zaterdag 18 mei 2019 Maria No Mas
Voorganger Wilton Desmense
Lector Marga van de Koevering
Muzikale begeleiding Gieneke Ruyers, piano en Maria Werner, dwarsfluit
Cantor Hans Moerman
OPENINGSLIED: Gekomen is uw lieve mei
WELKOM
Van harte welkom in deze viering. Het woord staat hierin niet centraal, maar de nostalgie van het lied: je laten wegdrijven op vanouds bekende of minder bekende melodieën. Neurie ze mee of zing uit volle borst de woorden, of die je nou niets of alles zeggen. Maar toch wordt deze viering ook opgedragen aan de woorden van de goede boodschap: de kracht van de liefde voor de medemens. Wordt de essentie daarvan niet weergegeven in gevoelens van allerlei slag die wij kunnen hebben bij de namen Jezus en Maria? Het licht van de zon, de lach van de maan, de sterrentwinkeling van de hemel. En vooral: de mens in alle kleuren van de regenboog!
Gevoelens nemen het soms over van de rede en zelfs van wat je wezenlijk gelooft. Luister naar het volgende gebed:
GEBED
Lief vrouwke, ik kom niet om te bidden,
maar om een poos bij U te zijn.
Ik heb U niets te geven,
niets te vragen deze dag.
Ik bezit alleen de grote vreugde
dat ik U bekijken mag.
(Naar Paul Claudel, La Vièrge à midi)
LIED: U rozenkrans bemin ik
INLEIDING OP DE LEZINGEN
In plaats van de normale lezingen en de normale overweging hoort u in deze viering drie verhalen over Maria. Ze komen uit het zogenaamde proto-evangelie van Jacobus. In het eerste verhaal zijn Maria’s ouders, Joachim en Anna, de hoofdpersonen. ament, van passief geloven naar actief geloven.
EERSTE LEZING (5.2 + 7.1 t/m 8.1)
En haar maanden werden vervuld. In de negende maand baarde Anna. En zij zei tot de vroedvrouw: “Wat is het?” Deze antwoordde: “Een meisje.” Toen zei Anna: “Op deze dag is mijn ziel groot gemaakt.” En zij legde het kind neer. En toen de dagen vervuld waren, reinigde Anna zich en gaf zij het kind de borst. En zij gaf het de naam Maria.
De maanden verstreken en het kind werd ouder. Toen zij twee jaar was, zei Joachim tot Anna: “Laten we haar naar de tempel brengen om de belofte die wij gedaan hebben na te komen, opdat de Almachtige niet boos op ons wordt en ons offer afwijst.” Maar Anna antwoordde: “Laten we nog wachten tot ze drie jaar is en niet meer naar haar vader en moeder verlangt.” En Joachim zei: “Dat is goed.”
Toen het kind drie jaar was geworden , brachten haar ouders haar naar de tempel. En de priester ontving haar en zegende haar met de woorden: “De Heer heeft je naam groot gemaakt onder alle geslachten. In jou zal de Heer de verlossing aan de kinderen van Israël openbaren.” En hij zette haar op de derde tree van het altaar en de Heer God deed genade op haar neerdalen en zij danste op haar voetjes en het hele huis Israël kreeg haar lief.
En haar ouders vertrokken weer, vol verwondering, en zij loofden de almachtige God, omdat het kind zich niet had omgekeerd. En Maria bleef in de tempel van de Heer als een pikkende duif en zij ontving voedsel uit de hand van een engel.
LIED: Er is een roos ontsprongen
TWEEDE LEZING (8.2 t/m 9.1)
Toen zij twaalf jaar was geworden, beraadslaagden de priesters en zeiden: “Zie, Maria is twaalf jaar geworden. Wat moeten wij nu met haar doen om te voorkomen dat zij het heiligdom van de Heer verontreinigt?” En zij zeiden tot de hogepriester: “U bent aangesteld over het altaar van de Heer, ga naar binnen en bid over haar en wat de Heer u dan bekend zal maken, zullen wij doen.” 3. De hogepriester trok het gewaad met de twaalf belletjes aan, ging het Allerheiligste binnen en bad over haar. En zie, er verscheen een engel van de Heer die tot hem zei: “Zacharias, ga naar buiten en roep de weduwnaars van het volk bijeen en laat ze elk een staf meenemen, en aan wie de Heer een teken zal geven, diens vrouw zal zij zijn.” Er werden herauten uitgezonden en zij doorkruisten het hele gebied van Judea. Zij riepen de weduwnaars op en alle snelden toe.
Ook Jozef gooide zijn gereedschap neer en vertrok om zich bij hen te voegen. En toen zij er allemaal waren, gingen zij met hun staf naar de hogepriester. Deze nam ieders staf aan en ging de tempel binnen om te bidden. Nadat hij zijn gebed beëindigd had, nam hij de staven weer op, ging naar buiten en gaf ze aan hen terug, maar er vertoonde zich geen wonderteken, totdat Jozef de laatste staf aannam en zie, er kwam een duif uit, die op Jozefs hoofd vloog. Toen zei de priester tot Jozef: “U bent er door het lot toe aangewezen om de maagd van de Heer onder uw hoede te nemen.” Maar Jozef maakte bezwaar en zei: “Ik heb al zonen en ik ben oud en zij is jong. Ik vrees dat de kinderen van Israël mij uit zullen lachen.” Maar de priester zei tegen Jozef: “Vrees de Heer, uw God, en herinner u, wat God met Datan, Abiram en Korach gedaan heeft, hoe de aarde spleet en zij vanwege hun ongehoorzaamheid werden verzwolgen. Vrees daarom, Jozef, opdat dat niet gebeurt met ùw huis!” Toen vreesde Jozef en nam haar onder zijn hoede. En hij zei tegen haar: “Maria, ik heb je uit de tempel van de Heer ontvangen en nu laat ik je in mijn huis achter en ga weg om huizen te bouwen, daarna zal ik bij je terugkomen. De Heer zal je bewaren.”
LIED: Maria te minnen
DERDE LEZING (11.1 t/m 14.1)
Maria nam een kruik en ging buiten water putten. En zie, er klonk een stem die zei: “Wees gegroet, begenadigde, de Heer is met u, gezegend zijt gij onder de vrouwen.” En zij keek om zich heen, maar er was niemand te zien. Ze ging naar binnen en begon te spinnen. Plotseling stond er een engel voor haar, die sprak: “Vrees niet, Maria, want je hebt genade gevonden voor de Almachtige en je zult uit zijn woord zwanger worden. Kracht van de Heer zal je overschaduwen; daarom zal ook het heilige dat uit jou geboren wordt, Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.” En Maria zei: “Zie, de dienstmaagd van de Heer; mij geschiede naar uw woord.”
Maria bezocht Elisabet, haar bloedverwante, die in verwachting was. Toen Elisabeth Maria zag, zegende zij haar met de woorden: “Waaraan heb ik dit te danken, dat de moeder van mijn Heer tot mij komt? Want zie, het kind in mij sprong op en zegende u.” Maar Maria was de geheimenissen, waarover de engel tot haar gesproken had, vergeten: daarom sloeg zij haar ogen op naar de hemel en zei: “Wie ben ik, Heer, dat alle geslachten der aarde mij zegenen?” 3. En zij bleef drie maanden bij Elisabet. Van dag tot dag nam haar schoot in omvang toe en omdat Maria bang werd, ging zij terug naar huis en verborg zich voor de kinderen van Israël. Zij was zestien jaar oud toen deze mysterievolle dingen gebeurden.
Zo werd het voor haar de zesde maand en zie, Jozef keerde terug van de huizen die hij gebouwd had en toen hij zijn huis binnenging, bemerkte hij dat zij zwanger was. En hij sloeg zich voor het hoofd, weende bitter en zei: “Met welke ogen moet ik opzien naar de Heer, mijn God? En wat moet ik bidden vanwege dit meisje? Want als maagd heb ik haar uit de tempel van de Heer, mijn God, ontvangen en ik heb haar niet beschermd. Wie heeft mij bedrogen? Wie heeft deze zonde in mijn huis begaan en haar onteerd?” En Jozef riep Maria en zei tegen haar: “Jij die Gods lievelingskind was, waarom heb je dit gedaan? Ben je de Heer, je God, vergeten? Waarom heb je je vernederd, jij die in het Allerheiligste bent opgevoed en voedsel kreeg uit de hand van een engel?” Maar zij huilde bitter en zei: “Ik ben rein en ik heb geen gemeenschap met een man.” En Jozef zei tot haar: “En het kind in je, waar komt dat dan vandaan?” Maar Maria antwoordde: “Zo waar de Heer, mijn God, leeft, ik weet niet waar het vandaan komt.”
En Jozef, die erg bang geworden was, liet haar met rust en vroeg zich af wat hij met haar zou doen. Hij dacht: “Als ik haar zonde verberg, handel ik in strijd met de wet van de Heer. Maar als ik haar aanbreng bij de kinderen van Israël, vrees ik dat het kind in haar van een engel zou kunnen zijn, en dan zou ik zijn als iemand die een onschuldige overlevert aan een doodvonnis. Wat moet ik dan met haar doen? Ik zal haar in het geheim wegsturen.” En de nacht kwam over hem. En zie, een engel van de Heer verschijnt hem in de droom en zegt: “Vrees niet vanwege dit meisje, want wat in haar is, komt van de Heilige Geest. Zij zal een zoon baren en je zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal zijn volk redden van hun zonden.” En Jozef stond op uit zijn slaap en prees de God van Israël, die hem deze genade bewezen had, en hij hield haar onder zijn hoede.
LIED: God groet u zuiv’re bloeme
INTENTIES en “VOORBEDE”
Middag. Ik zie de kerk die open is. Ik moet binnen-gaan. Moeder van Jezus-Christus, ik kom niet om te bidden. Ik heb niets aan te bieden, niets te vragen.
Ik kom, Moeder, enkel om naar u te kijken.
Naar u te kijken, te wenen van geluk, en dit te weten: dat ik uw zoon ben en dat u daar bent.
Alleen maar voor één ogenblik, terwijl alles stilvalt.
Middaguur! Bij u zijn, Maria, op deze plek waar u bent. Niets zeggen, uw gelaat aanschouwen, het hart laten zingen in zijn eigen taal. Niets zeggen, enkel zingen omdat het hart overvol is, zoals de merel zijn inval volgt in dat soort onverwachte liedjes.
(Naar Paul Claudel, La Vierge à midi; vert. Patrick Lateur)
LIED: Te Lourdes op de bergen
TAFELGEBED
Hier bijeen rond deze tafel
zeggen wij dank voor het leven
dat wij ontvingen,
voor de boodschap die Jezus ons bracht,
voor de zachtheid van Maria,
voor de liederen en de beelden
die ons gelovig voelen voeden.
Hier hopen wij te vinden een plaats
voor al onze zorgen, voor al ons verdriet,
waar een glimlach of warme hand troost biedt;
een plaats voor al onze lasten en werken,
waar we kracht krijgen om die te dragen en te volvoeren.
ACCLAMATIE: Magnificat
Wij herdenken in de geest van Jezus en Maria
het wonder dat gebeurde, toen zij en die hen lief waren, met elkaar het brood deelden, als waren zij één lichaam, bestand tegen het verloop van de tijd;
en ook deelden zij met elkaar in die geest de wijn, het levenssap, het bloed dat het leven doet kloppen.
Laat dit herdenken
ons steeds op de weg houden
naar een wereld, waarnaar wij verlangen,
en ons blijven inspireren daarnaar te streven.
Allen:
Moge dit hemelse rijk eens komen, in de naam van wat ons heilig is, nu en voor altijd. Laat ons tot die tijd deze aarde met respect beheren en aan iedereen de middelen gunnen om menswaardig te kunnen leven: dat het goede over ons kome.
Amen
VREDESWENS
In de litanie van Loreto uit de 17e eeuw wordt Maria onder meer aangeroepen als:
Koningin van de engelen, Koningin van de profeten,
Koningin van de apostelen, en tot besluit van de opsomming: Koningin van de vrede! Regina pacis.
Wensen wij elkaar alle goeds en die vrede toe!
LIED: Wij groeten u o koningin
BREKEN EN DELEN
Wij delen en wij geven aan elkaar om nooit te vergeten dat dit het wezenlijke is van een mensenleven.
INSTRUMENTAAL: Ave Maria (Bach/Gounod)
Laten wij in aansluiting op het Ave Maria samen het Wees Gegroet bidden.
GEBED: Wees gegroet, Maria
LIED: O sterre der zee
MEDEDELINGEN
GEDACHTE
Vele namen werden haar gegeven. Zojuist zongen wij Sterre der zee; die naam kreeg zij, omdat in het Latijn het woord maria “zeeën” betekent. Ik kwam een lijst tegen met 108 namen, waarmee Maria wordt aangeduid.
Maar ook omgekeerd heten vele mensen Maria, vaak als eerste (doop)naam, maar ook als laatste. In onze gemeenschap kan het gemakkelijk leiden tot de vraag: welke Maria bedoel je en dan brengt het noemen van de achternaam uitkomst. Ook namen als Mirjam en Mariam zijn varianten op de naam Maria. Al die Maria’s deden me denken aan een bijzonder liedje, waarin de naam Maria werd uitgebreid met een tweede voornaam: Maria Helena, Maria Christina, Maria Dolores, Maria la Oooooh. Dat liedje heet Maria No Mas en werd ooit de hitparade ingezongen door Cliff Richard. Ik wil proberen het, eventueel met u, op die melodie te zingen, maar in een bij deze viering passende interpretatie.
LIED: Maria van ons
Maria van ons
is de mens die vele namen uitdraagt,
|is een mens om van te houden, op bouwen, vertrouwen,
Maria van ons!
Maria van ons
is de troost die onze harten verwarmt,
is een licht dat vaak het duister, de droefheid
verandert, weer toekomst doet zien,
verbondenheid voelbaar, behulpzaamheid zichtbaar, aanwezigheid tastbaar,
Maria van ons!
Maria van ons
is de mens die vele mantels verdraagt,
draagt de mantels van de liefde, de zee en de sterren, het hemelse licht.
Maria Maria.
Maria van ons
is de naam die onze harten vervult,
is een naam die onze dagen, ons leven
verheldert, een rustgevend licht,
in Kevelaer, Lourdes, in Fatima, Heiloo, de Maastrichtse sterre
en ook in Den Bosch!
Maria van ons
zijn de mensen die gelijk aan haar zijn,
de Maria Theresienna’s, Maria Johanna’s, Marias Todas,
Marias, Marias Todas,
Marias, Marias, Marias, Marias, Marias, Marias Todas!
GEZAMENLIJKE ZEGEN
In de geest van deze viering gaan wij vanhier.
Wij bidden bemoediging mee te krijgen van elkaar
en van de woorden die wij hier hoorden. Mogen die ons inspireren, in de naam van Die wij noemen: Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen.
SLOTLIED: Het Bossche Marialied