SAN SALVATORGEMEENSCHAP
29 mei 2022
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Marga van de Koevering en Toon van Mierlo
Muzikale begeleiding: Maria Werner
Cantor:
Thema: Twee vrouwen, Mara en Maria
Openingslied: Wij zoeken u als wij samenkomen
Welkom
Goede morgen op deze laatste zondag voor Pinksteren en tevens de laatste zondag van de meimaand. Voorbij is bijna de lieve mei, uitgebloeid het raapzaad, de boterbloem en het fluitekruid die zo overvloedig te pronken kunnen staan. De nieuwe lente zal het nieuwe geluid brengen van de zomer van 2022. Moge een nieuwe geest over de wereld vaardig worden. En over ons een geest die onszelf blijft vernieuwen.
Gebed
Dat een nieuwe wereld komen zal,
waar genoeg te eten is
en zuiver water voor allen.
Daar zijn veilige plaatsen om te wonen,
wonen mensen van allerlei slag,
onder wolken, zon en schaduw van bomen
alle kleuren van de regenboog.
Geen kinderen zullen daar sterven,
oude mensen maken hun dagen vol
en jonge mensen vinden er een lange toekomst.
Dat die nieuwe wereld komen zal.
Acclamatie: Dat een nieuwe wereld komen zal
Introductie lezingen
Dit is het verhaal van Naomi, de mooie en vriendelijke.
Dit is het verhaal over de vrouw die haar land verliet uit honger
en terugkeerde met een verbitterd hart.
“Noem mij daarom voortaan liever Mara!” sprak zij.
Maar toen was de tijd daar om de gerst te oogsten:
gekomen was, gekomen is die lieve tijd! Zo helder schijnt het witte licht.
Zouden de Mara’s niet Maria’s worden?
Laat de lezingen ons voeren langs de wonderen van hoop, die leven in ons hart.
Lezing 1a: Naomi (Ruth 1: 1-6)
In de tijd dat Israël werd geleid door richters, was er op een keer hongersnood in het land.
In Betlehem, in het gebied van de stam van Juda, woonde een man die Elimelech heette.
Omdat er geen eten meer was, trok hij met zijn vrouw en zijn twee zonen naar het land Moab.
Zijn vrouw heette Naomi en zijn zonen Machlon (dat betekent ‘de zieke’) en Chiljon (‘de zwakke’).
Elimelech stierf. Zo bleef Naomi alleen achter met haar twee zonen.
De zonen trouwden met vrouwen uit Moab. De ene vrouw heette Orpa, de andere Ruth.
Ze bleven ongeveer tien jaar in Moab wonen. Toen stierven ook Machlon en Chiljon.
Zo bleef Naomi alleen achter, zonder zonen en zonder man.
Ze besloot om met de twee vrouwen van haar zonen uit Moab te vertrekken.
Ze wilde teruggaan naar haar eigen land.
Want ze had in Moab gehoord dat de Heer ervoor gezorgd had dat er weer eten was in Israël.
Tussenzang: Een mens is leven en is dood
Lezing 1b: Mara (Ruth 1: 7-22)
Zo vertrok Naomi met haar twee schoondochters uit de plaats waar ze had gewoond.
Maar onderweg zei Naomi tegen de twee vrouwen:
“Gaan jullie maar terug. Ga maar weer bij je moeder wonen.
Ik hoop dat de Heer net zo goed voor jullie zal zijn als jullie voor je man en voor mij bent geweest.
Ik hoop ook dat Hij jullie allebei weer een man zal geven.”
Toen omhelsde ze de twee vrouwen om afscheid van hen te nemen.
Maar die begonnen te huilen.
Ze zeiden tegen Naomi: “Nee, we gaan mee naar jouw volk.”
Maar Naomi zei: “Ga nu maar terug, lieve dochters. Waarom zouden jullie met me meegaan?
Ik krijg geen zonen meer met wie jullie zouden kunnen trouwen.
Ga maar terug, want ik ben te oud om nog opnieuw te trouwen.
En zelfs als ik vannacht nog een man had en zonen zou krijgen,
dan kunnen jullie er tóch niet op wachten tot ze volwassen zijn.
Ga maar terug en trouw. Anders komt daar nooit meer wat van.
Ja, het is allemaal heel erg voor jullie, maar voor mij is het nog veel erger.
Want de Heer is tegen mij.”
De vrouwen begonnen opnieuw te huilen.
Toen nam Orpa afscheid van Naomi. Maar Ruth bleef Naomi vasthouden.
Naomi zei tegen Ruth: “Kijk, je schoonzus gaat terug naar haar volk en haar goden.
Ga nu maar met haar mee!”
Maar Ruth antwoordde: “Vraag me alsjeblieft niet om je in de steek te laten.
Want waar jij heen gaat, zal ik heen gaan. En waar jij zult slapen, zal ik slapen.
Jouw volk is mijn volk en jouw God is mijn God.
Waar jij sterft, zal ik sterven en daar zal ik begraven worden.
Ik zweer bij de Heer dat alleen de dood ons zal kunnen scheiden.”
Naomi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan.
Daarom hield ze erover op.
Samen reisden ze verder naar Betlehem. Toen ze Betlehem binnenkwamen,
raakte de hele plaats in rep en roer. De vrouwen zeiden: “Hé, dat is toch Naomi?”
Maar Naomi zei tegen hen:
“Noem mij maar geen Naomi (dat betekent ‘de mooie en vriendelijke’) meer.
Noem mij voortaan maar Mara (dat is ‘de bittere’).
Want de Almachtige God heeft mijn leven bitter gemaakt.
Toen ik vertrok, had ik alles. Maar met lege handen heeft de Heer mij teruggebracht.
Waarom zouden jullie mij Naomi noemen? Want de Heer is tégen mij.”
Zo kwam Naomi terug met Ruth, de vrouw uit Moab die met haar zoon getrouwd was geweest.
Het was net de oogsttijd van de gerst, toen ze in Betlehem terugkwamen.
Acclamatie: Houd mij in leven
Overweging
De honger naar het leven is de spil, waar het verhaal van Naomi om draait.
Met honger begint het.
Op zoek naar lijfsbehoud verlaat zij met haar naasten haar land.
Wat geef je dan op, wat moet je achterlaten?
Het zijn levensvragen voor een mens.
En in wezen camoufleren die vragen die beginnen met “wat”, de harde realiteit:
het draait niet om “wat”, het draait om “wie”.
Wie gaan met je mee en voorkomen dat jouw band met het verleden wordt verbroken?
Voor ons is dat in ieder geval wezenlijk.
Wij hebben een band met een lange traditie:
hij voert ons terug tot het begin van onze jaartelling.
Zonder elkaar zullen we niet zo maar iets missen,
maar zullen we een deel van onszelf kwijt zijn: de grond onder onze voeten.
Wie gaan er met ons mee om te wortelen op nieuwe grond? Om te overleven?
Weg uit ons land, weg uit onze gemeente, weg uit ons huis!
Het overkwam de vriendelijke Naomi.
Haar man en kinderen gingen mee, maar zij verloor hen in den vreemde.
Haar man stierf, haar zonen, haar referentiepunten,
of in gewone dagelijkse taal gezegd:
degenen die haar terugbrachten naar haar diepste ik.
En toen was daar de schoondochter, Ruth, die dezelfde weg ging als Naomi,
om het leven van de verbitterde oude vrouw, dat door het leven getekend was,
te hereiken, weer te wortelen in de oude waarden van vóór de hongersnood.
En zie: het was net de oogsttijd van de gerst, toen ze in Betlehem terugkwamen!
De oogst zou nieuwe levenskracht geven. Daar zou de grond van Betlehem voor zorgen.
De tijd stelde verzachting van de bitterheid in het vooruitzicht.
De herinnering aan de naam Mara zou overgaan in die aan de naam Maria,
aan bloemen, kransen van madelieven en rozen, sterren op een kalme zee.
We zijn op weg naar Pinksteren.
De symboliek van de meimaand kunnen we weer bijna achter ons laten.
Wat mij betreft zeg ik:
veel hiervan heeft misschien, van buiten af gezien, weinig waarde,
maar is toch heel waardevol. Dat is die band met traditie en verleden,
die inspirerend kan zijn om er de dromen van een levenswaardige toekomst voor de mensheid
uit op te wekken. Dromen kunnen verkeren in mooie daden.
Daarom mogen die ouderwetse liederen van mij een lang leven beschoren blijven
en vraag ik jullie om met Maria en mij ze te laten weerklinken
als gevoelsuiting van ons geloven in een betere wereld.
Geloofslied: God groet u, zuiv’re bloeme
Collecte met muziek
Voorbeden
Bidden we dat schoonheid en vriendelijkheid
zich over ieders leven zullen leggen.
Bidden we dat honger en verdriet
door een nieuwe oogst verdrongen zullen worden.
Bidden we dat wij de wijsheid van de helpende geest
zullen weten te vinden en gebruiken op onze wegen op aarde.
Ons gebed is gevraagd voor …
en bidden wij ook voor onze persoonlijke intenties.
Geprezen zij de bron die ons de schoonheid van het leven gunde.
Acclamatie: Magnificat
Tafelgebed
Jij, oorsprong van ons zoeken en vinden,
verlangen van elk mensenhart.
Jij maakt in ons los
de hunkering naar inzicht,
het luisteren naar de woorden van onze naasten.
Jij doet ons nieuwe woorden spreken
en geeft ons nieuwe begeestering,
wanneer wij bijeen zijn in Jouw naam.
Jouw goddelijke geest is aan het licht gekomen in Jezus van Nazareth.
Hij noemde Jou vader
en bracht licht bij hen,
die in het duister tastten.
Zijn rijk van liefde
is als een schat in de akker,
de parel in het sleepnet,
de schat aan het uiteinde van de regenboog.
Hij gaf zichzelf,
als ‘n graankorrel die sterven
moet om tot leven te komen.
Op de laatste avond voor zijn dood
zat hij aan tafel met zijn vrienden.
Hij nam brood in zijn handen,
sprak zijn dank daarover uit,
brak het
en deelde het uit met de woorden:
neemt en eet,
dit is mijn leven,
mijn liefde voor jullie gegeven.
Ook de beker liet hij rondgaan:
Drinkt hieruit, allemaal,
dit is mijn bloedeigen leven,
een nieuw verbond,
dat de hemel met de aarde verzoent.
Denk aan mij, telkens als je dit
samen in mijn naam doet.
Aangevuurd door zijn Geest
vinden woorden en mensen elkaar.
Hij leeft in ons opstaan
en naar de ander gaan.
Onmacht en angst
hebben niet meer het laatste woord,
maar durven leven in een nieuw gevoel
van vrijheid en gemeenschap.
In zijn geest wijzen wij
elkaar de bronnen aan,
vindplaatsen van waarheid en liefde.
Samen gaan we wegen
om het onrecht te keren,
onze handen strekken we uit
om te breken en te delen
wat het leven biedt.
Zo wordt ons zoeken een hoopvolle tocht
naar een land van licht en leven.
En wij bidden met zijn woorden die ons werden gegeven:
Onze vader, eindigend met gezongen
Want van U is de toekomst, kome wat komt.
Vredeswens
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg is –
en water stroomt voor allen.
Vredeslied: Het graan dat van de velden komt
Communie
Wees van harte welkom om de geest van het breken en delen mee vorm te geven
op de manier die u verkiest. Daartoe kan de handeling die van oudsher communie heet
behoren en daartoe bieden wij nu de gelegenheid aan wie dat wil.
Communielied: O reinste der schepselen
Mededelingen
o.a. Vakantie-actie van het Noodfonds Noord (rek.nr. NL23 INGB 0005 9626 81 Noodfonds SSiB).
Volgende week zondag: Openluchtviering bij de Grote Kerk, over twee weken Franneke en Melodiek.
Slottekst en wegzending
Naomi de vriendelijke,
Maria de reine, la reine,
en tenslotte de helper, gezonden
om het leven te behouden over alle begrenzingen heen.
Zo staat het in Jezus’ testament,opgetekend door Johannes:
Lezing 2: De Helper (Johannes 14: 15-22)
Jezus zei:
“Als jullie echt van mij houden, doe dan ook wat Ik zeg.
En ik zal aan de Vader om een andere Helper voor jullie vragen.
Hij zal voor eeuwig bij jullie blijven.
Hij is de Geest van de waarheid.
De mensen die niet in mij geloven, kunnen Hem niet ontvangen.
Want ze zien Hem niet en kennen Hem niet.
Maar jullie kennen Hem, want Hij blijft bij jullie
en Hij zal in jullie zijn.
Ik zal jullie niet als weeskinderen achterlaten.
Ik kom naar jullie toe. Nog even
en dan zullen de mensen die niet in mij geloven, mij niet meer zien.
Maar jullie zullen mij zien. Want Ik leef en jullie zullen leven.
Dan zullen jullie weten dat ik één ben met mijn Vader
en dat jullie één zijn met mij en dat ik één ben met jullie.
Je houdt pas echt van mij,
als je niet alleen wéét wat ik zeg,
maar ook dóet wat ik zeg.
En de Vader zal van iedereen houden die van mij houdt.
En ik zal van hem houden en ervoor zorgen
dat hij mij echt leert kennen.”
Zo moge het zijn: in de naam van de eeuwigheid van het leven,
die wij in het kruisteken zegenen.
Slotlied: Geest die vuur en liefde zijt