Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 21 – 22 juni 2014
1e communieviering 22 juni 2104
Thema: Met Jezus aan tafel gaan
Voorganger: Erick Mickers
OPENINGSLIED: Dit huis is een huis

WELKOM
Van harte welkom allemaal, op deze feestelijke dag.
Speciaal welkom aan jullie: Thomas, Phoebe, Silvana en Quensy.
Een speciale dag. De ruimte mooi versierd door jullie ouders,
met slingers die door jullie gemaakt zijn. De mooiste kleren aan.
Het is feest voor jullie, maar ook voor jullie ouders, broertjes en zusjes en de opa’s oma’s,
de peetooms en peettantes, voor de hele familie. En voor iedereen hier aanwezig is het feest.

Wat fijn dat we met jullie samen de eerste communie mogen vieren.
Als je praat over de eerste keer, dan praat je over een begin van iets wat nog groeien kan.
Bij de eerste tandjes, weet je dat er nog meer komen.
De eerste woordjes zijn het begin van heel gesprek.
Wanneer je de eerste stapjes zet, dan duurt het niet lang voor je echt kunt lopen.
En bij de eerste schooldag begint spelenderwijs het lezen, rekenen en schrijven.
En jullie eerste communie is het feestelijk begin van een belevingswereld
van wonderen en verwonderen, van geloven en vertrouwen, van vieren en bidden,
van samen leven en samen delen.
En Jezus wil jullie en ons allemaal daarbij helpen.
Elke keer opnieuw.

Zullen we maar beginnen door een lichtje te ontsteken aan de Paaskaars,
het licht dat symbool staat voor het leven.
Phoebe, Silvana, Thomas en Quensy willen jullie de kaars aanmaken en samen met mij zingen:

Lichtje dat voor ieder schijnt
Lichtje van het leven

GEBED
Jij, God van groot en klein, Jij wilt er voor ons zijn,
voelbaar in de liefde, zichtbaar in de schoonheid,
hoorbaar in de stilte, Jij wilt er voor ons zijn,
in mooie tijden, in moeilijke tijden
door heel ons leven heen. Jij wilt er voor ons zijn,
luisterend, sprekend, dragend.
Jij ziet naar ons om,
Jij neemt ons aan zoals wij zijn,
Jij leeft in ons.
Jij weet hoe dankbaar
wij daarvoor zijn.

ACCLAMATIE: Neem mij aan zoals ik ben
Neem mij aan zoals ik ben. Zuiver uit wie ik zal zijn.
Druk uw zegel op mijn ziel en leef in mij.

1E LEZING
Het was winter en al heel lang had de eekhoorn niemand gezien.  Hij zat voor zijn raam en keek naar de sneeuw die tussen de takken van de beuk naar beneden viel.  Hij schonk zichzelf een kopje thee in. Het was een warm, dampend kopje en de eekhoorn dacht: eigenlijk is thee heel aardig.  Hij wou dat hij een klein gesprekje met de thee kon voeren. Volgens de mier, dacht hij, kan je overal mee praten.  Zelfs met de lucht. Weet je wat, dacht hij, laat ik het eens proberen. Hij schraapte zijn keel en zei: ‘Hallo thee’.
Even was het stil, toen hoorde hij een zachte, zilverachtige stem uit het kopje die zei: ‘Hallo eekhoorn.’  De eekhoorn viel bijna van zijn stoel, maar bleef nog net zitten. ‘Hallo thee,’ zei hij weer en begon een gesprek met de thee. Zij spraken over geuren, over kringelende dampen en over de winter. De thee wist veel.  Ten slotte vroeg de thee of de eekhoorn hem wilde opdrinken. Voor ik koud ben,’ zei hij.
De eekhoorn aarzelde even en zei: “Dag thee.’ Toen dronk hij de thee op. Daarna was het stil.
‘Maar,’ had de thee nog gezegd, ‘zo nodig kom ik weer terug, eekhoorn.’ De eekhoorn zette het lege kopje neer en zuchtte.  Hij keek naar de sneeuw op de takken van de bomen, en naar de donkere wolken die door de lucht trokken. Daar zou ik ook wel eens mee willen praten, dacht hij, met de wolken.  Wat zou ik daar graag eens mee willen praten. Maar niet nu.  Nu ga ik slapen, dacht hij. Hij stapte in bed en viel in slaap.

LIED: De boom is de aarde dankbaar

2E LEZING: Evangelie
Op een keer was Jezus ergens aan het bidden. Toen hij opgehouden was, vroeg een van zijn leerlingen hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’
Jezus zei tegen hen: ‘Als je bidt, zeg dan:  Vader, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen. Geef ons elke dag het brood dat we nodig hebben.  En vergeef ons onze zonden, want ook wij vergeven iedereen die schuldig is tegenover ons; en laat niet toe dat wij op de proef gesteld worden.’
En hij ging verder:  ‘wanneer een vriend midden in de nacht jou om brood vraagt, dan geef je hem wat hij nodig heeft.  Zoals die vriend aan jou om brood durft te vragen, durf zo ook te vragen aan de hemelse Vader.  Iedereen die vraagt, zal krijgen, en wie zoekt, zal vindenen voor wie aanklopt, zal worden opengedaan.  Als jullie al het goede weten te geven, hoeveel te meer zal dan de hemelse Vader geven aan hen die er om vragen.
ACCLAMATIE: Oren en ogen gaan open voor Jezus

OVERWEGING

Wie van ons heeft ooit in een dagboek geschreven? Het is een boek dat alleen voor jou bestemd is.  Waaraan je alles kunt toevertrouwen wat jou dierbaar is. Wat je schrijft is alleen maar bestemd voor jou en het dagboek.  Eigenlijk ben je in gesprek met jouw dagboek. Dat doe je niet zomaar.  De eerste regels toevertrouwen aan het papier is een spannend gebeuren.  Maar gaandeweg wordt het heel vertrouwd.Wie van ons heeft ooit met iemand gesproken die er niet meer is. Met iemand die overleden is praten, hardop of in stilte.
Misschien heb je je wel eens afgevraagd of dat eigenlijk wel kan. Je durft het ook niet tegen iedereen te vertellen.  Stel je voor dat ze het gek vinden. En toch, heel veel mensen hebben het gedaan en doen het nog.  Ook krijg je geen antwoord terug zoals je dat zou hopen.  Hoe raar het voor anderen dan ook mag zijn, voor jou voelt het heel vertrouwd.
Wie van ons heeft ooit de ochtendzon begroet, de warmte en het licht verwelkomd in zijn leven,  om zo de nieuwe dag te beginnen. De eerste keer is wat onwennig, maar gaandeweg voelt het als een tweede natuur,  als een vanzelfsprekend onderdeel van jouw leven. Wie van ons heeft zich ooit aangesproken gevoeld door een boom, en voelde zich uitgenodigd om de boom aan te raken,  erom heen te lopen, naar boven te kijken om te kunnen zeggen: wat ben jij een mooie boom!
De mier in het verhaal heeft blijkbaar toch gelijk. Je kunt met alles en iedereen praten.  En zo gek is dat nog niet. Maar je moet het wel durven. Ook al is het zo eenvoudig, heel veel mensen durven het niet,
of niet meer, omdat ze denken dat het raar is, of denken dat je dan ziek bent of niet zo intelligent, niet zo slim.  Juist omdat het zo eenvoudig is, is het voor mensen soms heel moeilijk.
Jezus zegt bijna hetzelfde als de mier. Je kunt altijd praten met God.  En je mag alles vragen. En als je hem kwijt bent, dan vindt je hem wel weer hoor.  Je kunt altijd bij hem aankloppen, hij doet altijd voor je open om naar jou te luisteren.  En om te bidden hoef je helemaal geen moeilijke woorden te gebruiken, blijf maar gewoon jezelf.  Sterker nog, je hoeft helemaal niets te zeggen, maar het mag wel.  God is er voor jou, als een lieve vader of als een lieve moeder wil die er voor je zijn.
Maar net als die eerste woorden in dat dagboek, aan die dierbare overledene,  bij die boom of je groet aan de zon moet je om te kunnen bidden iets overwinnen.  Je moet het lef hebben om je er aan over te durven geven.  Je kunt het vergelijken met de eerste keer leren zwemmen.
Weten jullie nog de eerste keer dat je ging zwemmen? Je gaat het water in ook al vind je het doodeng.  Dan begin je niet zomaar met spartelen en bewegen. Nee, eerst begin je om rustig te leren liggen.  Niet zomaar liggen, maar op een aandachtige manier, met een holle rug.  Het water maakt jou lichter. Je merkt dat je het niet alleen hoeft te doen,  maar het water helpt jou mee, draagt jou als het ware.  Dan geef jij je over aan het water en langzaam aan mag je bewegingen maken.  Je voelt dat je vooruit gaat. En als je even kopje onder dreigt te gaan, dan laat je je weer drijven,  omdat je weet dat het water jou opvangt.
Bidden is als drijven op het water, De eerste keer is het heel erg spannend.  Je begint niet zomaar te praten en te roepen. Nee, eerst neem je de rust, niet zo als bij het slapen,  maar op een aandachtige manier, bijvoorbeeld met een rechte rug of door je ogen te sluiten of je handen te vouwen.  De rust en je houding zorgen ervoor dat je ontspant. Vanuit de stilte komen de woorden,  iets in jou helpt jou mee en maakt dat jou innerlijk spreken gehoord wordt,  dat jij je gedragen weet.  Door te bidden geef jij je over aan het leven. Vanuit dat vertrouwen kom je in beweging,  en durf je te leven als een vis in het water.
Geloven is biddend leven,  ten diepste ervaren dat je altijd terug kunt vallen op die dragende kracht,  om van daar uit weer in beweging te komen. De eerste communie, helpt jullie om een begin te maken met dat geloven. Daarbij is het net als bij het zwemmen, als je gemerkt hebt dat het fijn is, dan gaat het op een gegeven moment van zelf. Het is aan onze gemeenschap en aan jullie ouders, om samen met Jezus jullie daarbij te helpen.

Geloofsbelijdenis
Q
uensy:
Ik wil geloven in een wereld  waar het fijn is om te wonen,
zonder dorst of honger,
waar mensen zorgen voor de natuur,
een wereld zoals God bedoeld heeft.
Willen jullie meewerken aan deze wereld?

Ja, daar werken wij aan mee.

Phoebe:
Ik wil geloven in een wereld,
waar liefde is tussen mensen,  zonder ruzie of angst,
waar mensen zorgen voor elkaar,
een wereld zoals Jezus bedoeld heeft.
Willen jullie meewerken aan deze wereld?

Ja, daar werken wij aan mee.

Thomas:
Ik wil geloven in een wereld,
waar mensen gelukkig kunnen zijn,
om kleine en eenvoudige dingen,
waar mensen kunnen lachen,
een wereld waar God blij van wordt.
Willen jullie meewerken aan deze wereld?

Ja, daar werken wij aan mee.

Samen:
Ik wil geloven in een wereld,
waar God met ons meegaat,  ons draagt en bemoedigt,
waar wij blijven vertrouwen op het leven dat ons gegeven is
en waar wij bouwen aan Gods’ droom:
een wereld van vrede en gerechtigheid. Amen.

De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet
Lied: Moeder God

Voorbede (na elk gebed ontsteekt een communicant een (doop)kaars )

Goede God, ons gebed gaat uit naar onze kinderen
Dat zij door onze handen mogen ervaren wat goedheid is.
Dat ze door onze liefde ervaren wat geloven is.
Dat zij door onze zorg mogen ervaren wat verbondenheid is.

Luister Heer, ontferm U over ons

Ons gebed gaat uit
naar Thomas, Quensy, Phoebe en Silvana en hun familie
naar datgene wat er in ieder van ons leeft,
naar de intenties geschreven in dit boek,
naar alle dierbaren die wij zo missen en mij meedragen in ons hart,

dat er licht mag zijn voor hen en allen hier aanwezig

Luister Heer, ontferm U over ons

Het intentiekaarsje wordt  aangestoken

TAFELGEBED
In de geest van jouw Liefde  zijn wij hier samen God,
als vrienden aan èèn tafel,
om  jou te danken  voor alles wat groeit en bloeit,
voor de wereld waarop wij wonen,
dat Jij een moeder en vader wilt zijn,  voor grote en kleine mensen,
dat Jij ons roept om goed te zijn,  om brood te delen met elkaar,
dat jij ons samen brengt,  tot verbondenheid met iedereen.

Alle mensen samen, niemand meer alleen
rond de ene tafel, alle mensen één

Wij danken Jou  voor Jezus van Nazareth,
mens onder mensen,  in wie Jij zichtbaar werd,
als die nabije Ander,  als vriend begaan met ons,
als broeder uit één familie,
verbonden en betrokken  met ieder die op zijn pad kwam.

Zo ging hij ons voor,  op weg naar vrede en geluk,
door blinden een gezicht te geven,  door onderdrukten op te tillen,
door stommen een stem te geven,  door verlamden op de been te zetten,
door doden te laten leven.
Zo vroeg Hij ons te doen  wat hij heeft gedaan:
het leven te delen,  in vriendschap met elkaar.

Alle mensen samen, niemand meer alleen
rond de ene tafel, alle mensen één

Op die laatste avond  nam hij brood in zijn handen,
sprak zijn dank uit naar Jou,
brak het en deelde het aan zijn vrienden
met de woorden:
dit is mijn leven,  gebroken voor jullie,
deel en eet dit met elkaar,  telkens opnieuw,
breng zo de hemel  bij de mensen.
Zo nam hij ook de wijn,  gaf die door en zei daarbij:
dit is mijn liefde,  tot vreugde van iedereen,
drink samen uit deze beker,  als vrienden aan èèn tafel.
Blijf dit doen,  als levende herinnering aan mij.

Alle mensen samen, niemand meer alleen
rond de ene tafel, alle mensen één

Daags daarna is Jezus gestorven  maar niet voorgoed.
Telkens als wij samenzijn,  als vrienden aan èèn tafel,
ontmoeten wij Jezus,  in het delen van brood en wijn,
voelen we ons door Hem  en met Hem verbonden,
herkennen we Hem in elkaar.
Zo houden wij zijn geest levend,
zo kunnen wij leven in zijn geest.
Verbonden met elkaar en met Hem,
bidden we samen het gebed dat Jezus ons gegeven heeft:
ONZE VADER

VREDESWENS
Laten we elkaar de vrede wensen.
Vrede en alle goeds.
VREDESLIED: Waar twee of drie mensen

UITNODIGING DEEL TE NEMEN AAN DE TAFEL VAN BROOD EN WIJN
Zoals Jezus het brood brak, zo doen wij dat ook.
Zoals Jezus de wijn deelde, zo doen wij dat ook.
Zo gaan wij met Jezus aan tafel.

Thomas, Phoebe, Silvana en Quensy,
mag jullie eerste communie  bewaard blijven in jullie hart,
opdat elke volgende keer  voelt als de eerste keer.
Wees welkom,  zoals elke mens zich welkom
mag weten aan de tafel van Jezus.
LIED: Wij leven op aarde

ZEGENWENS
Laten we het feest mee naar huis nemen,
en blijven vertrouwen op het leven,
zodat een nieuwe wereld komen zal,
waar onze gezichten stralen van vreugde,
onze harten zingen van dankbaarheid,
onze voeten dansen van geluk,
in nabijheid van onze God, die we noemen,
De Vader, de Zoon en Heilige Geest.
Amen.

SLOTLIED: Dat een nieuwe wereld komen zal

 

Plaats een reactie