UIT VERRE LANDEN
SAN SALVATORGEMEENSCHAP 21 mei 2023
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Marian Veenker en Frans Langemeijer
Muzikale begeleiding: Melodiek
Thema: UIT VERRE LANDEN
Openingslied: Vanwaar zijt Gij gekomen
Welkom en bede
Welkom, hier bijeen bij o.a. de symbolen, die wij in het licht gaan zetten: paas- en vredeskaars.
Daarbij steken we een lichtje aan voor Toon Hoeks, vader van Franneke; hij is woensdag overleden.
Het is een oud lied en ik heb het nu niet over het openingslied!
Ik moest eraan denken, toen ik begon deze viering voor te bereiden.
De eerste lezing begint met de woorden:
‘Gog, die heerste over het gebied Magog’.
Toen ik dat las, drong dat lied, een kinderliedje, zich op aan mijn gedachten.
Vanwaar komt gij getreden, magog, magog, magoggeltje,
vanwaar komt gij getreden, magoggeltje?
En daarop antwoordde in beurtzang de andere helft
van de zingende kinderschare:
ik kom uit verre landen, magog, enz.
Zo leverde een oud kinderliedje het thema van deze viering:
‘Uit verre landen’.
En daarop sluit de volgende bede aan:
Wees hier aanwezig, woord ons gegeven,
wees ons nabij vanuit uw grenzeloze hemel,
prikkel onze zintuigen.
laat ons U horen, voelen, zien, proeven en ruiken
met hart en ziel.
Wek uw kracht en wees hier aanwezig.
Acclamatie: Wek uw kracht en kom ons bevrijden
Voorbereiding op de lezingen
De Bijbel is nu geopend bij het boek Ezechiël.
Ter inleiding op de eerste lezing daaruit,
die Dorine Broekmeulen zal lezen, het volgende:
Gog viel met een enorm leger Israël binnen.
Gog was heerser over het gebied Magog, het duistere noorden:
de meeste onderzoekers lokaliseren het in het huidige Rusland.
Gogs doel was om Israël te vernietigen.
Zijn haat was vooral op Jeruzalem gericht.
Maar Gog werd door God ontmaskerd: ‘Gog is satan zelf, de duivel!’
Onder Gods leiding werden Gog en zijn leger op de bergen van Israël vernietigd.
Frans Langemeijer zal de tweede lezing verzorgen, uit het evangelie van Johannes.
Daarin spreekt Jezus, in het verlengde van de tekst van vorige week,
over zijn eigen toekomst en die van zijn volgelingen, na zijn heengaan uit deze wereld.
Lezing 1: (Ezechiël 39: 21-29)
Zo zal Ik aan de volken laten zien wie Ik ben.
Zo zullen alle volken zien hoe Ik Gog straf.”
“Nadat Ik Gog gestraft heb, zal het volk Israël beseffen
dat Ik vanaf die dag hun God en Heer ben.
En de andere volken zullen begrijpen,
waarom de bewoners van Israël naar andere landen waren gejaagd.
Ze zullen begrijpen dat Ik dat had gedaan,
omdat ze zich niets meer van Mij aantrokken.
Het was hun straf voor de vreselijke dingen die ze deden,
toen ze nog rustig in hun eigen land woonden
en voor niemand bang waren.
Daarom verliet Ik hen. Eerst zullen ze hun straf moeten dragen.
Want het is een rechtvaardige straf.
Maar eens zal Ik medelijden met hen tonen
en een einde maken aan de gevangenschap van het volk Israël.
Ik zal hen verzamelen uit de landen van hun vijanden
en hen terugbrengen naar hun eigen land.
Ik zal niet langer boos op hen zijn.”
Zo spreekt de Heer.”
Tussenzang: Lied van het land (Hoe verder onze ogen reiken)
Lezing 2: (Johannes 17: 1-13)
“Ik ben niet alleen”, zei Jezus, “want mijn Vader is bij mij.
Jullie zullen het in deze wereld heel moeilijk krijgen.
Maar houd moed! Ik heb de wereld overwonnen.
Mijn vrede kan ook in jullie zijn.”
Nadat hij dit had gezegd, keek hij omhoog en zei:
“Vader, het beslissende moment is gekomen.
Geef mij toch mijn plaats naast U in de hemel.
Dan kan ik, uw zoon, u daar alle eer geven!
Het werk waarvoor U mij gestuurd hebt, heb ik gedaan en afgemaakt.
Zo heb ik U op aarde alle eer gegeven.
Geef mij nu de hoogste macht en eer bij U in de hemel;
dezelfde macht en eer, als toen ik bij U was vóór het begin van de wereld.
Vader, U hebt zelf mijn leerlingen uitgekozen en aan mij gegeven.
Ik heb aan hen laten zien wie U echt bent.
Ik heb uw boodschap aan hen doorgegeven.
Straks ben ik niet meer in deze wereld, maar mijn leerlingen zullen hier blijven.
Zolang ik bij hen was, heb ik hen dankzij U kunnen beschermen.
Beschermt U hen nu voortaan, dan zullen ze samen één zijn,
net zoals wij dat zijn.
Vader, ik kom naar U toe.
Ik vraag U al deze dingen nu ik nog in de wereld ben.
Want ik wil mijn vreugde doorgeven aan mijn leerlingen.
Acclamatie: Ik zoek bij jou – Psalm 57
Overweging
Het geeft mij een ongemakkelijk gevoel,
wanneer ik in een lezing God aan het woord hoor.
Dat heeft ermee te maken dat ik me geen verkondiger voel noch predikant.
Ezechiël was dat wel. Hij was een van de grote profeten van het joodse volk
tijdens de ballingschap in Babylon, bijna 600 jaar voor Christus.
Ezechiël kon flink uitpakken: in majestueuze visioenen
en met veel symboliek liet hij God aan het woord.
Zijn toehoorders en lezers duizelde het.
Zelfs de kerkleraar Sint Hiëronymus, die de Bijbel in het Latijn vertaalde,
typeerde het boek Ezechiël als een doolhof van God’s mysteriën.
Daarom mochten de Joden het boek niet lezen, voordat ze dertig jaar oud waren.
Als ik me niet vergis, zit híér misschien één persoon,
die niet voldoet aan deze leeftijdsgrens. Het zij zo.
Laat echter gezegd zijn, dat de woorden van Ezechiël uit de eerste lezing
als troost bedoeld waren voor het joodse volk in Babylon:
‘nu zijn wij in ballingschap, maar daar zullen we uitkomen
en Israël zal, door God geleid, uiteindelijk overwinnen.’
Zouden Ezechiëls woorden hun doel bereikt hebben,
namelijk perspectief bieden? Zo bekeken waarschijnlijk wel.
Ze leiden naar een uitkomst, die wij ook nog op ons repertoire hebben:
de wens ‘dat een nieuwe wereld komen zal’
overal waar agressie is, onderdrukking, geen respect.
Maar bieden ze ons, mensen van nu, nog perspectief, inspiratie?
Tsja! ‘Breek mij de bek niet open’, zegt men dan.
Toen ik ze las, kon ik er eigenlijk niets mee.
Gelukkig is er het evangelie van Jezus
met de verkondigers ervan: Lucas, Marcus, Mattheüs en Johannes.
Johannes biedt ons een heel andere invalshoek,
niet vanuit de hemel, maar vanaf de aarde.
Daarbij laat hij Jezus nog met beide benen op de grond staan,
hoewel al met één been in het graf. Hemelvaartsdag lijkt daarbij nog toekomst.
Maar vergis je niet: Jezus vereenzelvigt zich al met zijn Vader in de hemel.
Johannes legt hem weliswaar woorden in de mond,
die we niet van hem gewend zijn.
Johannes laat Jezus spreken als een theoloog.
Toch kunnen we daar doorheen prikken,
als we de zinnen en gedachten eruit naar voren halen,
die ons ook in deze tijd wat doen.
Dan houden we een soort levenstestament over.
Daarin staat: ‘Ik laat jullie mijn leven na. Dat is een blijde boodschap.
Dit betekent niet, dat jullie alles gemakkelijk af zal gaan.
Maar houd goede moed,
net zoals ik, op mijn leven terugkijkend,
er vrede mee heb en die ook gevonden heb.
Na de dood hoop ik één te worden met de oorsprong van alle leven,
met mijn, met onze levensbron.
Wat een machtige vreugde zal dat zijn.
Dat evangelie laat ik jullie na.’
Moge het zo zijn.
Geloofslied: De vreugde voert ons naar dit huis
Collecte met muziek
Voorbeden
Wij bidden dat zij die verre landen moesten verlaten,
omdat hun mensenrechten er met voeten worden getreden,
ontferming vinden in den vreemde
en daar als evenmensen worden ontvangen.
Acclamatie: Keer U om naar ons toe
Wij bidden dat mensen in hun eigen land gelukkig kunnen zijn,
omdat iedereen daar de mensenrechten respecteert
en niet op de evenmens neerziet.
Acclamatie: Keer U om naar ons toe
Wij bidden dat de bevoorrechten van deze wereld
hun vreugde willen doorgeven aan de niet-gelijk-berechtigden
en dat wij oog hebben voor de misdeelden.
Acclamatie: Keer U om naar ons toe
Wij bidden voor onze eigen intenties,
voor hen die worstelen met het leven
en voor hen wier nagedachtenis wij meedragen in onze harten,
vandaag noemen we de vader van Franneke.
Gevraagd is ons ook te bidden tot intentie van …………
Tafelgebed
Van ver zijn wij gekomen van eeuwen her
uit het onbekende.
Wij wisten nog van niets, wij wisten niets van U,
maar droegen U met ons mee
in ons diepste wezen, in de wortels van onze traditie.
Hebt Gij ons opgezocht?
Hebt Gij u teruggetrokken?
De aarde onder onze voeten
is de vruchtbare grond om op te gaan
en om door U en voor U te koesteren
als de basis van het leven,
van alle leven ten einde toe.
Wij hier bijeen voelen ons tot U aangetrokken
en hebben ons van U een beeld gevormd
vanuit het vermoeden dat wíj er zijn
naar uw beeld.
Verhalen over U werden verteld,
zijn doorgegeven, zijn opgetekend,
voorgedragen en gezongen,
maar bovenal zijn ze geworden
tot een levende getuigenis door hem,
die zich overgaf aan U en aan de lijdende mens.
Hij riep ons op zijn woorden ter harte te nemen
om ze nooit te vergeten
en ze samen te vatten in hét richtsnoer
van alle leven: heb je naaste lief als jezelf.
Hij vroeg ons elkaar na zijn dood niet los te laten,
maar samen te blijven komen
zoals hij eens deed met zijn vrienden,
als genodigden aan één tafel,
brood te delen met elkaar,
als waren wij samen één lichaam met hem,
Jezus van Nazareth, die ons dit kostbaar gebaar naliet.
En ook wijn te laten rondgaan
om samen te drinken uit de bron van het leven
en dat saamhorigheidsgevoel met hem en elkaar
op te nemen in ons bloed.
Dit is het verhaal van ons hier bijeen
en wij willen het blijven herleven
iedere keer dat wij samenkomen
en dat doen in zijn naam,
zoon van zijn Vader, die wij vragen
zijn heilbrengende geest vernieuwend
over ons uit te blijven storten.
Daarom bidden wij nu zingend:
Onze Vader: Onze Vader in het verborgene
Vredeswens
Vrede is wat mensen bindt en bevrijdt.
De dromen, de hoop in de ogen, wensen wij elkaar toe
dat die het winnen en dat ze ons ter harte blijven gaan.
Vredeslied: Dona nobis pacem cordium
Communie
Wat houdt ons in leven?
Oosterhuis liet in zijn bewerking van het Magnificat
– twee weken geleden zongen we nog de versie van de Taizégemeenschap –
Maria zeggen: ‘ Voor jou: brood en wijn, land, rozen, liefde, opgaande zon.’
Wij delen brood en wijn,
en daarna zal Melodiek de Oosterhuis’ versie van het Magnificat zingen.
Wees welkom aan deze tafel.
muziek
Communielied: Niemand dan jij
Stiltemoment
Mededelingen
Slotgebed en wegzending
Psalm 126 (De nieuwe psalmberijming)
Het leek een droom, toch was het waar:
de HEER bracht ons weer bij elkaar.
Naar huis, naar Sion gingen wij.
Wat lachten wij, we waren vrij!
De volken die het zagen, zeiden:
‘Groot is de HEER die hen bevrijdde.’
De HEER was met ons lot begaan.
Ja, Hij heeft wonderen gedaan!
HEER, help ons en sta ons weer bij;
herstel ons land en keer het tij.
Wil, als een beek in de woestijn,
ook ditmaal levensreddend zijn.
Wie huilen moet als hij gaat zaaien,
zal juichen bij het koren maaien.
In tranen ging hij weg van huis,
blij komt hij met de oogst weer thuis.
Zegen
Gaan wij nu zonder tranen, maar blij
weg van hier, zoekend naar Hem
die voor allen licht in ‘t duister schiep
en die wij danken en benoemen als
onze vader, zoon en heilige geest. Amen.
Slotlied: Leven is van zeven dagen
1 Reactie
Hans Moerman
Goede Viering Wilton, waarin met weinig woorden veel wordt gezegd, en stof geeft tot nadenken.