen en in hoop,
opdat elke mens kan vieren dat het leven als een feest is;

Keer U om naar ons toe

wil er zijn met jouw genegenheid
voor hen die hun gebeden hebben neergelegd in dit boek
voor degene die ziek zijn, psychisch of lichamelijk, thuis of in het ziekenhuis,
voor hen voor wie ons gebed is gevraagd.
wil er zijn voor hen met jouw licht,
en voor allen die dagelijks het gemis van hun dierbare moeten ervaren.
De intentiekaars op tafel wordt ontstoken

Tafelgebed (begint met het lied: Onhoorbaar, onzichtbaar)

Onhoorbaar onzichtbaar onstuitbaar aanwezig
ons hoedend en voedend en toch zo verheven
Jij Geest van het leven wie ben Jij dat Jij aan ons denkt?

Wie met open hart en zinnen luistrend door het leven gaat
hoort soms het verborgen zingen
van een ongekend bestaan.

Onhoorbaar onzichtbaar onstuitbaar aanwezig
ons hoedend en voedend en toch zo verheven
Jij Geest van het leven wie ben Jij dat Jij aan ons denkt?

In de opgaande zon groet je mij met een zonnestraal
en toon je mij het gelaat van je schoonheid.
Als ik de aarde bespeur onder mijn voeten,
beleef ik hoe je me steun geeft dag na dag.

De roos verbergt je geheim,
kunstig uitgewerkt in het bloesemblad.
Jij bent de wind die me streelt,
ademtocht na ademtocht.
Jij kust me met elke regendruppel
die van mijn gezicht parelt.
In het spelend kind versta je de kunst
om in het ogenblik te leven.

Jij bent mijn droom in het donker van de nacht,
jij, morgenster, wijst mij de weg.
Van jou is de zee die je hebt gemaakt,  de bergen en de dalen.
Want jij bent berg en dal,  zee en boom, zon en wind.
Jij, avondrood mijns levens,
teder en mild in de kleuren van de hemel.
Niets evenaart jouw pracht,
jij in alles aanwezige God.

Onhoorbaar onzichtbaar onstuitbaar aanwezig
ons hoedend en voedend en toch zo verheven
Jij Geest van het leven wie ben Jij dat Jij aan ons denkt?

Jij, in alles aanwezige God, wie ben Jij dat Jij aan ons denkt,
in Jezus, die mens, begaan met alle mensen,
die ons voorging, met de hemel op weg,
opdat niemand verloren zou gaan.

In de avond voor zijn sterven, nam hij brood in zijn handen,
sprak zijn dank uit naar Jou,
brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden:
dit is mijn leven, gebroken voor jullie,
deel en eet dit met elkaar, telkens opnieuw,
breng zo de hemel bij de mensen.

Zo nam hij ook de wijn, gaf die door en zei daarbij:
dit is mijn liefde, tot vreugde van iedereen,
drink samen uit deze beker, als vrienden aan èèn tafel.
Blijf dit doen, als levende herinnering aan mij.
Zo willen wij op weg gaan, in zijn Geest,
in wie Jij aanwezig bent, zo willen wij bidden,
met woorden die Hij ons gegeven heeft.
Onze Vader

Vredeswens
Vertrouwen krijg je door vertrouwen te geven
Vrede ervaar je door vrede uit te dragen
Moge wij dat doen naar de mensen naast ons.
Vrede en alle goeds
Vredeslied: Gij levende, eerste en laatste

Uitnodiging aan de tafel van brood en wijn
Kijk eens naar de velden in de zomer, met goudgeel graan, wuivend in de wind.
Kijk eens naar de heuvels in de herfst, met lichte en donkere druiven rijpend in de zon.
Dat alles wordt je gegeven, om te worden, brood en wijn, tot levenskracht van iedereen.
Laat mijn natuur, jouw natuur zijn, opdat de natuur haar werk doet.
Wees welkom ieder hier aanwezig, open je hand en je hart,
en ontvangt en wordt brood van leven, wijn van vreugde.
Lied: Zij die stom zijn

Gebed

Slotgedachte: Tevredenheid
De rijke fabriekseigenaar uit het noorden zag tot zijn afschuw de visser uit het zuiden lui naast zijn boot liggen en een pijp roken.
´Waarom ben je niet aan het vissen?´ vroeg de fabriekseigenaar.
´Omdat ik genoeg vis heb gevangen voor vandaag,´ zei de visser.
´Waarom vang je er niet nog een paar?´
´Wat zou ik er mee moeten?´
´Je zou geld kunnen verdienen,´ luidde het antwoord.
´Daarmee zou je een motor op je boot kunnen laten monteren om verder de zee op te gaan en meer vis te vangen. Dan zou je genoeg verdienen om andere netten te kopen. Die zouden je meer vis en meer geld opleveren. Al gauw zou je genoeg geld hebben om twee boten te bezitten… misschien wel een hele vloot. Dan zou je een rijk man zijn, net als ik.´
´Wat zou ik dan doen?´
´Dan zou je werkelijk van het leven kunnen genieten.´
´En wat denk je dat ik nu aan het doen ben?´

Zegenwens
Mogen we elkaar tot zegen zijn, elkaars zorgen wegnemen,
en leren genieten van het leven, van alles wat van waarde is,
in Godsnaam,
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen

Slotlied: Om warmte gaan wij een leven

1 Reactie

Plaats een reactie