Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

13 oktober 2024
Voorganger: 
Franneke Hoeks | Lectoren  Maria Claessens & Fiet Vreeburg
koor: Melodiek
o.l.v. Marcel van der Maeden|  Pianist Coby Wagemans

OPENINGSLIED Dit huis vol mensen

Welkom
We horen vandaag verhalen over armen en rijke. In de Bijbelse traditie gaat het vaak over armen en de boodschap om aandacht te hebben voor wie minder hebben is een rode draad door het joodse en christelijke  geloof. Armen zullen altijd bij u zijn horen we vandaag in de eerste lezing. Een uitspraak die we liever niet horen want hoe graag zouden we willen dat armoede de wereld uit zou zijn. De eerste lezing gaat over mogelijkheden om gevolgen van armoede te verzachten. In de tweede lezing gaat het over rijkdom en de onmogelijkheden die rijkdom met zich meebrengt. Het klinkt misschien een beetje cryptisch, maar ik hoop dat we aan het einde van dit uur gesterkt en geïnspireerd naar huis mogen gaan.


Aan het begin van onze viering steken we de paaskaars aan. Dat licht staat symbool voor hoop, groei en lichter leven. Ook de vredeskaars blijven we branden omdat we zo verlangen naar vrede op al die plekke waar oorlog en geweld nu regeren.

GEBED God, van alle mensen, jouw droom over ons wordt waar als wij niet de grootste willen zijn, maar ons inzetten voor de anderen. Open ons hart voor jouw Woord en geef ons een krachtig geloof, opdat jouw liefde en trouw zichtbaar worden in onze woorden en onze manier van leven. Maak ons tot mensen die onze schouders niet ophalen, maar keer op keer het goede willen en het goede doen. Amen.
Acclamatie :  Herschep ons hart

1E LEZING   Deuteronomium 15,1-11
Elk zevende jaar moet u algemene kwijtschelding verlenen. Dat houdt het volgende in: elke schuldeiser moet iedereen die iets van hem heeft geleend zijn schuld kwijtschelden; hij mag zijn volksgenoot, zijn broeder, niet tot afbetaling dwingen, want de kwijtschelding is afgekondigd in de naam van de Eeuwige. Van een buitenlander mag u wel betaling vorderen, maar wat u van een volksgenoot tegoed hebt moet u kwijtschelden. Overigens zal niemand van u in armoede leven, zozeer zal de Eeuwige u zegenen in het land dat Hij u in bezit zal geven, tenminste, als u Hem gehoorzaamt en de geboden die ik u vandaag voorhoud zorgvuldig naleeft; dan zal de Eeuwige uw God, u zeker zegenen, zoals Hij beloofd heeft. U zult aan veel volken leningen verstrekken, maar zelf hoeft u niet te lenen. U zult over veel volken macht uitoefenen, maar zij niet over u.
Zou er in een van de steden in het land dat de Eeuwige, uw God, u zal geven toch iemand uit uw eigen volk gebrek lijden, dan mag dat u niet koud laten. U mag uw hand niet op de zak houden, maar u moet diep in de buidel tasten en hem lenen zo veel als hij nodig heeft. Wees niet zo laaghartig om bij uzelf te denken: Het zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, komt eraan – waardoor u de ogen sluit voor de ellende van uw volksgenoot en hem met lege handen laat gaan. Als hij dan de Eeuwige zijn nood klaagt om wat u hem hebt aangedaan, zal het u als zonde worden aangerekend. Geef hem dus ruimhartig en zonder spijt, en de Eeuwige uw God, zal u erom zegenen in alles wat u doet en onderneemt. Armen zullen er altijd zijn bij u. Daarom gebied ik u vrijgevig te zijn tegenover iedereen in uw land die in armoede leeft of er slecht aan toe is.
Lied  Goed is dat je niet doet wat slecht is

2E LEZING Marcus 10,17-31
Toen Jezus zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, behalve God. U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef de opbrengst aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom daarna terug en volg Mij.’ Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.
Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ Petrus nam het woord en zei: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten om U te volgen!’ Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zussen, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van Mij en het evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zussen, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’
Acclamatie Wie zijn leven niet wil geven

OVERWEGING 
Met mij gaat het oké, financieel gezien. Ik heb, op een hypotheek na, geen schulden, verdien aardig en heb een redelijke spaarpotje. Deze dame heeft haar zaakjes best goed voor elkaar. Ik zou me niet rijk willen noemen, maar besef dat rijk-zijn ook een kwestie is van perspectief.  Mensen die op dit moment in de schuldsanering zitten zouden mij best wel eens als rijk kunnen bestempelen. Ik hoor in ieder geval bij de mensen die het goed hebben en zich over geld geen zorgen hoeven te maken. 
Vandaag gaat het over geld, over rijkdom/armoede en hoe zich dit verhoudt tot goed leven. We luisterden naar een tekst uit Deuteronomium. Dit hele boek wordt gezien als de afscheidsrede van Mozes. Het beloofde land is eindelijk in zicht voor het Joodse volk. Met zijn afscheidswoorden wil Mozes zijn mensen nogmaals duidelijk maken hoe ze straks dat  het samenleven in dat nieuwe land vorm moeten gaan geven. De verzen die we vandaag lazen zijn onderdeel van dat levensprogramma voor het joodse volk.
Begin elke zeven jaar met een schone lei:  alle schulden worden kwijtgescholden. De schulden blijven je niet de rest van je leven achtervolgen. Ik denk dat slachtoffers van de toeslagen affaire, of boeren die door hoge schulden het hoofd niet meer boven water kunnen houden een moord zouden doen voor een regering die hier serieus over na zou denken.
De woorden uit Deuteronomium zijn bedoeld om het Joodse volk een goed uitgangspunt van leven te geven: richtlijnen voor een nieuwe, nog op te bouwen samenleving. Het klinkt hard dat buitenlanders uitgesloten worden van deze kwijtschelding maar als we ons proberen voor te stellen dat deze regels bedoeld waren om de groep bij elkaar te houden, is het misschien iets begrijpelijker. Wij zouden het anno 2024, waarschijnlijk niet zo zeggen omdat onze levens, onze welvaart inmiddels een wereldwijd systeem is.  De kwijtschelding van schulden iedere zeven jaar zorgde ervoor dat er binnen de joodse samenleving voor dat er geen  al te grote verschillen wat betreft rijkdom konden ontstaan. Dat mensen iedere zeven jaar weer met een schone lei kunnen beginnen.  Dat was de gedachte. Toch horen we een paar regels later dat er ook toen armoede was. Geef dan met gulle hand en sluit je ogen niet voor de ellende van je volksgenoot. Die zorg voor de armen is een rode draad die door de Bijbelse geschiedenis loopt. Zorg voor armen. Zorg voor vluchtelingen. Dat is je naaste liefhebben! Dat is goed leven.
Dat schulden regelmatig  worden kwijtgescholden als basis voor een rechtvaardige samenleving. Dat is mooi voor als je schulden hebt, maar is het dan niet onaantrekkelijk om geld uit te lenen? En hoe voelt dat voor hard werken voor hun geld?
Jezus is bij uitstek iemand die vaak aan de randen van de samenleving te vinden is. Die oude regels van zorg voor de arme, voor de vreemdeling staan in zijn ziel gegrift. Jezus is geen wetgever, hij is niet iemand die de economie wil reguleren. Maar hij staat er bij stil wat het met iemand doet om rijk te zijn. De man die voor Jezus op de knieën valt is iemand die zich aan alle wetten en regels houdt. Wat moet ik nog meer doen om deel te hebben aan het eeuwige leven, om thuis te zijn in dat visioen van God. Nou staat Jezus er niet om bekend onder de indruk te zijn van mensen die de regels en wetten naar de letter volgen.   Zijn advies aan deze man: verkoop wat je hebt en verdeel het onder de armen. Oeps dat is nogal een opdracht.
Toen ik dit verhaal las moest ik denken aan het boek  Armoede uitgelegd aan mensen met geld van journalist Tim S’Jongers. Tim ’S Jongers groeide op in armoede, ging uiteindelijk studeren, deed onderzoek naar armoede en doet nu beleidsvoorstellen om het tegen te gaan. Hij schreef deze spoedcursus armoede voor mensen met geld. Want  in een land geregeerd door welvarende, hogeropgeleide mensen wordt op een beperkte en soms zelfs schadelijke manier naar armoede gekeken. Dat armoede je eigen schuld is. Dat je met hard werken wel uit de armoede komt. Dat armen mensen gewoon foute keuzes maken. 
Jezus zegt zijn leerlingen dat het voor rijke mensen moeilijk is om hek rijk van God binnen te gaan. Misschien om dat ze niet kunnen begrijpen wat armoede doet, hoe armoede werkt. Het tot in de vezels van een samenleving recht zetten wat krom is, is voor mensen met geld, macht, aanzien bijna onmogelijk lijkt Jezus hier te zeggen. Terwijl mensen met geld, macht, aanzien het wel voor het zeggen hebben en het beleid bepalen.
Ik voel me verwant aan de man die terneergeslagen weggaat. Ik zou het ook niet kunnen denk ik. Alles weg geven wat van mij is, alles wat ik heb.   Alhoewel… het is maar de vraag of alles wat ik heb, baan, opleiding, inkomen, perspectief ook louter mijn eigen verdienste is. Omdat mijn ouders (de familie van mijn vader) het goed hadden, had mijn vader een goede start in het leven, had ik het goed, hadden mijn kinderen het goed en zullen de mijn kleinkinderen, en hun kinderen het naar alle waarschijnlijkheid ook goed hebben. Hoe anders is het als je in armoede opgroeit. Ook armoede is vaak iets van generaties.
Wat me raakt in het verhaal is dat Jezus de man liefdevol aankijkt. Jezus lijkt bij voorbaat te weten dat wat hij gvraagt, niet gaat gebeuren. Hij kent deze mens, hij kent ons, beter dat hij zichzelf of wij onszelf kennen. Alles wegschenken, weggeven is voor ons mensen bijna onmogelijk. We hebben behoefte aan een vangnet in het leven en mogen ons gelukkig prijzen als we dat hebben.
Nu weet ik ook niet of het weggeven van je bezit de oplossing is, of dat het rijk van God dichterbij zou brengen, of dat de armoede kloof zou dichten?  Dat klinkt gemakkelijk want dan hoef ik niks te doen. Nee dat is denk ik ook niet aan de orde want Jezus daagt ons wel uit en schetst een wereld waar in het ongehoorde gebeurt. De laatsten zullen de eersten zijn.  Die wereld waarin geld en goed niet langer een vertrouwde levensverzekering zijn maar waarin verhalen van armen, vluchtelingen, Queer-mensen …. gehoord worden. Echt gehoord. Dan ontstaat een wereld omgekeerd. Een wereld zoals God die graag zou zien. Werk aan de winkel. Voor ieder van ons!
Geloofslied  De wijze woorden en het groot vertoon

TAFEL | COLLECTE| MUZIEK

VOORBEDE 

Bidden wij voor mensen die er niet meer in geloven dat het visioen van die wereld van eerlijk delen werkelijkheid kan worden. Dat zij kracht ontvangen en zich niet uit het veld laten slaan door momenten van ongeloof. Dat zij mensen ontmoeten die hen weer op weg helpen.

Jij die onze gedachten raadt

Bidden we voor mensen die bij ons hun toevlucht zoeken, vreemdelingen, vluchtelingen, ontheemden, asielzoekers, gescheiden mensen en mensen met een seksuele diversiteit.
Dat zij zich beschermd weten in onze samenleving en dat zij voelen dat ze mensen zijn om van te houden.

Jij die onze gedachten raadt

Bidden wij voor onszelf en onze geloofsgemeenschap. Dat wij onze schouders niet ophalen maar kritisch blijven kijken naar hoe we in het leven staan en daar waar het kan doen wat nodig is.

Jij die onze gedachten raadt

Bidden wij voor wat er leeft in ons hart. Het verdriet, de pijn, de vreugde, het gemis. We bidden voor wie ziek zijn en niet naar hier kunnen komen, dat zij de verbondenheid met ons mogen ervaren. We bidden voor onze lieve doden. Zij blijven met ons verbonden over de grenzen van tijd en ruimte heen.

Koester de namen

TAFELGEBED

Jij die genoemd wordt ‘God van mensen’.  Jij bent geen ander  dan die gezegd heeft: ‘Ik zal er zijn. Ik ken je hart. Ik roep je naam Ik zie je al van verre.’  Jij die het woord sprak, voordat wij konden antwoorden. Jij die ons kende eer wij geboren werden wij danken je  dat wij bestaan voor Jou en voor elkaar vanaf het begin. Jij bent met ons op weg gegaan als een vuur, niet te blussen, als leven niet te stuiten. Je bent gezocht, gevonden,  doorverteld, beleden en gevierd. In EEN mens heb je, meer dan ooit, laten zien  hoeveel je van ons houdt: in Jezus van Nazareth,  kind van belofte, sprekend Jezelf. Zijn licht is door de blinde gezien Zijn woord door de dove gehoord. Van Hem getuigen de profeten dat Hij leerde met gezag. Zijn woord bracht leven. Ook hem danken wij omdat Hij ons uitzicht gaf, een weg om samen te gaan.
In groot vertrouwen heeft Hij geleerd en voor­geleefd hoe mensen kunnen zijn toen Hij op de laatste avond afscheid van zijn vrienden nam. Hij nam brood in zijn handen, brak het in stukken en deelde het uit. Hij zei: Hier,  neem en eet, proef van het leven,  gebroken voor ieder van jullie, als voorbode  dat je eens met mij  weer verenigd zult zijn aan èèn tafel.Hij nam de beker,  ze­gende die en reikte hem over met de woor­den: Neem deze beker van mij over,  deelt hem sa­men,  het is mijn liefde  vergoten voor jullie. Doe wat ik heb gedaan  en vergeet mij niet.Wij vieren zijn hoop op leven in ons hart neergelegd. Zijn geloof,  dat God zich vinden laat voor ieder die oprecht Hem zoekt; Laat ons daarom doen wat Hij gedaan heeft en bidden  zoals Hij gebeden heeft.
ONZE VADER
VREDESWENS  | VREDESLIED Dona nobis pacem

BROOD EN WIJN

LIED  Die met ons deelt  

GEBED/STILTE

MEDEDELINGEN

SLOTGEDACHTE – Zonder één centEen rijk man was in zijn leven erg gierig geweest. Toen hij moest sterven had hij één grote wens: ‘Leg al mijn geld bij mij in de kist.’ Dat deed men. Wat later kwam de rijke man in de hemel. Hij zag daar een tafel met de heerlijkste gerechten. Omdat hij honger had vroeg hij ‘Wat kost die lekkere vis?’ ‘Eén cent’, was het antwoord. ‘En wat kost dat brood? Dem dat vlees en die drank?’ Steeds was het antwoord hetzelde:  ‘Eén cent’. ‘Wat goed,’ dacht hij ‘dat ik zoveel geld heb meegenomen. Het is allemaal erg goedkoop.’ En hij gaf één cent aan de verkoper. Die bekeek de cent nauwkeurig.  ‘Sorry,’ zei hij, ‘daarmee kun je hier niet betalen. Wij nemen alleen geld aan dat je aan anderen hebt weggegeven.’
Uit: Een parel voor elke dag.

ZEGENWENS
Moge God ons zegenen met onrust
over gemakkelijke antwoorden
halve waarheden, oppervlakkige reacties
zodat er diepgang is in onze harten.
Moge God ons zegenen met boosheid
over onrechtvaardigheid
onderdrukking en uitbuiting van mensen
zodat we werken voor rechtvaardigheid en vrede.
Moge God ons zegenen met tranen
die we plengen voor hen die lijden
door pijn, verstoting, honger en oorlog
zodat we onze handen zullen uitstrekken tot troost.

En moge God ons zegenen met zoveel
dwaasheid dat we geloven
een verschil te kunnen maken in deze wereld
zodat we doen waarvan anderen zeggen
dat het onmogelijk is!

SLOTLIED Wie ten einde toe (43)

Plaats een reactie