San Salvatorgemeenschap 13 feb 2013
Aswoensdag
Thema 40-dagen-tijd: Bronnen van leven
Thema: Verstilling en inzicht
Voorgangers: Erick Mickers en John Parker
Openingslied: sieben letzte Worte van Joseph Haydn
Welkomstwoord en opening
Welkom lieve mensen.
Het is goed dat we met elkaar vanavond de moeite hebben genomen om hierheen te komen. Het is een teken dat wij de veertigdagentijd bewust willen beginnen,
om er in de weken naar Pasen toe ook anders in te kunnen staan.
Anders in de zin van de vanzelfsprekendheid voorbij.
Samen zoeken wat bijdraagt aan het goede leven.
Samen zicht krijgen op het echte leven.
Samen bronnen van leven ontdekken die zin en betekenis geven aan ons mens-zijn.
Dorre takken, water en verkoolde resten vormen vanavond de concrete bronnen van leven. De bijbel, de stilte en onze verbondenheid met elkaar zullen onze geestelijke bronnen zijn.
Mag dit samenzijn ons allen inspireren,
In de geest van de Ene, die we noemen,
De Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Amen.
Openingswoord
Ieder van ons, hoe geliefd we ook zijn, heeft periodes waarin het minder gemakkelijk gaat.
We kunnen er niet om hee, we kennen het allemaal.
Ook hij, 2000 jaar geleden, had zijn woestijnervaring.
Woestijnervaring
Een stem die zegt: jij mag er zijn, ik hou van jou.
Geraakt door het gebeuren gaat hij zijn weg.
Hij wordt beproefd. door honger.
Door honger naar aanzien.
Door honger naar macht.
Zijn beproevingen weet hij te doorstaan.
Wat blijft is de woestijn.
Totale verlatenheid, onoverzienbaar, oneindig, groots.
40 dagen lang.
Wat komt is de oase.
Niets dan verstilling.
Zicht op wat is.
Eindigheid.
Kwetsbaarheid.
Het einde wordt een nieuw begin.
Door verlangen naar liefde.
Door verlangen naar zin.
Door verlangen.
Hij wordt bezield.
Geraakt door het gebeuren gaat hij zijn weg.
Een stem die zegt: jij mag er zijn, ik hou van jou.
Openingsgebed
Laten we een moment stil zijn, met aandacht voor onze eigen woestijn, met aandacht voor onze eigen oase.
Jij, Ene, die ruimte schept, vrijheid geeft en adem brengt,
wees met ons, in wat we doen en laten,
in wat we zeggen, horen en denken,
in wat we zien, ruiken en proeven,
in wat we willen, kunnen en voelen,
in woestijn en oase.
Lied: Als alles duister is ontsteek dan een lichtend vuur
As is het beeld geworden van de vergankelijkheid van het leven:
van de ervaring dat alles uiteindelijk ooit sterft of kapot gaat…
Op het eerste gezicht is dat geen aangename gedachte,
maar eerder een deprimerende boodschap,
die ons ertoe aanzet om krampachtig te genieten
om verkrampt vast te houden aan datgene
wat we straks kunnen verliezen.
Maar diezelfde as kan ook stilletjes zingen
van een warme belofte en een smeulende, nieuwe toekomst,
van nieuwe vruchtbaarheid,…één vonkje is genoeg.
Daarom daagt ons geloof ons elk jaar weer uit,
om op aswoensdag een grijze grens te trekken,
een grens bij het begin van veertig dagen vasten.
Om bewust een aantal dingen te verbranden,
achter te laten en dan 40 dagen lang te oefenen in een leven zonder. . .
. . . een leven zonder wat ?
Vul het zelf maar in: iets wat je moeilijk kan loslaten
iets wat je leven tot een kleine of grote hel maakt,
iets wat je blijft doen, ook al voel je je’r niet goed bij,
iets waaraan je verslingerd en verslaafd bent…
Nemen we de tijd om daar over na te denken.
Misschien moet je in de komende dagen
nog wat verder nadenken,
over wat je wil verbranden in je leven.
Misschien is het voor jou al duidelijk.
Laat het dan nu maar in vlammen opgaan,
door jouw gedachten op te schrijven,
en buiten te verbranden, samen met de palmtakjes van vorig jaar,
om los te kunnen laten wat jou bindt en klein maakt.
Voel je uitgenodigd om op te schrijven,
al wat je achter je wil laten,
je kleine en grote beproevingen.
Laat de as een herinnering zijn aan wat gebeurd is,
Want leven wordt steeds geboren uit loslaten en sterven.
De as wordt humus en maakt de grond vruchtbaar.
Laten we het even stil maken, staren in de vlammen van ons leven.
Vergeving vragen voor wat er door ons toedoen fout liep,
maar zonder angst, zonder onrust,
want de Ene is bij ons, in dit uur,
in mildheid, verzoening en liefde.
Zachte pianomuziek: door Cor Rademakers
Eerste lezing uit het boek Wijsheid
Omdat u alles kunt, ontfermt u zich over iedereen;
u ziet voorbij aan de zonden van mensen, opdat zij tot inkeer komen.
Alles wat er is hebt u lief, niets van wat u gemaakt hebt is u te min;
u zou het niet eens gemaakt hebben als u er een afkeer van had.
Hoe zou iets tegen uw wil kunnen blijven bestaan?
Hoe zou iets kunnen voortbestaan als u het niet in het leven had geroepen?
U, Heer, hebt het leven lief en u spaart alles, omdat het van u is.
Tussenlied: Psalm 16 God bewaar mij als ik mijn toevlucht bij U zoek
Het evangelie volgens Matteüs
Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is.
En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Overweging
Eigenlijk kan ik kort zijn over het evangelie van vandaag.
Geven doe je niet voor je eigen gewin.
Vasten doe je niet voor de ander.
Bidden is geen uiterlijk vertoon.
Echt geven is om niet.
Oprecht vasten doe je voor jezelf.
In gesprek zijn met de Enige is iets intiems.
Liefde zal je beloning zijn.
Liefde voor de ander.
Liefde voor jezelf.
Liefde voor het Leven.
Dat kan alleen maar vreugde brengen.
Daar horen geen sombere gezichten bij.
Vasten is er zijn voor de ander,
breken met je wat je weerhoudt echt te leven en
proberen in contact te komen met de bron van jouw leven.
Niemand breng je daar mee in verlegenheid.
Het is de eindigheid en de kwetsbaarheid
die ons doen beseffen dat het gaat om het hier en nu,
om jouzelf en die ander,
in verbondenheid met al wat leeft en is.
Geen beloning op het einde van ons leven.
Het loon hebben we immers al ontvangen, namelijk ons leven.
Mag dat besef ons dankbaar stemmen!
Gebed rond de as
Van stof en as zijn we.
We zullen wegwaaien, verstuiven naar de vier windstreken,vvan stof en as zijn we.
Klein en nietig.
Vergaan zullen we terugkeren tot de aardev waaruit we zijn gemaakt.
Maar tegelijk zijn we van Jouw adem, God, adem na adem.
Leer ons om vanuit de herkenning van onze grenzen gelukkig te leven.
Dat wij ook de grenzen van elkaar aanvaarden.
Dat wij elkaar het leven gunnen en bevorderen.
Maak ons bereid tot delen van tijd en bezit.
Richt ons hart op Jou, onze oorsprong en onze bestemming.
Stof zijn we en stof worden wij.
Mag water en stof vermengen, vruchtbaar zijn en leven brengen.
In Godsnaam.
We nodigen jullie nu uit om deze as aan elkaar door te geven,
door wat as op iemands hoofd te strooien of
met as een kruisje ta maken op het voorhoofd.
Laat ons daarbij een zegenend woord uitspreken.
Een wens als het ware om mee op weg te gaan naar Pasen.
bv. ‘Ik wens je leven en bevrijding toe, hoe kwetsbaar je ook bent’
Strooien van as
Lied: De heer heeft mij gezien
Voorbeden met: Jij die onze gedachten raadt,
Wat wordt het moeilijk om te bidden, wanneer het enkel zou kunnen,
achter een gesloten deur, in totale afzondering.
In het vertrouwen dat we in verbondenheid met elkaar,
met open hart en zuiver van geest, ook de Ene in ons midden weten,
durven we, in alle eenvoud, te bidden
Om rust, opdat we oases scheppen in de woestijn.
Jij die onze gedachten raadt,
Om vrede. Opdat we leren de minste te zijn.
Jij die onze gedachten raadt,
Om daadkracht. Opdat we opkomen voor mensen in de knel.
Jij die onze gedachten raadt,
En samen willen we bidden, met woorden die Jezus ons heeft gegeven:
Onze Vader
Voor dat ik op stap ga wil ik de routekaart eens zien.
Een tocht van veertig dagen leg je niet in één stuk af!
Op zondag houd ik halt, de dag van de rust.
Veertig! Een mooi bijbels getal!
40 jaar woestijn om het Beloofde Land in te trekken.
40 weken zwangerschap om leven te geven.
40 dagen voor Elia om de berg van God te bereiken.
40 dagen voor Jezus om zijn zending aan te vangen.
40 dagen voor mij… om wat te doen?
Om Pasen te bereiken, het nieuwe leven!
En dan mag ik nog zoveel beschrijvingen beluisterd of gelezen hebben:
als ik zelf niet tot het einde ga, zal ik nooit weten wat het is.
Zegenwens
Met de as op ons hoofd, bewust van onze eindigheid en kwetsbaarheid,
maar aangevuurd en voortgestuwd door Gods levensadem,
gaan we deze veertigdagentijd in.
Moge de Eeuwige ons allen nabij zijn,
in het gewone, alledaagse van wat we doen,
in onze zorg voor mensen en aarde,
in onze dromen en idealen,
in ons streven naar een betere wereld hier en overal.
Mogen wij zo een zegen zijn voor iedereen,
in zijn naam:
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Slotlied: Op mijn levenslange reizen