OPENINGSLIED Za| Zo dit huis is een huis
25 en 26 augustus 2018
Voorganger: Franneke Hoeks
Zondag: koor Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers
Muzikale ondersteuning: Coby Wagenaars
WELKOM
Wat fijn om u, om jullie allemaal te mogen begroeten. Of je hier nu iedere week zit, af en toe aan komt waaien of hier misschien voor het eerst bent fijn dat u, dat jij of jullie dit uur met ons willen doorbrengen. Afgelopen maandag zijn de scholen hier weer begonnen en is de zomervakantie officieel voorbij. Het is nog steeds lekker weer en wie weet gaat u nog op vakantie, maar toch is het gewone leven is weer begonnen. Wij merken dat hier doordat onze koren er weer zijn. Vandaag Melodiek en volgende week is de Cantorij er weer. Fijn dat jullie er weer zijn om met ons te zingen.
Regelmatig naar de kerk gaan heeft iets wonderlijks en velen iets onbegrijpelijks. We trekken naar een bekende plek, ontmoeten daar nagenoeg dezelfde mensen, luisteren naar verhalen die van generatie op generatie werden doorgegeven en maken deel uit van vertrouwde rituelen. Niks nieuws onder de zon, zo lijkt het. De vanzelfsprekendheid die iets in zich draagt wat niet te begrijpen is. Daar zal deze viering over gaan.
Voordat we gaan luisteren naar de verhalen van vandaag, zoeken we samen de stilte op. Het rumoer van alle dag verstomd hier even. In de stilte maken we ruimte voor het onbegrijpelijke.
GEBED
Eeuwige, vertrouwd en onbegrijpelijk, als gij zijt, wees dit uur bij ons. Laat waaien uw geest als frisse bries die ons meeneemt, even, naar die ongrijpbare werkelijkheid van overvloed, vrede en gerechtigheid. Amen.
ACCLAMATIE za Geest die vuur en liefde | Zo Alles wacht op u vol hoop
EERSTE LEZING 2 Koningen 4, 42-44 Op een keer kwam iemand uit Baäl-Salisa Elisa opzoeken. Hij bracht twintig gerstebroden voor de godsman mee, gebakken van meel uit de nieuwe oogst, en een zakje vers graan. Elisa droeg zijn bediende op dit als maal aan de profeten voor te zetten. Toen de bediende protesteerde dat het beslist niet genoeg was voor honderd personen, zei Elisa nogmaals: ‘Zet het de profeten voor, ze zullen er een maaltijd aan hebben. Want dit zegt de Eeuwige: Ze zullen ervan eten en nog overhouden ook.’ Toen zette zijn bediende het de profeten voor, en zij aten ervan en hielden nog over, zoals de Eeuwige had gezegd.
LIED za Gij komt tot ons waar niet verwacht (1e en 2e couplet) | Zo Die met ons deelt
TWEEDE LEZING: Marcus 8, 1-21
Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was, en ze niets meer te eten hadden, riep Jezus de leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij me en hebben niets meer te eten. Als ik hen met een lege maag naar huis stuur, zullen ze onderweg bezwijken; sommigen zijn immers van ver gekomen.’ Zijn leerlingen antwoordden: ‘Maar hoe zou iemand hen hier, in deze verlatenheid, van genoeg brood kunnen voorzien?’ Hij vroeg hun: ‘Hoeveel broden hebben jullie?’ ‘Zeven,’ antwoordden ze. Hij zei tegen de mensen dat ze op de grond moesten gaan zitten; hij nam de zeven broden, sprak het dankgebed uit, brak de broden en gaf ze aan de leerlingen om ze aan de mensen uit te delen, en dat deden ze. Ze hadden ook een paar kleine vissen bij zich; hij sprak er het zegengebed over uit en zei dat ze ook de vissen moesten uitdelen. De mensen aten tot ze verzadigd waren; de leerlingen haalden op wat er van het eten overschoot: zeven manden vol. Er waren ongeveer vierduizend mensen. Toen stuurde hij hen weg.Meteen daarna stapte hij met zijn leerlingen in de boot en voer naar het gebied van Dalmanuta. Daar kwamen de farizeeën op hem af, en ze begonnen met hem te discussiëren. Om hem op de proef te stellen, verlangden ze van hem een teken uit de hemel. Jezus slaakte een diepe zucht en zei: ‘Waarom verlangt uw soort mensen een teken? Ik verzeker u: aan mensen als u zal zeker geen teken gegeven worden!’ Hij liet hen staan waar ze stonden, stapte weer in de boot en voer naar de overkant.De leerlingen waren vergeten genoeg brood mee te nemen; ze hadden maar één brood bij zich in de boot. Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ Ze hadden het er met elkaar over dat ze geen brood hadden. Toen hij dit merkte, zei hij: ‘Waarom praten jullie erover dat je geen brood hebt? Begrijpen jullie het dan nog niet, en ontbreekt het jullie aan inzicht? Zijn jullie dan zo hardleers? Jullie hebben ogen, maar zien niet? Jullie hebben oren, maar horen niet? Weten jullie dan niet meer hoeveel manden vol stukken brood jullie hebben opgehaald toen ik vijf broden brak voor vijfduizend mensen?’ ‘Twaalf,’ antwoordden ze. ‘En toen ik zeven broden brak voor vierduizend mensen, hoeveel manden vol stukken brood hebben jullie toen opgehaald?’ ‘Zeven,’ antwoordden ze. Toen zei hij: ‘Begrijpen jullie het dan nog niet?’
ACCLAMATIE Za Zo Wat eeuwen her begonnen is
OVERWEGING
Voor ik op vakantie ging las ik deze verhalen even door en ik dacht ik even he, dit verhaal over de broodvermenigvuldiging hebben we toch net gehoord. Ja dat klopt. De eerste viering van de zomerperiode, een viering waarin Maria van den Dungen voorging, luisterende we ook het verhaal van de broodvermenigvuldiging. Marcus, zijn evangelie volgen we dit jaar, vertelt inderdaad twee keer hetzelfde verhaal maar net een beetje anders. Dat kan geen toeval zijn. Het gaat hier om iets wezenlijks.
Als ik zeg ‘brood vermenigvuldiging’ is de kans groot dat u meteen denkt of antwoordt “vijf broden en twee vissen”. In deze versie gaat het om andere getallen. Een menigte van vierduizend mensen, zeven broden, een paar visjes en zeven manden die overblijven.
Zeven is geluksgetal. Mythen en legenden staan er vol mee. Denk aan Rome gebouwd op zeven heuvels, een regenboog met zeven kleuren wie de getallen van de tegenovergestelde vlakken van een dobbelsteen optelt komt op het getal zeven uit. Ook in de bijbel is zeven een bijzonder getal. Zeven staat voor compleetheid. Het geeft aan dat iets af is en niet beter kan worden. Zeven is het getal van volheid.
Ook de setting van dit tweede verhaal is anders dan het eerste. Het eerste verhaal speelt zich af in een groene heuvel en in dit verhaal lijkt Jezus zich op zijn Joodse medebroeders en zusters te richten. Dit tweede verhaal speelt zich in een uithoek af want Jezus was op reis. De verandering van omgeving, doet vermoeden dat hier vreemdelingen, niet-joden betrokken waren. Zeven is het getal van de volken rondom Israël en zeventig het getal van alle volkeren op aarde. Jezus zoekt de grens op en lijkt hier te zeggen: ‘Lieve mensen, ik ben er niet alleen voor mijn eigen volk, maar ik ben er voor iedereen.’ Als e op de lijn van de getallen doordenken zou vierduizend zou kunnen staan voor de vier windstreken. Wat ik de vertellen heb doet ertoe voor alle mensen, lijkt Jezus te zeggen.
In dit verhaal neemt Jezus bovendien het initiatief terwijl hij in het eerste verhaal zijn leerlingen opport en uitdaagt. Nu voelt Jezus zich heel duidelijk zelf aangesproken. Drie dagen waren deze mensen al bij hem. Drie dagen zonder eten en drinken. Een soort festival waar geen catering is. Blijkbaar waren de verhalen die Jezus daar vertelde zo bijzonder, dat drie dagen voorbijvlogen. Maar ook een festival duurt niet eeuwig en zonder voedsel overleven deze mensen de reis naar huis niet. Daar moet wat aan gedaan worden. En ach de leerlingen… de leerlingen, die zijn zoals ik, zoals wij, denkend vanuit het ja maar. Ja maar er is niet genoeg! Ja maar hoe moet dit. Ja maar dit kan gewoon niet! En dan hoor ik hem, Jezus, tussen de regels door zuchten. Begrijpen jullie het dan niet?
Leerlingen die vanuit hun eigen rijke geschiedenis de verhalen kennen van manna uit de hemel, van profeten die kleine beetjes brood met 100 anderen delen en overhouden ook. En dan deze Rabbi, je vriend, je leraar die betwijfel je? Omdat in het verhaal van Jezus geloven nog niet zo simpel is.
Ook de farizeeën gaan het gesprek met Jezus aan en vragen bewijs. Geef ons een teken! Een vraag om tastbaar bewijs dat God op zijn hand is. Maar Jezus ziet verbondenheid met God. God is niet iets of iemand die een niet mis te verstaan teken geeft. God is niet degene die als een soort Hans Kazan pijn, verdriet, onrecht laat verdwijnen. God zo iets anders in de beleving van Jezus…. In de bevraging van de farizeeën klinkt weer een diepe zucht van Jezus.
En weer op reis gaat het gezelschap. En die leerlingen…ze zijn brood, voedsel vergeten. En alsof ze niet twee wonderbaarlijke maaltijden hebben meegemaakt, er ontstaat paniek. Er is geen eten. En weer een zucht…. Begrijpen jullie het niet?
Geloven is voor mij ook een groot deel niet te begrijpen. Geloven is onbegrijpelijk. Een klein beetje delen met heel veel anderen en er dan op vertrouwen dat het wel goed zal komen, dat is nogal wat. Dat is met recht een sprong in het duister. En hoe vaak ik deze verhalen ook gehoord heb of zelf mag doorvertellen. Ik weet niet of ik het zou durven als het puntje bij paaltje zou komen. Met één krentenbol de wachtende treinreizigers te eten geven. Met één flesje water dat groepje festivalgangers te drinken geven. Mensen vragen geld te geven aan kennissen op Lesbos, die daar onder de vluchtelingen proberen te doen wat nodig is. Wie dat soort dingen doet, lijkt wel gek want ja maar….het kan niet, het is niet genoeg, het heeft geen zin. En toch is dat wat Jezus van ons vraagt. Durf! Doe! Zonder tekens. Zonder garanties. Zonder zekerheid. Keer op keer een sprong in het diepe en de worsteling aangaan met dat diepe ja maar. Is dat niet wat we hier als geloofsgemeenschap proberen te zijn, een groep mensen die gelooft in dat ongelofelijke, dat onmogelijk lijkt. Een groep die ook haar eigen grenzen oprekt en ruimte biedt aan anderen die er niet vanzelfsprekend bij horen. Gelukkig zijn we daarin niet alleen. We doen het samen. Samen doen we wat we niet begrijpen. Samen wordt het onmogelijke mogelijk.
GELOOFSLIED za Wat altijd is geweest | zo Tijd van vloek en tijd van zegen
KLAARZETTEN VAN DE GAVEN | MUZIEK
VOORBEDE
Barmhartige God we bidden tot jou voor slachtoffers van seksueel misbruik in de kerken. Dat instituten en hoogwaardigheidsbekleders niet zeggen “ja maar”, maar zorgen dat misbruik wordt aangeklaagd en stopt. Jij die onze gedachten raad
Goede God we bidden tot jou voor al die mensen, verspreid over landen, geloven en culturen die keer op keer het onmogelijke waarmaken door zich te blijven inzetten voor een betere wereld. Jij die onze gedachten raad
Levende God, we bidden tot jou om aandacht te vragen voor onze aarde. Dat wij en anderen met liefde en tederheid zorgdragen voor jouw schepping. Jij die onze gedachten raad
Lieve God, we bidden tot jou voor onze eigen zorgen, dat wat we meenemen in ons hart. We vragen aandacht voor wat is opgeschreven in dit intentieboek.
We vragen jouw tederheid ieder die ziek is. In jouw licht staan we stil bij mensen die niet meer onder ons zijn. Mensen die we missen. Mensen die we ons blijven herinneren.
za Jij die onze gedachten raad | zo Gedenk ons hier bijeen
TAFELGEBED
God, Jij die voor ons onbegrijpelijk bent, wees aanwezig in ons midden en laat waaien jouw geest. Niet in grote tekens ben jij maar in het kleine, het onzienlijke het onmogelijke.
Jij spoort mensen aan om te dromen, te durven, te doen.
Zo sprak jij door Jezus tot ons. Hij was een mens zoals jij bedoeld had, Hij leefde onder de mensen, doorbrak grenzen en droomde van nieuwe mensen die, één van geest en één van hart, zich geroepen wisten tot elkaars geluk.
Op die ene avond, toen hij wist wat er komen ging, nam hij het brood in zijn handen, sloeg zijn ogen op naar jou, sprak een dankgebed uit, brak het brood en deelde het met zijn leerlingen als teken van oneindige liefde, in de hoop dat zij dit gebaar begrepen en zouden doorgeven.
Zo nam Hij ook na de maaltijd de beker in zijn handen.
Hij sprak opnieuw woorden van dank gaf de beker de mannen en vrouwen om hem heen. ‘Neem deze beker en drink hieruit, laat zo zien dat verbondenheid geen grenzen kent.
In zijn Geest willen wij leven, brekend en delend, vertrouwend op zijn goedheid en liefde, alle dagen van ons leven. Laten we samen die wereld van verbondenheid, goedheid en liefde zichtbaar maken door samen te bidden de woorden die Jezus ons geleerd heeft.
ONZE VADER | VREDESWENS
VREDESLIED za Geef mij kracht| zo Da Pacem Domine
COMMUNIE
LIED Za Geef ons Vrede (CD) | zo Brood zal ik u geven
GEBED
Eeuwige, we willen dankzeggen voor brood en wijn die we deelden met elkaar. Brood en wijn Te weinig en tegelijk overvloed, dat is jouw lieve zacht kracht hier aanwezig. Amen.
MEDEDELINGEN
SLOTGEDACHTE
Op een koude avond stond een kleine jongen kou te leiden op straat. Niemand merkte hem op omdat iedereen druk was met zijn eigen zaken. Op een gegeven moment zag een jonge vrouw hem. Ze twijfelde geen moment. “Heb je honger? Dorst?” Ze nam hem mee naar een café. Kocht een broodje en warme chocomel. Toen ze weer buiten stonden vroeg het jongetje aan haar; “Mevrouw bent u God?” “Nee” lachte de jonge vrouw. “Ik ben een van zijn kinderen”. ‘Ik dacht al dat jullie familie waren.’ zei de jongen.
ZEGENWENS
God zendt ons nu dan op weg als mensen die geloven,
die banden kunnen smeden, die grenzen overschrijden,
die mildheid kunnen brengen, die troosten en nabij zijn,
die vreugde kunnen geven, die naaste durven zijn. Zend ons dan nu op weg als mensen die vertrouwen, de toekomst tegemoet.
in de naam van de Eeuwige die we noemen
vader, moeder, zoon en heilige geest. Amen
SLOTLIED za Een wereld vol mensen zo Dat een nieuwe wereld komen zal