Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 26 maart 2016
Thema: Het licht komt terug | Paaswake
Voorganger: Franneke Hoeks
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Waarom zijn we hier?
Vanavond maken we de cirkel rond. Op witte donderdag vierden we de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. Gisteren, op goede vrijdag, stonden we stil bij het lijden en de dood van Jezus. Vanavond vieren we een feest van licht en bevrijding. Geen gemakkelijk feest als we denken aan de recente gebeurtenissen. Vanavond vieren we dat we niet zullen opgeven maar hoe dan ook ons zullen richten op het licht en leven. Vanavond vertellen mensen In alle windstreken elkaar verhalen over het eerste begin, over op weg gaan en opnieuw beginnen. Verhalen over hoe het leven vindt zijn weg, keer op keer.
Waarom is het zo donker?
Misschien moet het eerst donker zijn voordat je ten volle kunt beseffen wat licht en leven betekenen. Donker doet ons verlangen naar licht. Ergens diep in ons zit die gerichtheid naar het licht als een levensbehoefte. Donker is onbestemd, doods. In het donker kun je niet leven. Jezus werd in een graf gelegd, in duisternis gehuld. Het leek zo hopeloos verloren. En toch. . .
En toch?
Mensen zijn onverwoestbaar. Ook in donderste donker zoeken mensen elkaar op. Verdriet wordt gedeeld, verhalen worden verteld, herinneringen worden tastbaar. Samen kunnen we het donker aan. Samen wachten we op het de eerste stralen van de nieuwe dag. Samen met andere geloofsgemeenschappen in Den Bosch en samen met de dak- en thuislozen zien we uit naar het licht dat terugkomt. Als teken van onze gemeenschappelijke hoop werd vuur ontstoken op de Parade en namen we licht mee naar hier.

Gebed om licht
Eeuwige, die naam draagt Ik-zal-er-zijn,
ben bij ons als het donker is
en het zicht ontbreekt.
Donker hoort bij het licht.
Accepteer ons zoals wij zijn
met onze lichte en donkere kanten.
Leer ons vertrouwen op jou
Eeuwige die de naam draag Ik-zal-er-zijn.
Lied: In den beginne het woord

Laat ons dit uur maar ervaren dat donker overgaat in licht. Licht ons verwarmt en ons tot leven wekt.
Laat ons gaan luisteren naar dat verhaal over onze oorsprong, het verhaal over God en zijn schepping, over de mens en zijn weg door het donker naar het licht

Hoe alles begon: Naar Genesis
Ooit, aan het begin van de tijd, zweefde er door het heelal een kale wereldbol met niets erop of eraan. Niets. Er was zelfs geen wind om over dat niets te waaien, geen zon om het te verwarmen, geen water om in te baden of kom om van te rillen. Niets. Totaal niets. Maar vooral: het was er aardedonker, zoals onder in een lade of aan het eind van een gang.
Toen besloot God het licht uit te vinden en hij scheidde het van de duisternis. Om de voor komen dat ze met elkaar werden verward, gaf hij ze een naam: nacht voor het donker en dag voor het licht. Tegelijkertijd bedacht hij hun afwisseling: licht van ’s morgens tot ’s avonds en duisternis van ’s avonds tot ’s morgens.
En toen hemel en water samenvloeiden, trok hij een lange streep aan de horizon, zodat je het verschil tussen de twee kon zien. Boven de streep: de hemel. Onder de streep: het water. Zo ging de tweede dag voorbij.
En toen de aarde zich vermengde met het water scheidde hij de twee: hier knutselde hij de continenten ineen daar smeerde hij de zeeën en oceanen uit. En op de continenten liet hij grassen en bomen groeien die allemaal zaden droegen die hun hun beurt bomen en grassen zouden voortbrengen. En, geloof het of niet, de derde dag was al voorbij.
Daarna nam God het licht en verdeelde het over de dag en de nacht. Voor de dag kneedde hij een dikke bol,
om de aarde te verwarmen en in het licht te doen baden. Voor de nacht bezaaide hij de hemelkoepel met duizenden lichtspatjes om te flikkeren en midden in die spatjes perste hij het weinige licht dat nog overbleef samen tot de maan. Zonder dat hij het in gaten had, was toen de vierde dag ook al voorbij
Omdat er in de hemel niets bewoog schiep hij vogels. Omdat er in het water niets trilde schiep hij de vissen. Hij zorgde ervoor dat vogels en vissen elkaar niet in de weg liepen. En toen was de vijfde dag voorbij.
De aarde was nog een verlaten woestenij. God nam een kluit aarde en kneedde hem met zijn vingers tot mens, tot mens die op hem leek. Man en vrouw. Daarna zette God wilde dieren neer, grote en kleine, kleine en grote. En zo liep ook de zesde dag ten einde
Toen de zon op dag zeven opkwam voelde God zich moe. Hij keek keurend naar als wat hij geschapen had.
Hij zag dat het goed was en besloot hij dat elke zevende dag een dag van rust zou worden: een dag om te vieren, een dag om te herinneren.
Lied: Ten dage dat hij maakte

Iemand die mij aanziet, dan zal ik leven.
Om te zien is licht nodig, levensbehoefte van mensen.
Vanuit het vuur op de Parade ontsteken we het paasvuur
als teken van ons brandend verlangen
naar de nieuwe wereld.

Iemand die mij aanziet, dan zal ik leven.
Om te zien is licht nodig, levensbehoefte van mensen.
Vanuit het vuur op de parade
ontsteken we de paaskaars,
die gedurende het jaar in ons midden zal branden.

Gebed
Jij, die wij noemen Ik-zal-er-zijn,
kom in ons midden als een vlam in het donker
die nieuw zicht geeft warmte verspreid
en leven mogelijk maakt.

Zuivere vlam

Jij, die wij noemen Ik-zal-er-zijn,
laat deze vlam verteren
wat ons vervreemd van elkaar
Laat deze vlam zuiveren
de donkere kanten van onszelf
Laat deze vlam verlichten
wat ons verduistert en klein houdt.

Kwetsbare vlam

Jij die wij noemen Ik-zal-er-zijn
Zet ons in vuur en vlam
wakker levenslust in ons aan
maak ons tot nieuwe mensen
veelkleurig, vrij van angst, vol van liefde.

 Lieflijke vlam

Laten we het licht aan elkaar doorgeven opdat we lichtpuntjes voor elkaar en voor de wereld zijn.
Lied: Licht dat ons aanstoot in de morgen

Het begon met licht. Zo ontstond er zicht op schepping, puur en ongerept. Beweging van mensen, van één plus één die uitgroeien tot een volk op weg. De wind soms in de rug. Dan weer een tocht door diepe dalen. Maar steeds verlangend naar licht en leven. Door het water zouden ze gaan: water van het begin, water van bevrijding.

1e lezing: Naar Exodus 14
Toen het volk van Israël nog in Egypte woonde, werd het zó talrijk, dat het bijna geheel het land overstroomde. Daarop sprak de koning van Egypte: Dit volk wordt ons te machtig. We zullen er slaven van maken. Met dwangarbeid houden we ze eronder. Zwoegen zullen ze en werken! En zo zuchtten de Israëlieten lange jaren onder zware slavernij. Hun klagen en roepen steeg op naar de hemel. En Jahweh kreeg medelijden met Zijn volk. Daarom sprak God tot Mozes: Ik heb de ellende van mijn volk gezien, zijn schreeuwen om vrijheid gehoord. Ja, ik ken hun lijden. Daarom stuur ik u naar de Farao. Gij moet mijn volk wegvoeren uit Egypte. En Mozes deed wat Jahweh hem vroeg. De Farao liet het volk van Israël uit zijn land vertrekken, nadat hij tot zevenmaal toe de kracht van Jahweh had ervaren. Maar nauwelijks was het volk weg uit het slavenhuis Egypte, of daar sloeg de stemming van de koning om. Hij kreeg spijt over het verlies van zoveel slaven. Daarom riep hij al zijn soldaten op, wagens werden ingespannen en het leger van Farao zette de achtervolging in. Toen de Israëlieten de blinkende helmen zagen van hun achtervolgers, brak er paniek uit in hun kamp. Ze schreeuwden naar Mozes: Heb je ons daarvoor uit Egypte geleid, om hier samen met heel het volk te sterven in de woestijn? Maar Jahweh sprak tot Mozes: Strek uw hand weer uit over de zee, dan golven de wateren terug.
Aldus deed Mozes. En tegen de ochtend golfde de zee weer naar haar oude plaats terug. Het water overspoelde al de wagens en ruiters van de Farao. Niet één bleef erover. Het volk van Jahweh God, dat door de droge zee getrokken was, werd door de Heer gered. Zij kregen ontzag voor hun God en zongen de Heer een loflied toe
Lied: Wat vrolijk over u geschreven staat

2e lezing: Lucas 24 1-12
Maar op de eerste dag van de week gingen ze ’s morgens heel vroeg naar het graf, met de kruiden die ze hadden klaargemaakt. Ze vonden de steen weggerold van het graf en gingen naar binnen, maar vonden er het lichaam van Jezus niet. Ze wisten niet wat ze ervan moesten denken. Opeens stonden er twee mannen voor hen in stralend witte kleren. Daar schrokken ze van en ze sloegen hun ogen neer, maar zij zeiden: ‘Waarom zoekt u de levende bij de doden? Hij is niet hier, Hij is tot leven gewekt. Vergeet niet wat Hij u destijds in Galilea heeft gezegd: De Mensenzoon moet overgeleverd worden in handen van zondaars, gekruisigd worden en op de derde dag weer opstaan.’ Toen herinnerden ze zich zijn woorden. Ze keerden van het graf terug naar huis en vertelden dat alles aan de elf en aan alle anderen. Het waren Maria van Mandala, Johanna en Maria van Jacobus en de overige vrouwen die bij hen waren. Ze vertelden het dus aan de apostelen, maar in hun ogen was het onzin wat de vrouwen zeiden, en ze geloofden hen niet. Toch holde Petrus naar het graf, en toen hij er een blik in wierp zag hij alleen de linnen doeken. Hij ging terug naar huis, verbaasd over wat er gebeurd was.
Acclamatie: Oren en ogen gaan open voor Jezus

Paasgedachten -Laten we durven.

Waterritus
Net als licht is water levensbehoefte. Water en leven zijn met elkaar verbonden. Water stoomt, leven stroomt.
Een klein begin, een bron, een kleine stroom, steeds breder. Andere stromen sluiten aan, ieder gevoed door hun eigen bron. Waar water stroomt wordt aarde vruchtbaar
komen planten tot bloei, kunnen mens en dier hun dorst lessen Laat het water stromen. Laat het leven stromen. Laat Gods goede geest ons doorademen met Zijn liefdeskracht
die ons keer op keer laat zien dat het duister licht in zich draagt dat dood het laatste woord niet heeft dat de nieuwe wereld komen zal.

Lied

Water waar het licht doorheen is gegaan.
Water als symbool van onze oorsprong.
Water van leven, water van vernieuwing.
Mogen wij hier doen wat Jezus heeft gedaan,
zich laten dopen met water.
Als teken van een nieuw begin,
als teken van wat we ten diepste geloven
als teken van herinnering en durf.
Kom naar voren een voor een, rij voor rij,
doop je vingers in dit water en maak een teken.

Hernieuwing van de doop: Lieve mens, met al je kleuren, mooi dat jij er bent.
Instrumentale muziek

Geloofslied: Gij die ons nooit geknecht hebt

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd

Voorbede
Eeuwige, die wij noemen Ik-zal-er-zijn, wij bidden tot jou voor mensen die leven op plaatsen waar uitzicht ontbreekt. Laat jouw licht een bron van hoop en vertrouwen zijn.
Laat onze woorden stijgen
Eeuwige, die wij noemen Ik-zal-er-zijn, wij bidden tot jou voor mensen die leven vanuit angst voor alles wat vreemd is. Laat jouw warmte hun harten ontdooien.
Laat onze woorden stijgen
Eeuwige, die wij noemen Ik-zal-er-zijn, wij bidden tot jou voor mensen die, tegen de stoom is, blijven geloven in de nieuwe wereld. Laat jouw vuur voor hen een baken van toekomst zijn.
Laat onze woorden stijgen

Eeuwige, die wij noemen Ik-zal-er-zijn, wij bidden tot jou voor de slachtoffers van de aanslagen in Brussel. Laat jouw licht zijn bij alle mensen die een dierbare hebben verloren.
Eeuwige, die wij noemen Ik-zal-er-zijn, wij bidden tot jou voor alle intenties die zijn toevertrouwd aan de bladzijden van dit boek.
Eeuwige, die wij noemen Ik-zal-er-zijn, wij bidden tot jou voor al onze lieve doden, die we ons blijven herinneren.
Koester de namen

Tafelgebed
Hoe hoopgevend is jouw naam: Ik zal er zijn.
Hoe bevrijdend is jouw licht:
warm en verhelderend
Hoe liefdevol is jouw hand: open en nabij
Hoe verfrissend is jouw bron:
zuiver en leven gevend
jouw naam dragen wij met ons mee,
jouw licht willen wij uitdragen,
jouw hand maken wij tot de onze,
jouw bron laat ons leven stromen
om mens te zijn, zoals Jij je had ingebeeld,
zorgend voor de aarde, voor al wat leeft en is,
om mens te zijn, zoals eens Jezus,
die ons voorging, opkwam voor anderen,
trouw bleef aan Jou, en zo aan zichzelf.

In de avond voor zijn sterven aan het kruis
toonde hij nog eenmaal
wie hij was en blijven wou voor ons.
In het bijzijn van zijn vrienden heeft hij brood genomen,
dankte Jou voor het brood,
brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden:
‘Neem en eet van dit brood, dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’
Hij nam een beker, sprak een dankgebed,
en zei daarbij:
‘Drink hieruit en proef van mijn liefde,
zodat mijn vreugde in jullie zal zijn tot in het oneindige.
Heb elkaar lief, zoals ik jullie heb liefgehad.’

In zijn geest zullen wij leven.
Zo zal jouw naam ‘Ik zal er zijn’ een blijvende belofte zijn,
zal het licht stralen, zullen handen elkaar vinden
en bronnen van leven zullen stromen.

Zie de mens, nieuw geboren, deuren zullen opengaan,
een nieuwe lente breekt aan, de wereld komt tot leven.
Zijn woorden indachtig, zal jouw koninkrijk komen,
daarom bidden wij:
Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied: Shalom Aleichem

Iederen wordt van harte uitgenodigd mee te delen van brood en wijn
Lied: Victimae pascali Laudes

Gebed
Ik-zal-er zijn, is jouw naam.
We danken jou voor brood en wijn hier gedeeld met elkaar.
Laat ons dit moment herinneren
als teken van licht, als in bron van hoop
Als zicht op toekomst die komen gaat. Amen.

Slotgedachte
Een oude rabbi vroeg eens aan zijn leerlingen: ‘Hoe kun je weten dat de nacht ten einde is en de dag begint?’ ‘Is dat het moment waarop je van ver een hond van een schaap kunt onderscheiden?’ vroeg een van de leerlingen. ‘Nee,’ zei de Rabbi. ‘Is het wanneer je van ver weg een dadelboom van een vijgenboom kunt onderscheiden? Vroeg een andere leerling. ‘Neen,’ zei de rabbi.
‘Maar wanneer is het dan?’ vroegen de leerlingen. ‘Het is wanneer je in het gezicht van een ander mens kunt kijken en daarin je zus of broer ziet. Dan is de nacht voorbij en is de dag aangebroken.’

Zegenwens
Eeuwige, zendt ons nu op weg
als mensen die durven leven,
die troosten en nabij zijn
die mildheid brengen.
Zend ons op weg
als mensen die durven te gaan
en grenzen doorbreken
met oog voor wat ons
mensen verbindt met elkaar.

Zend ons op weg
als mensen die durven geloven
vol vertrouwen de nieuwe dag tegemoet.
Laat ons zo gaan van hier
in jouw lieve naam, Goede God
die we noemen vader, zoon en goede geest.
Amen.

Slotlied: Het zal in alle vroegte zijn (Dan zal ik leven)

Plaats een reactie