San Salvatorgemeenschap 18-19 oktober 2014
Over strikvragen gesproken…
Voorganger: John Parker
Zondag mmv de Cantorij.
Openingslied za:De vreugde voert ons – zo: Kom in mij
Inleiding
Van harte welkom aan iedereen, wie je ook mag zijn, waar je ook vandaan komt, wat je ook mee draagt van geluk, van verdriet, van hoop.
Hier komen we bijeen, om elkaar te ontmoeten, om naar de Geest te luisteren, die ons samen brengt. Om met elkaar te delen, om zo verder te gaan met ons leven, zoals Paus Franciscus het schreef, in liefde en vreugde.
Welkom dus, in solidariteit met elkaar en met de werelden waarin wij leven. Welkom, in solidariteit met de Eeuwige, die bij ons is als wíj samenkomen: kinderen van God, kinderen van mensen. Mensen van geloof, van twijfel, van vragen, van hoop. Laten wij bidden.
Gebed
God van alle mensen, wij worden geroepen om te getuigen van vreugde, vrede en liefde. Wij hebben net ‘ja’ beantwoord op die uitnodiging en komen hier nieuwe krachten op te doen. Wij brengen onze zorgen hiernaartoe, onze vragen, ons hoop ook. Wees hier aanwezig onder ons, in ons; wees bij ons en neem ons samenzijn voor lief en waar. Amen.
Na bezinning za: Wat eeuwen her begonnen is – zo: Dit ene weten wij
1e lezing: uit Jesaja 45, (1-7)
Dit zegt de HEER tegen Cyrus, zijn gezalfde, die hij bij de rechterhand neemt, aan wie hij volken onderwerpt, voor wie hij koningen ontwapent, voor wie hij deuren opent – geen poort blijft gesloten:
Ik zal voor je uit gaan, ik zal ringmuren slechten, bronzen deuren verbrijzelen, ijzeren grendels stukbreken. Ik zal je verborgen schatten schenken, diep weggeborgen rijkdommen. Dan zul je weten dat ik de HEER ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept. Omwille van mijn dienaar Jakob, van Israël, dat ik heb uitgekozen, heb ik je bij je naam geroepen en je met een erenaam getooid, ofschoon je me niet kende.
Ik ben de HEER, er is geen ander, buiten mij is er geen god. Ik heb je omgord met wapens, ofschoon je me niet kende. Zo zal iedereen, van oost tot west, weten dat er niets is buiten mij. Ik ben de HEER, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet. Lied za: Hoort hoe God met mensen omgaat – zo: Gij die ’t sprakeloze bidden hoort
2e lezing: Mattheüs 22, (15-22)
Nu trokken de farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze hem met een uitspraak in de val konden lokken. Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal herodianen naar hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. We weten dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen, u kijkt immers niemand naar de ogen. Zeg ons daarom wat u vindt: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet?’ Maar Jezus had hun boze opzet door en zei: ‘Waarom stelt u me op de proef, huichelaars? Laat me de belastingmunt zien.’ Ze reikten hem een denarie aan. Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’ Ze antwoordden: ‘Van de keizer.’ Daarop zei hij tegen hen: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ Ze waren zeer verbaasd toen ze dit hoorden. Ze lieten hem staan en gingen weg.
Acclamatie za: Oren en ogen gaan open – zo: Blijf niet staren
Overweging
Ons verhaal uit het evangelie is het begin van een reeks gesprekken tussen Jezus en de leiders van de verschillende partijen binnen de joodse gemeenschap van Jeruzalem. Daar bevindt hij zich, de laatste etappe van zijn weg. Een gevaarlijke plaats voor een profeet, voor een leraar, voor iemand die vragen stelt aan de bevestigde orde.
Het zijn beleefde gesprekken, maar wel waar de partijen erop uit zijn om te winnen. Een soort televisie debatten tussen politieke partijen…In ons Schriftverhaal vandaag komen er volgelingen van de joodse koning Herodes in gesprek met Jezus. Later treden de farizeeën en de sadduceeën op: de religieuze kant van de samenleving. Vandaag zien we de politici, die proberen Jezus in hun team te krijgen. Je zou het als zo kunnen zien. Deze mensen hebben horen vertellen wat Jezus allemaal gezegd en gedaan heeft; hij lijkt voor geen politieke partij gekozen te hebben. Het is nu tijd om hem binnen hun partij te halen.
Een eenvoudige vraag over belasting, maar wel met een verborgen kern. Ben jij voor de Romeinen de bezetters, of ben jij er tegen? Ben je voor ons of tegen ons?
Hoe vaak hebben vragen niet een verborgen boodschap? Winkel je bij Albert Heijn of bij de Aldi? Lees je Trouw of de Telegraaf? Kijk je naar de NPS of naar RTL? Ben je voor Ajax of voor PSV? En door je antwoord wordt je door sommigen meten bij een bepaalde soort mensen geplaatst. Je krijgt sowieso een etiket op je geplakt. En je wordt uitgenodigd en opgezocht of je wordt vermeden als een besmettelijke ziekte.
Onze eerste lezing laat ons zien hoe God handelt, in de ogen van de profeet Jesaja. Het volk van Israël is in ballingschap, maar er komt een redder. Een onverwachte redder; zij zullen vrijgelaten door de koning Cyrus, van Perzië, die hen in ballingschap, in slavernij houdt. Geraakt door de genade van de Heer, hij zal Israël terug laten gaan naar hun land, naar Jeruzalem. Lang gezien als vijand, als een slavendrijver, hij zal ze vrijlaten. Hij is het niet die Israël verwachtte. Voor de profeet gebruikt de Heer wie hij wil om zijn volk te leiden, om de geschiedenis te sturen. In dit geval, een buitenlandse, niet-joodse koning.
In ons geval, ja, ons. Wij worden uitgenodigd om mee te werken aan de voltooiing van de schepping. Een mooi opdracht, dat wij samen en samen met anderen mogen volbréngen. Ongeacht wie ze zijn, ongeacht in welke God zij geloven, ongeacht welke politieke partij ze steunen.
Ik heb deze afgelopen week het boek van paus Franciscus gelezen, “De vreugde van het evangelie”. Dit in verband met de gespreksgroepen die zich hiermee bezig houden. Er zijn delen van het boek die herinneren aan eerdere pauselijke documenten: vrij zwaar, in een taal die niet altijd even gemakkelijk is. Maar andere delen zijn goed te lezen en geven een verfrissend blij op het christen-zijn. Open staan, eerlijk zijn voor jezelf en voor anderen, naast zijn, je inzetten voor de kleinen, de armen, zoals je voorbeeld Jezus van Nazaret heeft gedaan.
Ons evangelieverhaal vandaag eindigt met de woorden van Jezus: Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort. Woorden die mij altijd als verwarrend klinken. Je kunt deze woorden om verschillende manieren vertalen> Je kunt ze zien als een verdeling tussen de wereld en de spirituele kant van het leven. Maar ik kan mezelf niet in twee splitsen. Mijn geloof, mijn zoektocht, mijn twijfels, mijn vragen: dit ben ik, en ik kan mijn leven niet verdelen: een deel voor mezelf als burger, een deel voor mezelf als christen, een deel voor mezelf als lid van een familie, van een buurt. Het christen-zijn kleurt alles wat ik doe, kleurt wie ik ben.
De woorden van Jezus zijn dan misschien alleen een manier om de strikvraag te ontwijken. Om zich niet vast te leggen in een bepaalde partij, maar om open te blijven voor iedereen die hij ontmoet op zijn weg.
Geloofslied: Hij die gesproken heeft
Voorbede: Gij die uw naam hebt uitgeroepen in ons gezicht
God van leven, wij bidden: dat wij niet onverschillig zijn,
of alleen maar kritiek en afkeuring laten horen over ontwikkelingen om ons heen.
God van leven, wij bidden: dat wij anderen die nieuwe ideeën hebben
of die andere wegen begaan, niet afremmen; mogen wij hen aanmoedigen in hun zoeken.
God van leven, wij bidden: dat wij geen woorden spreken
die anderen pijn doen of buitensluiten; mogen wij altijd proberen positief en vreugdevol naar anderen te kijken.
God van leven, wij bidden: intenties: voor onszelf, voor zieken, voor overledenen.
Tafelgebed
Jij, liefdevolle God dichtbij gekomen in mensen hier willen wij bijzonder gedenken
die ene mens Jezus van Nazaret Jouw zoon geworden sprekend Jouw gezicht.
Waar hij was verdwenen kramp en koorts uit het lijf van mensen.
Waar hij was werd in Jouw naam de melaatse weer opgenomen in de kring
kreeg de blinde nieuwe ogen en gingen dovemans oren open.
Waar hij was verliet Jij Jouw hoge hemel en werd je een Vader en Moeder tegelijk
die leeft en medelijdt met mensen.
Waar hij was werd duidelijk wie Jij bent.
Hij was een man naar Jouw hart die niet dat moeilijke had van geleerden
die met letter en wet het leven verduisteren.
Dichtbij Jou op de top van de berg midden tussen ons mensen zag hij de wereld op zijn kop:
Zalig de armen van geest want je bent niet gelukkig om wat je bezit en je wordt niet rijk van wat je hebt.
Zalig die van wapens niet willen weten die de wereld winnen zonder geweld.
Zalig die de stilte liefhebben op zoek naar God: zij zullen Hem vinden in het diepste van hun hart.
In dit vertrouwen heeft hij van het leven afscheid genomen.
Hij nam brood zegende het, brak het en zei: Dit ben ik.
En ik beloof je dat je zult eten en drinken aan mijn tafel.
Neemt daarom en eet en belichaam samen wat ik heb voorgeleefd.
Hij nam de beker wijn zegende reikte hem over en zei:
Neemt deze beker van mij over en geef hem door aan elkaar:
dit is mijn bloedeigen leven dat ik met vreugde heb geleefd en gedeeld.
Doe wat ik gedaan heb en vergeet mij niet.
Bij zijn leven niet begrepen en in de steek gelaten is hij onweerstaanbaar
door de dood heen tot leven gekomen; is hij voor allen die hem zoeken
een zoon van God geworden de weg de waarheid en het leven.
Zo gedenken wij hem hier en bidden met de woorden die hij ons heeft gegeven:
Onze Vader
Vredeslied za: Vrede voor jou en alle goeds je vrienden – zo: Eeuwige, onzienlijke
Communielied za: Om warmte gaan wij een leven – zo: Irish blessing
Mededelingen
Slotverhaal: De grot
Er was eens een donkere grot die diep onder de grond lag, aan het oog onttrokken. Omdat hij zo diep onder de grond lag, was er nog nooit licht doorgedrongen. De grot had nooit licht gezien. Het woord ‘licht’ had geen betekenis voor de grot, die zich niet kon voorstellen wat ‘licht’ zou kunnen zijn.
Toen op een dag stuurde de zon een uitnodiging naar de grot om naar boven te komen en hem te bezoeken.
Toen de grot boven kwam om de zon te bezoeken, was hij stomverbaasd en verrukt, want de grot had nooit eerder licht gezien en hij kon gewoon niet over deze ervaring uit.
Als dank voor het feit dat de zon hem voor een bezoek had uitgenodigd, wilde de grot iets terugdoen en nodigde dus de zon uit om een keer naar beneden te komen om hem te bezoeken, omdat de zon nooit duisternis had gezien.
Zo brak de dag aan dat de zon omlaag kwam en hoffelijk in de grot werd binnengelaten.
En terwijl de zon de grot binnenging, keek hij heel belangstellend om zich heen, benieuwd hoe ‘duisternis’ eruit zou zien. Toen vroeg hij verwonderd aan de grot: “Waar is de duisternis?”
Zegen en wegzending
Slotlied: Jij die voor alle namen wijkt.