Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 17 mei 2015
Thema: Vurig en eensgezind bidden
Voorganger: Gepke Kerssen
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied: Dit huis is een huis

Welkom en openingswoord
Welkom wie je ook bent, wat je ook bent. Welkom wie hier voor het eerst is. Ik hoop dat je je thuis voelt bij ons. Welkom als dit huis je vertrouwd is. Dit huis waar we bijeen zijn in de naam van de Vader, de zoon en de goede Geest.
We leven in een tijd waarin het oude heeft afgedaan en het nieuwe nog niet zichtbaar is. Veel mensen voelen zich verweesd of ontworteld. Je kunt je dan vastklampen aan iets of iemand die je zekerheid biedt, maar er is ook een andere houding mogelijk: je kunt actief openstaan voor wat er komt, vol verwachting uitkijken naar een nieuwe toekomst, een beweging waarin je wil meegaan.
Deze houding herken ik in Maria aan wie we denken in deze meimaand en over wie we horen in één van de lezingen. Verwachten, in vertrouwen afwachten… wij zijn daar niet zo goed in. We willen resultaten zien. Toch gaan we het proberen vandaag, op deze zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren

Gebed
Ons huis staat open Voor jou, goede geest
Adem ons open Maak ons ontvankelijk
Voor het wonder van het leven Dat telkens geboren wordt
waar mensen met aandacht en liefde leven
Lied: Gij moet het eenzaam laten

Inleiding op de lezingen
Bij de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen, bidt hij voor zijn leerlingen, voor de tijd dat hij niet meer bij hen is. Geen gemakkelijke tekst, maar het gaat over eensgezind zijn, verbondenheid met God en met elkaar, over gezonden zijn in de wereld om deze anders te maken.
Als tweede lezing een tekst die zelden gelezen wordt; de tekst volgt op de Hemelvaart van Jezus

Eerste lezing: Johannes 17: 14-26
Ik heb hun uw woord gegeven. De wereld haat hen, omdat ze niet bij de wereld horen, zoals ook ik niet bij de wereld hoor.
Ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of u hen wilt beschermen tegen de duivel.
Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor.
Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid.
Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden.
Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn.
Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven.
Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden.
Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij:
ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad.
Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen dan zijn waar ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die u mij gegeven hebt omdat u mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd.
Rechtvaardige Vader, de wereld kent u niet, maar ik ken u, en zij weten dat u mij hebt gezonden.
Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal ik blijven doen, zodat de liefde waarmee u mij liefhad in hen zal zijn en ik in hen.’
Lied: Wie mag te gast zijn

Tweede lezing: Handelingen 1:12-14
Toen keerden zij terug naar Jeruzalem van de berg, genaamd de Olijfberg, die dicht bij Jeruzalem is, een sabbatsreis daarvandaan.
En toen zij in de stad gekomen waren, gingen zij naar de bovenzaal, waar zij verblijf hielden: Petrus en Johannes en Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeus en Matteus, Jakobus, de zoon van Alfeus, en Simon de Zeloot en Judas, de zoon van Jakobus.
Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.
Lied: Onhoorbaar, onzichtbaar

Overweging Wat eens was, is nu voorbij.
Jezus trekt niet meer rond met zijn leerlingen om waar hij komt de goede boodschap te brengen en mensen te genezen van hun pijn, het brood met hen te delen, hen in de kring uit te nodigen: je hoort erbij, wie je ook bent.
En ook wij leven in een tijd zonder leider. We willen niet meer iemand die ons precies vertelt wat we moeten doen, hoe we moeten leven en geloven. We zoeken het zelf wel uit. Tegelijk is dat voor veel mensen moeilijk. Ze voelen zich verweesd, verdwaald in een samenleving die hen geen houvast biedt.
De leerlingen van Jezus weten ook niet hoe het verder moet nu Jezus niet meer bij hen is. Zouden zij dat wel kunnen: doen wat Jezus heeft gedaan?
De leerlingen trekken zich niet terug in hun huizen. Moeder Maria zit niet met haar kinderen thuis bij de pakken neer. In deze tijd van onzekerheid zoeken ze elkaar op, zoals wij ook elkaar hier hebben opgezocht. Vurig en eensgezind bidden zij voor de toekomst. Dat uitzien naar de toekomst, dat herkennen wij als gemeenschap. Dat vuur denk ik ook.
Maar woorden als bidden en eensgezind zijn moeilijker.
Eensgezind, is dat weer zo’n poging om ons in het gareel te krijgen? Om van ons zo’n grijze massa te maken; allemaal hetzelfde denkend. De dingen doen zoals we die altijd hebben gedaan.
Ook bij de familie van Jezus en de leerlingen was eensgezindheid niet vanzelfsprekend. Er was al tijdens Jezus aanwezigheid een strijd om wie het voor het zeggen zou hebben.
Bij Jezus ging het nooit om hoe belangrijk je was. Ja, Petrus noemde hij de rots waarop de kerk gebouwd zou worden. Maar een fundament is niet genoeg voor een levende gemeenschap. Vertel het verder, zei Jezus tegen vrouwen die geraakt waren door zijn woorden en zijn manier van leven. En Johannes spreekt over die andere leerling naast Petrus, de leerling van wie Jezus hield. Een broer van Jezus werd later de leider van de geloofsgemeenschap in Jeruzalem. En natuurlijk is daar ook Maria.
Iemand vertelde me dat zij Maria altijd zo zwijgend, zo passief vond. Zo staat ze ook op de meeste schilderijen afgebeeld. Als een meegaande, wat in zichzelf gekeerde vrouw.
Ik zie haar juist als een fiere vrouw die openstaat voor het wonder van het nieuwe leven, het visioen van een nieuwe aarde en daar haar bijdrage aan wil leveren. Na de aankondiging door de engel blijft ze niet thuis afwachten, maar gaat ze op reis om deze bijzondere ervaring met een andere vrouw te delen. Daar zingt ze haar lied, het Magnificat, een lofzang op de Eeuwige, een lied van hoop op een nieuwe aarde, een wereld zonder bazen.
Ik zie haar op de bruiloft te Kanaa: ze merkt de bezorgdheid op over de wijn die opraakt en ze onderneemt actie. Ze is vol vertrouwen als Jezus niet meteen op haar vraag ingaat en waarschuwt alvast de bedienden. Ze weet niet wat hij zal doen, maar ze is er zeker van dat het goed komt. Na Hemelvaartsdag komt ze met haar kinderen bijeen met de leerlingen. Geen staren op wat vroeger was en ongerust kijken naar het heden en de toekomst. Ze zien uit naar de toekomst. Staan open voor wat komen gaat, voor de beweging van het lopend vuur, mensen aangestoken door de liefde, door het visioen van vrede. Zo zijn ook wij eensgezind in ons verlangen naar een nieuwe wereld, hoe verschillend we ook zijn.
Maria en de leerlingen bidden vurig: dat is je verlangen uitspreken, je vertrouwen in de Aanwezige. Loslaten, open staan voor het nieuwe.
Het is niet wat mensen vaak denken, dat je met bidden de verantwoordelijkheid van je afschuift. Je neemt juist de verantwoordelijkheid op je. Je kunt niet bidden voor een nieuwe wereld en zelf aan de kant blijven staan. Maar soms weet je nog niet wat jouw taak is. Soms is het nog niet het goede moment, de kairos. Zo’n moment waarop je weet: dit moet ik doen, dit is wat ik wil. Bidden is vertrouwen op dat moment.
Ook Jezus is vol vertrouwen dat het goed komt als hij er niet meer is. Voor het laatste bidt hij voor de mensen die hij achterlaat. Voor ons zijn het woorden die we moeilijk verstaan. Hij ziet de nieuwe wereld voor zich waar hij in gelooft, maar ook de huidige wereld die hem ombrengt. Tegenover de hemelse krachten die licht en leven brengen, staan di duistere krachten en machten die hij duivel noemt. Zijn vrienden zijn mensen van de toekomstige wereld, maar die ander kant trekt ook: twijfel of het allemaal wel waar is, haalbaar. Wat kan ik doen in mijn eentje?
Daarnaast die kracht, die hang naar macht die de verbondenheid met elkaar aantast, die je ongeloofwaardig maakt voor anderen. Zie je wel, in de kerk doen ze al net zo als ergens anders. Denk aan het misbruik in de kerk, misbruik van macht die de waardigheid van de ander aantast. Daarom bidt Jezus om verbondenheid tussen zijn vrienden. Bidt hij dat ze zich steeds weer afvragen waarom ze er eigenlijk zijn als geloofsgemeenschap. Een vraag die we ons steeds opnieuw moeten stellen.
Zoeken naar wat waar is. Niet de waarheid waarmee je anderen om de oren slaat, maar een richting in je leven die je wel uit moet gaan, als persoon en als gemeenschap. Een richting die je met die oude woorden op tafel samen steeds weer mag ontdekken. Samen luisterend naar die woorden die je niet zelf bedacht hebt, maar die de eeuwen door zijn ervaren als waar, samen biddend, open staan voor die diepte vraag vanbinnen: zou jij niet. Zouden wij als gemeenschap niet… Samen in gesprek over wat wij ten diepste ervaren. Samen zoeken naar een manier van leven die de nieuwe wereld zichtbaar maakt voor mensen buiten de gemeenschap. Een manier van leven die waarachtig is, daden die passen bij woorden. Heilig heet dat in de termen die Johannes gebruikt.
Hier mogen we daar samen iets van ervaren: heilige grond. Stil vallen om iets wat je overstijgt. Iemand die je bij de naam noemt.
We aarzelen nog in deze tussentijd. Maar met Maria, de broers en vrienden van Jezus, zien we uit naar dat heilig vuur, dat ons in vuur en vlam zet en we weten: dit is waarom we hier zijn.
Geloofslied: Van grond en vuur

Voorbeden
Voor mensen die zich verdwaald voelen in deze samenleving:
voor kwetsbare mensen, voor wie het te snel gaat,
te ingewikkeld is, te ruw
bidden wij dat zij geaccepteerd mogen worden zoals ze zijn.

Houd mij in leven

Voor mensen die zich zorgen maken over de samenleving.
Dat zij zich niet terugtrekken maar anderen vinden
om zich samen in te zetten voor een nieuwe wereld.

Houd mij in leven

Voor wie lijden onder het geweld van groepen die elkaar bestrijden;
voor wie vluchten voor het geweld of voor de uitzichtloosheid
bidden wij om vrede en om barmhartigheid.

Houd mij in leven

Voor wat geschreven staat in het intentieboek:
voor mensen die het zwaar hebben,
voor situaties die moeilijk zijn,
bidden wij om licht en om leven.
Wij noemen de namen van mensen die ons voorgingen.
Met liefde en respect gedenken wij hen

Tafelgebed
In de geest van jouw Liefde zijn wij hier samen, als vrienden aan één tafel,
om Jou te danken voor alles wat groeit en bloeit, voor de wereld waarop wij wonen,
dat Jij een moeder en vader wilt zijn, voor grote en kleine mensen,
dat Jij ons roept om goed te zijn, om brood te delen met elkaar,
dat jij ons samen brengt, tot verbondenheid met iedereen.

Wij danken Jou voor Jezus van Nazareth, mens onder mensen,
in wie Jij zichtbaar werd, als die nabije Ander,
als vriend begaan met ons, als broeder uit één familie, verbonden en betrokken
met ieder die op zijn pad kwam.

Zo ging hij ons voor, op weg naar vrede en geluk, door blinden een gezicht te geven,
door onderdrukten op te tillen, door stommen een stem te geven,
door verlamden op de been te zetten, door doden te laten leven.

Zo vroeg Hij ons te doen wat hij heeft gedaan:
het leven met elkaar te delen, in vriendschap en liefde.
Daarom zijn wij hier bijeen, zoals die laatste avond.
Terwijl Hij dankte voor de gaven,
brak Hij het brood en deelde het uit aan zijn vrienden en zei:
Dit is mijn lichaam dit ben ikzelf voor jullie gebroken.
Doe wat ik heb gedaan noem niemand je vijand,  maar iedereen je vriend
Deel met elkaar het brood van alledag en blijf samen onderweg.

Toen nam Hij een beker met wijn gaf die aan zijn vrienden en zei:
Drink uit deze beker mijn bloedeigen leven deel met elkaar vreugde en verdriet
deel met elkaar de lucht, het water en het land en alles wat de aarde je te bieden heeft.

Daags daarna is Jezus gestorven, maar niet voorgoed.
Telkens als wij samenzijn, als vrienden aan één tafel  ontmoeten wij Jezus,
in het delen van brood en wijn,
voelen we ons door Hem en met Hem verbonden,
herkennen we Hem in elkaar.
Zo houden wij zijn geest levend, zo kunnen wij leven in zijn geest.
Verbonden met elkaar en met Hem,
bidden we samen het gebed dat Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied: Maak mij tot een bedding van uw vrede.

Lied tijdens de communie Wat in stilte bloeit

Gebed
Bron van licht en leven
Wij danken u voor woorden die ons dichter bij elkaar brengen
die ons eensgezind doen openstaan voor de nieuwe wereld
en voor onze plaats daarin, als persoon en als gemeenschap Houd ons gaande onderweg,
Schenk ons uw geest, uw vuur.

Slotgedachte
Ik hoorde een mooi verhaal over Maria. Na de dood van haar zoon reist ze langs verschillende plaatsen waar Jezus geweest is.  Op die reis hoort ze een lied zingen dat haar aan Jezus herinnert; er zijn handen die haar opvangen als ze valt, handen die brood en wijn met haar delen.
Op alle wegen kom ik jou tegen!
Dat wij net als Maria de Levende mogen ontmoeten in mensen op onze weg.

Zegenwens
Dat het verleden je mag helpen om toekomst te zien
Dat je het vuur mag ontvangen om op weg te gaan
Die nieuwe wereld tegemoet
Wees gezegend, wees tot zegen
in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Slotlied: Wie ten einde toe

Plaats een reactie