SPREKENDE BEELDEN 30 april 2023
Lectoren: Maria Claessens en Frans Langemeijer
Muzikale ondersteuning: Marc Baghuis en Gerard van de Weijer, cantor
Voorganger: Corrie Dansen
Openingslied: Heer, onze Heer, hoe zijt gij aanwezig
Welkom
Lieve mensen, welkom, mede namens Maria Claessens en Frans Langemeijer, die mee voorgaan. Welkom, waar je ook vandaan komt, hoe vaak je ook komt.
Fijn dat we hier weer bij elkaar zijn, op deze vierde zondag van Pasen, een tijd van opstaan en tot bloei komen. We vieren samen, bidden, zingen en luisteren naar muziek. We delen brood en wijn met elkaar. We zijn hier ook bij elkaar voor een ontmoeting, na afloop van de viering. Ook dat hoort voor velen van ons bij het vieren van de zondag. Tijdens de viering willen we ons laten inspireren en bemoedigen door verhalen uit de bijbel. Verhalen over bijzondere ervaringen van mensen met Iets of Iemand waarvoor we – blijvend – naar woorden zoeken en waarvoor we vaak het woord God gebruiken.
Laten we nu eerst de stilte zoeken en inkeren in onszelf.
Gebed:
Lieve God,
Jij voor wie we woorden zoeken
Jij groter dan wij zijn
Geheim van het leven
Onnoembare,
Liefde,
Eeuwige,
Mogen wij Jouw stem horen,
Luisteren naar Jouw oproep aan ons
Mogen we ontvankelijk zijn voor Jouw aanwezigheid,
Hier in ons midden.
Acclamatie: Onhoorbaar, onzichtbaar
De zondag van vandaag wordt ook wel de zondag van de Goede herder genoemd. In de lezingen van vanmorgen speelt het beeld van de herder een belangrijke rol. Luisteren we naar Psalm 23 en naar een lezing uit het evangelie volgens Johannes. Frans en Maria zullen deze lezingen voor ons verzorgen.
Eerste lezing: Psalm 23 (NBV21)
De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water,
Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam.
Al gaat mijn weg door een donker dal,
ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij,
uw stok en uw staf, zij geven mij moed.
U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand,
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven,
ik verblijf in het huis van de HEER tot in lengte van dagen.
Lied: Zijt Gij mijn God een herder
Tweede lezing: Johannes 10, 1 – 10 (NBV21)
Werkelijk, Ik verzeker u, wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover.
Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen.
Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.
Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen.
Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’
Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat Hij bedoelde. Daarom vervolgde Hij: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, Ik ben de deur voor de schapen. Zij die vóór Mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar naar hen hebben de schapen niet geluisterd.
Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden.
Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.
Acclamatie: God, geef de mens woorden van waarde
Overweging
We kennen, vermoed ik, allemaal de ervaring van “wat moet ik, kan ik met dat woord God”.
We kiezen ontelbare namen, kunnen het niet pakken, niet vatten, en blijven woorden zoeken voor ervaringen van je gedragen weten; van behoefte aan troost en bescherming.
Aan antwoorden vinden op levensvragen, zoals “waarom overkomt mij dit?”. Gods naam – Ik zal er zijn – kan een ankerpunt zijn, een diep van binnen weten “het is goed”.
In de lezingen van vandaag komen we een bekend beeld van God en van Jezus tegen. In psalm 23 horen we David, gewend aan een leven als herder. Hij kent zijn schapen en weet wat zij nodig hebben. Het wordt/is zijn beeld van God, van een ervaring van bescherming, van kunnen vertrouwen, van onvoorwaardelijke steun en zorg. Een ervaring ook van in eigen kracht gezet worden en moed vinden. Het is een beeld van je kunnen toevertrouwen en je gedragen weten. Een beeld van grond onder je bestaan. Een ervaring van” ik mag er zijn zoals ik ben”. Een bemoedigend beeld.
In het evangelie van vandaag grijpt Jezus ook terug op het beeld van de herder. De herder noemt de schapen bij hun naam en neemt hen mee naar buiten. Ze volgen hem omdat ze zijn stem kennen en herkennen, en dan luisteren ze naar hem. De herder is iemand die met de schapen een relatie heeft en omgekeerd. Ze zijn bekenden voor elkaar. De herder weet wat de schapen nodig hebben en zij vertrouwen de herder. Ze weten dat ze in goede handen zijn.
En dan komt Jezus met een ander beeld. Hij merkt dat wat hij eigenlijk duidelijk wil maken niet begrepen wordt. “Ik ben de deur” van de stal. Toen ik met de voorbereiding voor deze viering bezig was, zat die deur me in de weg. Dicht, een donkere stal, zo stelde ik me dat voor en dat voelde niet als bescherming (afbeelding stal met gesloten deur), eerder als opgesloten zijn. Tot ik las over een heel ander soort stal in de tijd dat Jezus leefde. Een met gestapelde stenen ommuurde buitenruimte, vaak bij een grot, met een smalle ingang waarin de deurwachter zat of lag. Ongeveer zoals op deze afbeeldingen(twee afbeeldingen). Bij die ontdekking ging het verhaal voor me leven, kon ik me identificeren met die deur, me erdoor laten inspireren. Het gaat om een levend mens, die de ingang bewaakt. Die met inzet van zijn leven de schapen behoedt voor binnendringend gevaar. En die toegang verleent tot de buitenwereld. Een mens die de schakel is tussen de veiligheid van binnen, waar je op adem kunt komen, rust en nieuwe energie kunt vinden en het volle leven van de buitenwereld. Die buitenwereld waar vrijheid is, groen gras, van alles te ontdekken. Een buitenwereld ook waar de dood dreigend op de achtergrond is, met het gevaar van ravijnen, wolven en gras dat verdord is. Een wereld waar we uitgenodigd, uitgedaagd en verleid kunnen worden. In het beeld dat Jezus schetst geeft hij uitzicht op een leven in al zijn volheid. Wat houdt dat dan in? Ik zoek het in het voorbeeld dat Jezus in zijn leven gaf en de boodschap die hij uitdroeg. Dat we een uitnodiging ontvangen om zelf een herder te worden en die deur die veiligheid biedt en ruimte geeft.
Een open uitnodiging om oog te hebben voor elkaar; om elkaar bij naam te noemen, te herkennen als een mens zoals we zelf zijn; om onbevooroordeeld te luisteren; regels niet laten gaan voor wat mensen nodig hebben; mensen niet uit te sluiten en geen onderscheid te maken in wie je liefde waard is en wie niet; om te handelen vanuit het besef dat alle leven heilig is.
Geloofslied: Is een mens trouw
Tafel klaarmaken en collecte:
Voorbeden
Laten we bidden
Eeuwige, onnoembare, God,
die we als een herder kunnen ervaren, mogen wij ons afstemmen op dát beeld van Jou. Voor onszelf en voor de mensen die we tegenkomen in ons leven.
Dat we een luisterend oor hebben en oog voor wat mensen nodig hebben. Dat regels en principes niet de overhand hebben bij ons handelen.
Acclamatie: Keer u om naar ons toe, keer ons toe naar elkaar
Eeuwige, Onnoembare, God,
er zijn mensen die zelf niet meer onder de mensen durven komen uit schaamte, of angst voor negatieve reacties of geweld.
Op deze manier maken zij geen deel meer uit van de maatschappij en zijn zij buitengesloten.
Mogen zij mensen op hun pad vinden die als een goede herder voor hen zijn, mensen die een deur naar buiten openen en hen uitnodigen onder de mensen te zijn. Dat wij naar vermogen daaraan bijdragen.
Acclamatie
Eeuwige, Onnoembare, God,
We delen het verlangen van miljarden mensen naar een wereld van gerechtigheid en vrede. Een wereld waarin politiek leiders herders willen zijn voor hun volk. Leiders die de deur willen openen naar een samenleving waarin het goed toeven is voor iedereen. Leiders die opkomen voor de belangen van de aarde en al wat daar leeft.
Mogen wij -hoe bescheiden ook – helpen in de richting van die verandering.
Acclamatie
Eeuwige, Onnoembare, God,
we leggen voor wat er leeft in ons hart, wat er in ons intentieboek geschreven is: vragen om liefdevolle aandacht voor hen die het moeilijk hebben, dankbaarheid om vreugdevolle gebeurtenissen, zorgen om zieken. We noemen de namen van hen die niet meer hier bij ons zijn, maar wel in onze gedachten en herinneringen met ons mee gaan.
We noemen Karel Bierlaagh, Anneke Stuyven , Fons Schiffer en mevrouw de Zwart. Mogen zij geborgen zijn in Jouw licht.
Acclamatie: Koester de namen
Tafelgebed:
Hoe hoopgevend is jouw naam: Ik zal er zijn.
Hoe bevrijdend is jouw licht: warm en verhelderend
Hoe liefdevol is jouw hand: open en nabij
Hoe verfrissend is jouw bron: zuiver en leven gevend
jouw naam dragen wij met ons mee.
Jouw licht willen wij uitdragen,
jouw hand maken wij tot de onze,
jouw bron laat ons leven stromen
om mens te zijn, zoals Jij je had ingebeeld,
zorgend voor de aarde, voor al wat leeft en is,
Om mens te zijn, zoals eens Jezus,
die ons voorging, opkwam voor anderen,
trouw bleef aan Jou,
en zo aan zichzelf.
In de avond voor zijn sterven aan het kruis
toonde hij nog eenmaal wie hij was en blijven wou voor ons.
In het bijzijn van zijn vrienden heeft hij brood genomen,
dankte Jou voor het brood,
brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden:
‘Neem en eet van dit brood, dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’
Hij nam een beker, sprak een dankgebed, en zei daarbij:
‘Drink hieruit en proef van mijn liefde,
zodat mijn vreugde in u zal zijn en haar volheid bereikt.
Heb elkaar lief, zoals ik u heb lief gehad.’
In zijn geest zullen wij leven.
Zo zal jouw naam ‘Ik zal er zijn’
een blijvende belofte zijn,
zal het licht stralen,
zullen handen elkaar vinden
en bronnen van leven zullen stromen.
Zie de mens, nieuw geboren,
deuren zullen open gaan,
een nieuwe lente breekt aan,
de wereld komt tot leven.
Zijn woorden indachtig,
zal jouw koninkrijk komen,
daarom bidden wij:
ONZE VADER, die ….
Vredewens: We zijn allemaal mensen, die hopen op vrede, voor onszelf, voor de mensen om ons heen en nog verder. Vrede voor de aarde.
Laten we hier beginnen vrede te verspreiden, laten we elkaar de hand schudden of op een andere manier een vredesgroet brengen. Vrede en alle goeds voor iedereen.
Vredeslied: Vrede voor jou en alle goeds je vrienden
Uitnodiging aan tafel: We delen brood en wijn met elkaar, als gebaar van hoop en vertrouwen dat een nieuwe wereld ooit mogelijk is. Iedereen van harte welkom!
Communielied: Wat in stilte bloeit
Afsluiting tafelgedeelte: in stilte
Slotgedachte :
Op een dag ging een leerling naar zijn meester. Hij had een zak geldstukken bij zich en zei: “Rabbi, dit is mijn hele bezit. Ik geef het u allemaal, als u mij kunt zeggen waar ik op de wereld God kan vinden”. De rabbi dacht diep na en ging toen weg.
Wat later kwam hij terug, met twee grote zakken geldstukken bij zich. Hij zei: “Dat is alles wat ik bezit. Het is allemaal voor jou als je mij kunt zeggen waar op de wereld God niet te vinden is”.
uit: Een parel voor elke dag (blz 58) van Chantal Leterme naar een chassidisch verhaal
Zegen
We gaan de nieuwe week tegemoet.
Laten we dat doen als een herder met oog voor zijn schapen en een deur die bescherming en ruimte biedt.
Vragen we daartoe de zegen van elkaar en van die wij noemen Vader en Moeder, Zoon en Goede Geest.
Ieder een goede week toegewenst.
Slotlied: Wonen overal
1 Reactie
Fiet Vreeburg
Corrie, wat was jouw viering met ons mooi, integer, eerlijk en echt! Met mooie beelden en liederen! Dank je wel!