Thema: Vertrouwen en Toevertrouwen
Voorgangers: Maria vd Dungen, Harry Willems en Clazien Pulles
Muzikale ondersteunung: Melodiek
Openingslied: Nu daagt het in het oosten
Welkom:
Welkom aan alle bekende mensen, welkom aan wie hier voor het eerst is binnengekomen. Fijn dat u er bent.
Dit is het meest donkere weekend van het jaar, de nachten zijn het langst en de dagen het kortst. De duisternis lijkt sterker dan het licht.
Op deze laatste zondag van de Advent breng ik u het hoofdthema van deze Advent nog eens in herinnering: Geloven verlicht.
Inleiding:
Advent is uitzien naar het licht van Kerstmis, dat tot ons komt in de geboorte van Jezus, de door God gezegende. Door de profeet Jesaja ook wel genoemd: Emmanuel, God met ons. Met kerstmis komt niet alleen God tot leven in ons en in deze wereld, maar komen ook wij tot leven, worden opnieuw geboren. God en mens komen samen aan het licht.
Vandaag willen we met elkaar stilstaan bij wat voor gezegende mensen wij zijn als we durven vertrouwen op dat “geloven verlicht’’, dat geloven ons leven lichter maakt, ons helderder doet zien en ons leven dragelijker maakt en dat dit zal uitstralen naar onze medemens en onze wereld.
Of met de woorden van Nelson Mandela: “Wij zijn geboren om de luister van God uit te dragen die in ons woont. Niet slechts in enkelen van ons maar in ons allemaal. Als wij ons licht laten schijnen geven wij anderen onbewust toestemming dat ook te doen. Waarom zouden we dat niet doen? Je bent toch een kind van God? Dat je je kleiner voordoet dan je bent, komt de wereld niet ten goede”.
Wat is dat ook al weer geloven? Hoe moet dat vandaag de dag? Wat kunnen we nog geloven? Wie of wat kunnen we nog vertrouwen, waar kunnen we ons nog aan toevertrouwen?
In het evangelie van vandaag wordt tegen Maria gezegd: Gelukkige vrouw, zij die gelooft. Dat geloof blijkt een geloof van verwachting te zijn, in verwachting te zijn, van vertrouwen dat God in ons geboren wil worden en je daaraan toe te vertrouwen. Mogen we in dit vertrouwen in deze viering bij elkaar zijn.
Gebed
Samen hier bijeen worden we stil om ruimte te maken voor jou
Hier maken we ons voor even los van wat ons bezighoudt
en stellen we ons open voor de belofte van een kind
waarmee we verder mogen gaan.
In vol vertrouwen van duisternis naar Licht.
Ontsteken van de Adventskaars met acclamatie Keer je hart tot mij.
Eerste lezing: Licht gaat met je mee
Er was eens een kind, dat op een koude winteravond brood moest gaan brengen naar een gezin, dat een heel eind verderop in het bos woonde. Het was een cadeautje van tante voor de vader en de moeder van de baby, die daar pas geboren was.
“Maar tante, het is koud! En het is heel ver,” zei het kind. “Kom,” zei tante, “kleed je warm aan en bedenk maar, dat ze heel blij zullen zijn, wanneer je er bent.” “Ja, dat zal wel, maar het is ook al echt donker buiten!” “Dan geef ik je een lamp mee. Goed?”
“Goed dan,” zei het kind. Lekker warm aangekleed, met een brood onder de arm en een lamp in de hand, ging het op weg. Het eerste stuk was gemakkelijk. Uit de huizen naast de weg kwam licht. Maar de weg veranderde in een pad, waarnaast geen huizen maar bomen stonden. Het kind ging langzamer lopen, steeds langzamer en uiteindelijk stond het stil. Het wilde niet terug gaan, maar durfde ook niet verder. Toen het daar al een tijdlang stond, kwam er iemand aanlopen uit het bos. Het was de vader van de baby.
“Wat sta jij hier te doen?” vroeg hij. “Ik wil iets naar jullie gaan brengen, maar ik durf niet meer. Het is daar zo donker,” zei het kind en wees voor zich uit. “Dat klopt”, zei de vader, “maar zet eens een stap vooruit. Waar is het nu donker?” “Een stukje verder,” zei het kind. “Zet nu eens twee stappen vooruit. Waar is het dan donker?” “Nog een stuk verder!”
“Wanneer je zelf licht hebt, gaat het licht met je mee,” zei de man. “Ik moet even weg, maar je mag op me wachten. Dan lopen we zo meteen samen.”
Dat laatste had het kind al niet meer gehoord, omdat het helemaal opging in het spel van stappen vooruit. Drie, vier, steeds meer. Zo kwam het aan bij de moeder en de baby. Met een brood, met licht en met plezier.
De vader vond, toen hij terug kwam, niemand meer op het pad, maar wel in zijn huis.
Tussenzang: De nacht loopt ten einde
Tweede lezing: Lucas 1: 39-45
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabeth begroette.
Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
Acclamatie: Magnificat
Overweging
Nog enkele uren en we vieren de geboorte van het Kerstkind en dan kun je aan de moeder toch niet voorbijgaan. Maria bezoekt haar oude nicht Elisabeth, en wat eigenlijk niet kan: beide dragen nieuw leven,. Door hun geloof en vertrouwen, door hun jawoord aan God ontstaat er nieuwe toekomst,. kan de wereld veranderen. Het begint al hier: de belangrijke Elisabeth geeft Maria alle eer en prijst haar geloof. Maria’s zwangerschap is een daad van overgave, van vertrouwen. Aansluitend aan deze lezing zingt Maria het Magnificat en dat is pittige taal… Vanaf nu gaat het niet meer om wie belangrijk is of wie macht heeft: geloof, vertrouwen en dienstbaarheid aan elkaar: daar draait het om bij God.
Mijn bijdrage hier vandaag, waar het gaat over vertrouwen en toevertrouwen, laat ik begeleiden door een beeld. U ziet een piramide, met daarbinnen een labyrint. Dit beeld is ontworpen door Henri Boelaars, een monnik die woonde en leefde in de Slangenburgabdij in Doetinchem. Hij heeft jarenlang studie gemaakt van Hildegard van Bingen, een religieus uit de 11e eeuw. Zij had vele visioenen, onder andere van een driedimensionaal doolhof, dat mensen steeds dichter bij God brengt.
Ik ben zelf erg geraakt door dit beeld omdat het voor mij een aantal elementen bevat, dat nadrukkelijk met het leven, met de levensweg te maken heeft. Het is de metafoor voor de zoekende mens, de religieuze mens.
Piramides zien er uiterlijk zeer massief en vooral gesloten uit. Deze doorzichtige piramide maakt door zijn transparantie, juist het innerlijke zichtbaar. Daarmee lijkt het meer op een doorzichtige tempel, een berg van zeven nivo’s met op elk nivo deuren (poorten), die naar het midden leiden, de lichtgevende, steeds weer lokkende kern. Het is een troostrijke gedachte dat je onder alle omstandigheden de kans gegeven wordt het licht te vinden. Helemaal bovenaan straalt het ultieme heldere witte licht, dat je kunt bereiken na het doorlopen van de hele piramide.
Wanneer je het labyrint van boven bekijkt, overzie je het leven: drie stappen vooruit en twee terug. Het lijkt een spel, maar het bevat juist een veel diepere wijsheid. Tijdens de fases in het leven, die nooit vloeiend verlopen, kun je steeds dichter bij de essentie komen. Soms zie je het licht, zonder dat er echt bij kunt komen.
Het bijzondere van de piramide is dat die op een spiegel staat. Deze spiegel heeft het effect van een onverwachte diepe ondergrond, van een oer diepte, waarin je je nauwelijks durft te wagen.
In de spiegel wordt de diepste oergrond van alle leven zichtbaar en krijg je het vermoeden van het onbewuste leven van de ziel. In het geheel zien we de rode draad van Ariadne, als wegwijzer, als houvast.
Tot zover de gedachten van monnik Boelaars bij het vormgeven van zijn piramide met het labyrint
De piramide met het labyrint als symbool voor de levensweg van de mens. Steeds weer bewegend, richting zoekend naar de nabijheid van het licht om uiteindelijk bij de lichtbron, bij God te komen.
De levensweg van de mens is er een van vertrouwen én toevertrouwen.
Het beeld symboliseert de wegen die wij gaan …… die wij moeten gaan. Gelovig zijn, vertrouwensvol op weg gaan en ons durven over te geven, in liefde en hoop het leven invulling geven.
Bij het woord toevertrouwen, komt er een dimensie bij: dat het leven een weg kiest, dat de weg jou kiest. Dan is er geen sprake van iets dan jij gekozen hebt, maar het gebeurt … aan het leven zelf:
je ervaart iets als een opdracht ….…
je wordt geconfronteerd met tegenvallers ..….
mensen om je heen maken andere keuzes …..
je verliest iemand die je dierbaar was…
maar ook: verwondering over schoonheid..
over ontmoetingen met mensen ….
onverwachts een stukje in het licht lopen
Enzovoort, enzovoort …..
Een weg die jij kunt kiezen, maar vooral een weg die jou kiest!
In de hoogte- en dieptepunten van het leven, je toevertrouwen aan de levensgebeurtenissen, die je ontvallen, maar vooral ook toevallen. Ikzelf gebruik daarbij graag de term ‘buigen voor het leven’, voor jouw leven. Buigen …… soms omdat je niet verder kunt handelen, dat je de handen in de schoot legt en je toevertrouwt aan wat er op je weg is gekomen. Buigen voor het leven omdat je verwonderd en dankbaar bent over al het goeds dat je toevalt: mooie dingen, fijne ontmoetingen, aan dat wat je deelt met mensen om je heen ….. aan wie je bent en kunt zijn!
Leven in vertrouwen én toevertrouwen betekent steeds weer de beweging naar boven maken, dichter bij de bron van leven, dichter bij God. Jij gaat je weg en richt je daarbij steeds op het licht dat in de kern aanwezig blijft. Op weg naar Kerstmis maken we ook weer de beweging in de richting van het licht, opdat we allemaal gesterkt worden door nieuwe tekens van leven en licht.
In ons vertrouwen en toevertrouwen aan de weg die voor ons wordt uitgerold – zoals in de piramide de rode draad als houvast is uitgelegd – hechten wij ons vaak aan de woorden die we met elkaar bidden en zingen: ‘Ik zal er zijn!’
In dit gevoelde antwoord moet je je toevertrouwen aan ‘leven’, aan jouw leven, om steeds weer op weg te durven, te weten én ervaren dat God steeds met je meetrekt. Amen.
Geloofslied: Kom tot ons de wereld wacht
Voorbede:
In deze donkere dagen is het goed elkaar te zeggen
dat de nacht ten einde loopt.
Bidden wij om vertrouwen,
vertrouwen in de kracht van het leven
bij pijn of verdriet.
Keer je hart tot mij
Bidden wij om waakzaamheid
in onze slapende en blinde wereld.
Voor mensen die de tekenen des tijds wel zien én verstaan
en er naar handelen.
En voor hen die zich laten raken door armoede en uitsluiting,
dat ze kracht blijven vinden in het diepe geloof dat hen voedt.
Keer je hart tot mij
We vragen om steun voor onze zieken, laat hen ervaren dat zij gedragen worden
We bidden ook om kracht voor hen die een dierbaar mens moeten missen
Verbonden voelen we ons ook met onze overledenen, die ons voorgingen en voorleefden
wij noemen met name: Christ Peperkamp, Johan van Rooij, Nel Al, Jan v.d. Boogaard,
Wim van Heel, Chris Kleijzen, Anneke v.d. Pol-Couwenberg, Wies Stael – Merkx
Keer je hart tot mij
Tafelgebed
Vredeswens
Vrede en alle goeds voor iedereen hier onder dit gastvrije dak.
En dat spoedig vrede mag komen, waar nu nog gevochten wordt.
Lied za: Vrede voor jou – zo: Dona nobis pacem/
Uitnodiging communie
Mensen bestaan door en voor elkaar.
Delen van voedsel is een gebaar van vertrouwen in het leven.
Daartoe worden we allemaal uitgenodigd.
Lied za: Het was een maged uitverkoren zo: Hail blessed virgin Mary
Slotgebed: van Peer Verhoeven naar Gabriël Smit
Ik zag een boom heerlijk groen: volop in blad, met sterke takken,
dichtbij een kleine oude veldkapel.
Zo zou ik, God, in het leven willen staan:
diepgeworteld in de aarde, met armen als takken
breeduit toegestoken en reikend naar een hemel waar dan ook.
Zo zou ik in stil vertrouwen al mijn levensdagen willen groeien
tot bij U, wie en waar Gij ook zijt.
Wegzending:
Wanneer je gelooft dat het kan, ga dan, ga op weg en vertrouw,
ook al ligt de verwachting vaak ver voorbij de realiteit.
Al doende, met je hart, kun je realiseren wat mogelijk is
-teleurstellingen inbegrepen.
Zegen
Zegenen wij elkaar met hart en handen.
Zegenen wij elkaar in het leven
Dat wij delen, zo kwetsbaar als het is.
En die God en goed is zegene ons
in de naam van de Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.
Slotlied za: Midden in de winternacht – zo: Als groen dat in de wintertijd