Kerstavond, 24 december 2018
Voorganger: Ard Nieuwenbroek
19.30 uur m.m.v. Melodiek
22.00 uur m.m.v. Cantorij
OPENING (Jesaja 9)
Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen.
OPENINGSLIED: Door het donker hier gekomen
Komt verwondert u hier mensen
WELKOM
Welkom aan iedereen, hier vanavond samen gekomen. Welkom voor jou die hier vaker komt. Welkom voor jou die hier misschien voor de eerste keer is. Vooraan is er ook een lege stoel met daarop een knuffel. Op die stoel had een van de kinderen moeten zitten die nu niet voor het kinderpardon in aanmerking komen. Zo willen we ook hen hier vanavond aanwezig laten zijn.
Allemaal komen we hier met verschillende verwachtingen en verlangens. Misschien zoek je hier vanavond het Kerstgevoel, wat dat ook mag zijn. Of wil je iets van rust en vrede vinden. Wellicht ben je hier uit traditie, al of niet meegegeven door je ouders. Hoe je hier ook bent: het is goed. Wat ik ons allen vanavond toewens is stille verwondering. Over het wonder van deze nacht. De geboorte van een kind, het kind Jezus. Over het wonder van de stilte. Over het wonder van het leven dat ons is gegeven. Vanuit stille verwondering willen we vanavond samen zijn. Vanuit de eenvoud van een Kerststal zoeken we naar de stille verwondering die we soms in de hectiek van ons leven vergeten.
Laten we nu eerst de stilte te zoeken in onszelf en om ons heen.
GEBED
Eeuwige:
In jouw naam zijn we ook vanavond hier samen. In deze koude en donkere decembernacht staan onze harten, handen, ogen en oren wijd open. Jij voedt ons binnenste met woorden en daden. Onze aandacht is zo vaak naar buiten gericht. Bij alle drukte komen we maar weinig toe aan stille verwondering over wat jij ons schenkt en wat jij van ons vraagt. Voed en inspireer ons vanavond met jouw woorden en nabijheid en breng ons licht.
ACCLAMATIE: Sla uw ogen op naar het licht, daar is de Heer.
In het droevig duister
Intermezzo:
Gebed om licht
Aan het begin van deze Kerstviering willen we ons verbinden met zovelen die in duisternis het licht van Kerstmis moeilijk kunnen ontvangen. (na iedere strofe wordt een kaars aangestoken)
De laarzen van soldaten,
het bloed van een onschuldig slachtoffer.
de honger van een kind.
Laat er licht zijn!
De stem van onderdrukkers,
de vuist van grote machten,
de blauwe plekken op een lijf.
Laat er licht zijn!
In al het donker,
in al ons dwalen en dolen,
in al ons zoeken naar rechtvaardigheid
Laat er licht zijn!
Vanavond luisteren we natuurlijk naar het verhaal over de geboorte van Jezus in de stal. Altijd weer een verhaal dat ons raakt. Daarvoor horen we hoe de filosoof Cornelis Verhoeven in zijn boek ‘Inleiding tot de verwondering’ schrijft over de stille verwondering. Het is een pittige lezing die ons verrassend genoeg uitnodigt het kinderlijke in onszelf toe te laten in deze nacht, waar het kind Jezus wordt geboren.
EERSTE LEZING
De verwondering is de houding van de mens tegenover het mysterie van de dingen. Mysterie is het sleutelwoord van het religieuze leven. Zolang het mysterie, hoe dan ook, wordt aanvaard en ervaren, kan de verwondering de mens overkomen. Zij is enerzijds een voortdurende onrust; het gewone wordt geladen met betekenissen die men daarin niet vermoedde. Zij dwingt de mens voortdurend in de openheid te treden, zijn wereld en bestaan te herzien. Zij is een crisis. Maar van de andere kant kan zij niemand overkomen in wie niet reeds het vertrouwen is in de krachten die de chaos ordenen. Wij zouden niet durven slapen zonder de zekerheid van het ontwaken. Zo kunnen we ons ook niet verwonderen zonder een gevoel van geborgenheid in de wereldgrond. We kunnen ons alleen verwonderen, we durven ons alleen aan de verwondering overgeven als we het vertrouwen hebben dat in de verwondering deze wereldgrond niet zal verdwijnen onder de voeten van hem die daar verwonderd staat. Verwondering is alleen mogelijk vanuit een geborgenheid en als het gevoel van geborgenheid iets kinderlijks heeft. Dat kinderlijke is dan niet het kinderlijke van wie een kind is gebleven maar het kinderlijke van wie een kind is geworden. Zoals met Kerstmis het kind Jezus is geboren en aan ons is gegeven.
Cornelis Verhoeven
LIED: Midden in de winternacht
Minuit sonne au cloche blanc
TWEEDE LEZING.
Lucas 2, 1-20
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinus over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Bethlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel
en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ En vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Bethlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hen over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
LIED: Vrienden hoort, ik deel u mede
O Jesulein süss
OVERWEGING
Een kind is geboren. In mijn leven heb ik tweemaal mee mogen maken hoe een kind, ons kind, werd geboren. En achtmaal mocht ik, een half uurtje na de geboorte, ons kleinkind zien. Al die keren zocht ik naar woorden die ik niet kon vinden. Het was onmogelijk om uiting te geven aan mijn gevoelens. Wat bleef was steeds weer stille verwondering. In stilte kijken en voelen. Een wonder beleven. Zoals ook vannacht. Weer wordt een kind geboren, zijn naam is Jezus. In deze stille nacht, een heilige nacht, worden we opnieuw geraakt door stille verwondering. We ontvangen een belofte, een geschenk. Het is ook een uitnodiging. Willen we ons openstellen voor hem die we Jezus noemen? Niet alleen door hem te volgen in wat hij later zou prediken en voorleven. Is de geschonken stille verwondering ook niet een oproep, een wake-up call, om in ons leven meer aandacht te geven aan de ontelbare momenten waarop we verwondering toe kunnen laten? Toe durven te laten? En ja, daar is stilte vaak voor nodig. Dan is er tijd voor verwondering, voor het zien van wonderen. Zo was er een moment waarop, midden in een troosteloze sloppenwijk, een spelend kind, lopend op glasscherven, mij met glinsterende bruine ogen aankeek met een vrolijke glimlach. Zo is er de natuur. Boordevol mogelijkheden van stille verwondering. Zoals in dit filmpje te zien is. Hier zijn toch geen woorden voor? Alhoewel…ook door woorden kunnen we tot stille verwondering geraken. Zoals in het prachtige gedicht van Neeltje Maria Min.
Mijn moeder is mijn naam vergeten.
Mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan,
Laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
O, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
In deze stille heilige nacht wordt het kind Jezus geboren en krijgt zijn naam. Is het oneerbiedig om woorden van Neeltje Maria Min aan hem te verbinden? Noem mij, noem mij, spreek mij aan. O, noem mij bij mijn diepste naam. De geboorte is een belofte en een oproep tot nieuw leven. Een leven zoals ook wij dat gekregen hebben. Ook voor ons is er de uitnodiging tot stille verwondering. Temidden van alle onrecht, drukte, geweld en stress. Het kind Jezus ontmoeten is dan het aangaan van stille verwondering. Wellicht kunnen we ons dan, als een herboren kind, geborgen weten in het vertrouwen dat hij ons een hoopvolle weg wijst. Op zoek naar het licht in ons leven.
GELOOFSLIED: Vanwaar zijt Gij gekomen
Stille nacht
KLAARMAKEN VAN DE TAFEL /COLLECTE
VOORBEDEN
Eeuwige,
Noem ons, noem ons, spreek ons aan. O, noem ons bij onze diepste naam. Opdat we woorden van liefde kunnen spreken voor wie die kunnen ontvangen.
Acclamatie: God gekomen uit den hoge, licht der mensen wees God met ons.
Heel het duister
Eeuwige,
Jouw mysterie, aan ons gegeven, willen we zo graag aanvaarden en ervaren. Geef ons verwondering waarmee we in de openheid durven te treden om onze wereld en ons bestaan te herzien van jouw licht.
Acclamatie: God gekomen uit den hoge, licht der mensen wees God met ons.
Heel het duister
Eeuwige,
Zo vaak zien we het bloed van een onschuldig slachtoffer. De honger van een kind. De blauwe plekken op een lijf. Laat er licht zijn voor onderdrukkers, en onderdrukten. Laat er licht zijn voor plegers en slachtoffers.
Acclamatie: God gekomen uit den hoge, licht der mensen wees God met ons.
Heel het duister
Eeuwige,
In stille verwondering willen we onze ogen, oren en harten openen voor wat jij ons gegeven hebt. De schoonheid van de natuur. De zachte ogen van een kind. De helende woorden die ons in verhalen toevallen. Wees ons nabij in het steeds maar zoeken naar die verwondering.
Acclamatie: God gekomen uit den hoge, licht der mensen wees God met ons.
Heel het duister
Eeuwige, ook bidden we voor de intenties zoals geschreven in ons boek. We gedenken vandaag ook onze lieve overledenen. In het bijzonder noemen we…. Wees hen nabij opdat vrede hun deel is.
Acclamatie: Gedenk ons hier bijeen
Voor uw aangezicht
ACCLAMATIE: God verscholen in den hoge, licht der mensen wees God met ons
TAFELGEBED
Gezegend jij, bron van hoop die vrijheid schept, die warmte geeft, die voelbaar in ons midden er wil zijn voor elke kleine en grote mens. Gezegend jij, bron van leven, die ruimte schept, die verwondering geeft, die als een kracht in ons, ons doet opstaan voor vrede en gerechtigheid. Gezegend jij, bron van moed, die kansen schept, die toekomst geeft, die ogen opent om te zien wat ons te doen staat, werken aan jouw wereld van menswaardigheid. Gezegend jij, in deze Kerstnacht tot ons gekomen in Jezus van Nazareth, belichaming van hoop, leven en toekomst, die jouw woorden sprak, die jouw daden deed, om licht te zijn, om mens te zijn, om God te zijn, om goed te zijn, voor elke mens. Gezegend jij, die ons uitnodigt om jouw pad te volgen. In verwondering op pad te gaan, samen met anderen.
Jezus gaf zijn liefde tot het uiterste toe. Op de avond voor zijn sterven, nam hij brood in zijn handen, sprak een dankgebed, brak het, gaf het aan zijn vrienden en zei: ontvang en eet dit brood, als teken van mijn leven, gebroken en gedeeld, ter wille van jou.
Ook nam hij de beker liet hem rondgaan en zei: neemt deze beker en drinkt er uit samen aan dezelfde tafel. Zo zal er vrede komen in stad en land. Blijf dit doen om mij te gedenken.
Zo willen wij leven, in zijn geest, zodat er lente komt voor iedereen, een wereld vol hoop, vertrouwen en medemenselijkheid. Zo willen we verder, vol verwondering zoekend en tastend naar het leven.
AFSLUITING TAFELGEBED: Moge ons voor waar verschijnen
Laten wij bidden, als broers en zussen van elkaar, de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
ONZE VADER
VREDESWENS
VREDESLIED: Welkom op de bergen
Hoe leyt dit kinde
BREKEN EN DELEN: Mensenvolk van alle tijden
In duci jubilo
AFSLUITEND GEBED AAN TAFEL
SLOTGEDACHTE
Als je straks het Kerstkind wilt vinden
moet je nu op weg gaan…
met ogen en oren vol verwondering
over al het hoopvolle
dat ons ondanks alles omringt.
Als je straks het Kerstkind wilt vinden
moet je nu op weg gaan…
en vanuit verwondering vragen durven stellen
bij al het onrecht
dat wordt goedgepraat.
Als je straks het Kerstkind wilt vinden
moet je nu op weg gaan…
en zonder hoogmoed neerknielen
bij de minst geziene
bij de vergeten mens.
Marinus van de Berg
ZEGEN EN WEGZENDING
De Eeuwige zij vóór ons, om ons het juiste pad de te wijzen.
De Eeuwige zij áchter ons, om ons in de armen te sluiten en om ons te beschermen voor gevaar.
De Eeuwige zij ónder ons, om ons op te vangen als we dreigen te vallen.
De Eeuwige zij ín ons, om ons te troosten wanneer we verdriet hebben.
De Eeuwige zij óm ons héén, als een beschermende muur, als anderen over ons heen vallen.
De Eeuwige zij bóven ons, om ons te zegenen op ons pad.
Zó zegene Hij ons, en wij elkaar, vandaag, morgen, en later.
Amen.
SLOTLIED: Nu zijt wellekome
God reste you merry gentlemen