Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 24 – 25 aug 2013
Thema: Zwijgen over God?
Voorgangers: José Vos,  Kiek van Boxtel, Wilton Desmense, Erick Mickers

Openingslied: za:Onstilbare tonen, zo: Dit is een huis

Begroeting en welkom
Hartelijk welkom allemaal,  fijn om elkaar hier weer te mogen ontmoeten,
dat u hier maar mag vinden  wat u hier naar toe heeft gebracht,
mogen we dat elkaar toewensen in godsnaam

Openingswoord
In de afgelopen vakantieperiode heb ik samen met mijn  vrouw veel gewandeld en gefietst. En terwijl we tijdens het fietsen en wandelen veel zagen hadden we af en toe toch de behoefte om even stil te staan of te gaan zitten. Om datgene wat we zagen echt tot ons door te laten dringen, om nog meer te kunnen genieten en ons te verwonderen. Om dan vervolgens weer met een blij gemoed op stap te kunnen gaan.  Maar, eerlijk is eerlijk, niet alles wat we meemaakten in de vakantie was even mooi of leuk. En ook dan moesten we er even bij stil staan of er voor gaan zitten om te beseffen wat het voor ons betekenden. Om daarna weer opgemonterd verder te kunnen.
Doen we dat niet wekelijks wanneer we hier elkaar ontmoeten? Even een pas op de plaats op onze levenswandel om doordrongen te raken van wat ons beroert, beweegt en in beweging houdt om weer verder te kunnen.
Even houden we ons leven tegen het licht.
Tegen het licht van wie eigenlijk?
Even willen we een klankbord hebben voor onze hartenkreten.
Maar komen onze hartenkreten in woorden ergens terug dan?
Even proberen we op adem te komen.
Welke adem bedoelen we daarmee?
Gaat het over Gods’ licht, Gods’ woord, Gods’ adem?
Kunnen we er iets van zeggen?  Of rest ons het zwijgen?
Het is alweer een aantal weken geleden dat we in een kleine groep bij elkaar kwamen om deze viering voor te bereiden. Samen met José Vos, Wilton Desmense en Kiek van Boxtel hebben we onze gedachten laten gaan over het thema van vandaag: “zwijgen over God”.
Al snel waren we eruit. Gewoon een uur met elkaar zwijgen, stil zijn om dan weer uit elkaar te gaan. Dus laten dat maar doen en ons nu hullen in stilzwijgen….
We beseften dat dat voor sommigen toch wat teveel gevraagd zou zijn dus ging ons gesprek verder. En na twee uur ontdekten we dat we over het thema ‘zwijgen over god’ niet uitgesproken kwamen.  Iets van onze gedachten willen we graag met u delen.
Waarom?
Om stil te staan bij wat ons zo bezighoudt, ons leven en de rol van de Ene daarin.
Laten we toch maar, al is het maar even, een moment van stilte scheppen,
om het leven werkelijk te kunnen vieren.

Gebed:
Jij, onnoembare,  meest nabije,
hoe te spreken,  hoe te zwijgen,  hoe te zijn,
tot Jou…
Gekeerd in onszelf  is er dat vermoeden,
dat dieper weten in ons hart,
dat onze ziel,  jouw ziel is.
Gekeerd in onszelf  zie jij
hoor jij
dooradem jij,
heel ons leven.
Keer ons om naar Jou toe,
keer ons toe naar elkaar met  jouw ogen,
jouw stem  en jouw adem
alle dagen die ons gegeven zijn.
Acclamatie: Gij die een en eeuwig zijt/ Wek mijn zachtheid weer

Eerste lezing: De blinden en de olifant
Er was eens een koning die tegen een dienaar zei:
“Verzamel vier mensen die vanaf hun geboorte blind zijn
en laat ze een olifant zien.”
De dienaar deed wat hem opgedragen was
en bracht de blinden om de beurt bij de olifant.

De eerste bij de slurf, de tweede bij zijn oor,
de derde bij een poot en de vierde bij de staart.
Hij zei: “Zo ziet een olifant er uit.”

De blinden betastten met hun handen
het lichaamsdeel van de olifant waarbij ze stonden.
Daarna liet de koning de blinden bij zich komen en vroeg:
“Hebben jullie de olifant gezien?”

“Ja, majesteit,” zeiden ze, “we hebben de olifant gezien.”
“Zeg mij dan, hoe ziet een olifant eruit?”
De eerste blinde, die de slurf had gevoeld, antwoordde:
“Een olifant is lang en kronkelend als een slang.”

“Nee, zo is een olifant niet,” zei de tweede, die het oor had betast. “Een olifant is breed en ruig als een tapijt.”

“Wat een onzin!” riep de derde, die bij een poot had gestaan.
“Een olifant is groot en rond als een pilaar!”

“Jullie weten er niets van!” schreeuwde de vierde blinde,
die de pluim van de staart had gevoeld.
“Een olifant is als een bezem!”

“Kijk”,  zei de koning, “zo heeft ieder een eigen beeld van de werkelijkheid.”

LIED: za: Wat vrolijk over U geschreven staat – zo: Deze woorden aan jou opgedragen

EVANGELIE volgens Lucas 19,36-40 (uit de Naardense Bijbel)

Terwijl Jezus verder trekt  spreiden zij hun kleren over de weg.  Als hij dan de afdaling van de Olijfberg nadert beginnen ze,  heel de menigte der leerlingen,  vol vreugde God te loven met grote stem,  om alle tekenen van kracht die zij hebben gezien,- zeggend:
gezegend hij die komt,- de koning!- met de naam des Heren!-
in de hemel is vrede, glorie heerst in den hoge!
Enkelen van de farizeeërs uit de menigte zeggen tot hem: Leermeester, bestraf je leerlingen!
Ten antwoord zegt hij: Ik zeg u, als zij zich in zwijgen hullen, zullen de stenen schreeuwen!

ACCLAMATIE: Alles is nog maar woord eeuwige, onzienlijke 192  of    wek onze kracht  45 (Gij die het sprakeloze bidden hoort)

OVERWEGING: door José Vos
Zwijgen over God?
Toen Erick vrijwilligers vroeg om deze viering mee voor te bereiden, heb ik me vrij ondoordacht aangemeld en nu sta ik hier. Een beetje tegen mijn zin, want ik vind het nogal aanmatigend om eenzijdig mijn zegje te doen over een thema dat vraagt om gesprek. Bovendien voel ik mij zeker zo gehandicapt als de blinden bij de olifant. Zij konden de olifant nog aanraken en benoemen wat zij voelden, ook al had dat niet veel van doen met olifanten. Naar God kun je alleen maar zoekend tasten. Nooit aanraken of zien. Hoe kun je dan spreken over God? Misschien maar beter om helemaal over God te zwijgen?
Maar toch… Misschien herkent u die momenten, willekeurige momenten waarop zomaar het gevoel je overvalt van: ‘ heel de aarde jubelt en juicht’  en gehoorde woorden opkomen als: ‘schoot van ontferming’; tastbaar aanwezig’; ‘die mij draagt’. Het gebeurt, ondanks de vreselijke dingen, waar ik me ook van bewust ben. Ik kan niet bewijzen, dat dat diepe besef of hoe je het ook noemen wilt iets met God te maken heeft. Beter om God er buiten te laten? Zwijgen over de volheid van mijn hart of spreken?
‘Er is een tijd van zwijgen en een tijd van spreken’, zegt Prediker. In de Bijbel heeft ‘zwijgen’ over het algemeen genomen iets negatiefs of passiefs. Mensen zwijgen over God uit schaamte of wanneer er scheve schaatsen zijn gereden; uit berusting of ongemak, uit berouw of als inkeer. In afwachting van het oordeel wordt gezwegen of men slaat dicht uit ontzag of uit verlegenheid.
Maar er is ook een tijd van spreken. Al zouden de profeten misschien liever gezwegen hebben, ze moesten spreken.  We hoorden Jezus tegen zijn leerlingen zeggen: ’Als jullie zouden zwijgen, zouden de stenen schreeuwen.’ En op het eerste Pinksterfeest doorbreken de leerlingen van Jezus hun angstige zwijgen en getuigt Petrus als eerste van de grote daden van de Eeuwige. Tijdens Paulus’ verblijf in Korinte hoort hij in een visioen een stem die zegt: ‘Wees niet bang, blijf spreken en zwijg niet. Ik ben bij je.’
Intussen legde Paulus wel de vrouwen in de gemeente van Korinte het zwijgen op. Misschien had hij daar zijn redenen voor, maar het is fout om in totaal andere situaties  zo’n verbod eeuwenlang te handhaven. Ook vrouwen spreken over Degene, die wij uit verlegenheid ‘God’ noemen en nog zoveel namen heeft. Ook het woordje ‘God’ is maar een poging om het onbenoembare te benoemen.
De Bijbel doet dat op eindeloos veel manieren. Alleen de vier letters, waarmee de Eeuwige zich aan Mozes openbaarde, worden in het Jodendom nooit uitgesproken om de onuitsprekelijke grootheid van de Eeuwige ( en ook dat is  weer gestamel) te benadrukken. Tegelijk zijn er tientallen namen, maar die zijn nooit definities  van het goddelijke, maar uitdrukking van verlangen, van ervaring of van dankbaarheid. Zoals de blinde de olifantspoot een boom noemt misschien vanwege zijn hunkering naar of herinnering aan geluiden en geuren van het woud.
Als je denkt  God vast te kunnen leggen in definities en dogmas, kun je maar beter zwijgen over God. Zo kan Job niets met de dichtgetimmerde godsbeelden van zijn vrienden. Pas wanneer hij zelf het ontzagwekkende van de schepping ervaart, overstijgt hij zijn ellende en gaat hij spreken: ‘slechts van horen zeggen kende ik U’.
Als we niets over God kunnen zeggen, moeten we dan zwijgen of gaan we spraak maken? Maar hoe? Het Hebreeuws heeft voor spreken en doen één en hetzelfde woord. Spraak maken over God door te ‘doen’. Spraakmakend handelen.  We hebben de tien verbondswoorden op Sinaï te horen gekregen om ze te doen als weg naar ‘sjalom’: naar een toffe wereld, waar de verhoudingen ‘recht’, dat wil zeggen ‘in balans’ zijn. Jezus heeft zich verzet tegen misbruik van die woorden als dwangbuis en ze opnieuw het hart gegeven, zoals was bedoeld. Het hart van ‘compassie’, zoals Karen Armstrong het noemt. Geen medelijden, maar het geven van je hart aan je naasten, aan de wereld om je heen. ‘Credere’ : ‘geloven’ komt van ‘cor dare’ en dat  betekent  ‘je hart geven’’.
‘Credo’ is dan: ‘ ik geef mijn hart’. Dat doen als ‘spreken over God’ en daarom mogen we niet zwijgen en ook niet te schroomvallig zijn om te uiten wat onze ziel verheft of aanspreekt;  onze hoop en ons verlangen. Stamelend en struikelend al doende.

Geloofslied: een ommezien van eeuwen, zo: Gij komt tot ons waar niet verwacht  56

Klaarzetten van de gaven

Uitnodiging voor persoonlijke bijdrage via de collecte
Instrumentale muziek

Voorbede
over de noodbrug van onze woorden
dragen wij water naar de zee,
dragen wij met gevouwen handen
iets van onszelf en iets van elkander
en bidden wij:

Kijkend naar het leven en naar de wereld,
dan willen wij niet zwijgen,

over de schoonheid en grootsheid van al wat is;
over de liefde en welwillendheid tussen mensen;
over de verwondering van de mysterie van het bestaan;
over jouw onzegbare aanwezigheid in die wederzijdse verbondenheid.
Maar juist dan is er de stilte die voor ons spreekt.
Wil jij voor ons die stilte zijn?

Acclamatie: Gedenk ons hier bijeen onder de hoede van uw woord/ laat onze woorden stijgen

Kijkend naar het leven en naar de wereld,
dan willen wij liever zwijgen,

over de vervuiling en vernieling van al wat is;
over de onverdraagzaamheid en oneerlijkheid tussen mensen;
over de grootheidswaan bij de maakbaarheid van het bestaan;
over jouw schreeuwende afwezigheid in deze ik-wereld.
Maar juist dan is er dat roepend woord waar je stil van wordt.
Wil jij voor ons dat woord zijn?

Acclamatie: Gedenk ons hier bijeen onder de hoede van uw woord/ laat onze woorden stijgen

Vanuit het diepste vermoeden
dat jij er bent in  stilte,
in woorden van liefde,
dragen wij aan jou voor,
alles wat leeft in ons hart,
alles wat geschreven is in dit boek,
alle mensen die lijden in hun leven,
door ziekte, armoede, onrecht en onzekerheid,
alle mensen die ons zijn ontvallen,
en speciaal voor hen voor wie ons gebed gevraagd is:

Wil jij voor ons het licht zijn?

Acclamatie: Gedenk ons hier bijeen onder de hoede van uw woord/ laat onze woorden stijgen

Tafelgebed
Jij, die we aarzelend God noemen,
al eeuwen trachten wij jouw ‘zijn’ te doorgronden
met woorden, liederen en gebaren.
Wij hebben jouw ‘zijn’ een naam gegeven
om jou te roepen  zoals we dieren roepen en onze kinderen.
Maar jouw ‘zijn’ is niet te doorgronden
niet met gebaren
niet met gebeden
en ook niet met daden.
We weten niet eens waar jij begint of eindigt.

God, jij bent altijd meer
dan wij van jou weten of vermoeden.
Wij kunnen jou niet vasthouden
met onze woorden
en onze ogen zijn niet in staat
jouw aangezicht te zien.
Maar in Jezus heb jij je laten zien,
zijn spoor is onuitwisbaar,
zijn geest is niet te doven.

Die in de avond voor zijn dood
aan tafel zat met zijn vrienden,
brood nam,  zijn dank uitsprak,  het brak
en deelde met de woorden:
‘neemt en eet,  dit is mijn leven,
mijn liefde voor jullie gegeven.’

Ook de beker liet Hij rondgaan:
‘Drinkt hieruit, allemaal,
dit is mijn bloedeigen leven,
dat hemel en aarde verbindt.
Denk aan mij,
wanneer je hieruit samen drinkt
in mijn naam.’

Aangevuurd door zijn Geest
vinden woorden en mensen elkaar.
In zijn geest wijzen mensen
elkaar de bronnen aan,
vindplaatsen van waarheid en liefde.
Samen gaan ze wegen
om het onrecht te keren,
hun handen staan klaar
om te breken en te delen
wat het leven biedt.
Hij leeft in ons opstaan
en naar de ander gaan.
Zo groeit zijn rijk onder ons
wordt zoeken een hoopvolle tocht
naar een land van licht en leven.

Daarom bidden wij met zijn woorden:
Onze vader

Vredeswens
Vrede, zo ongrijpbaar, niet aan te raken of werkelijk te zien.
Zou het enkel een idee van mensen zijn, of is het meer?
Net als God is vrede een diep verlangen,
een niet maakbaar of te vangen, maar hoopvol gebeuren,
dat zich in, tussen en rondom mensen manifesteert.
Dat de vrede in jou, de vrede van de wereld mag worden.
Vrede en alle goeds.

Vredeslied: za: Waar vriendschap heerst en liefde, daar is God, zo: Maak mij tot een bedding van uw vrede  93

Uitnodiging aan de tafel van brood en wijn
Lied za: Jij bent de God die mij gegeven is –  zo: Kom in mij

Gebed: door Erick

Mededelingen

Slotgedachte Jij bent… (naar Ibn Gabirol, Joodse dichter en filosoof uit de 11 eeuw)
Jij bent één:
eerder dan ieder getal en grondslag van iedere structuur.
Jij bent één:
wijzen staan verstomd over het mysterie van jouw eenheid, en begrijpen ze niet.
Jij bent één:
jouw eenheid kent geen vermeerdering en geen vermindering.
Niets ontbreekt eraan, niets kan eraan worden toegevoegd.

Jij bestaat:
maar geen horen of zien bevestigt dat;
geen hoe, geen waarom en geen vanwaar begrenzen jou. Jij bestaat:
en jij was eerder dan de tijd;
jij bestaat door jouzelf en er is geen ander naast jou.

Jij bestaat:
en jouw geheim is verborgen; wie zal het achterhalen?
Het is diep, diep: wie zal het ontdekken.

Jij leeft:
niet sinds een bepaald ogenblik, niet naar mensenheugenis.

Jij leeft:
wie jouw geheim kan vatten, geniet eeuwige vreugde,
zal zich daar in alle eeuwigheid aan voeden en eeuwig leven.

Jij bent groot, groter dan alles wat men zich kan voorstellen, grootser dan iedere constellatie.
Jij bent groter dan iedere grootte, en boven alle zegenzang en lofprijzing.

Jij bent licht:
de ogen van de zuiveren van hart zullen jouw zien.
Jij bent licht:
verborgen in de zichtbare wereld, ontsluierd in de onzichtbare wereld.
Jij bent licht:
het oog van de mens ziet naar jou uit,
en wie ziet zwijgt vol bewondering.

Zegenwens
Laat ons maar gaan,
ieder op zijn of haar eigen manier,
en gezegend op onze weg
elkaar tot zegen zijn,
in Godsnaam,
die we blijven noemen
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen

Slotlied za: Zij die stom zijn –  zo: God mag weten wie de mens is

1 Reactie

  • Toos Verdonk
    Posted 25 augustus 2013 2:18 pm 0Likes

    Zojuist de tekst van de viering opnieuw gelezen. En weer intens genoten van de rijkdom van de teksten. Dat jullie er in geslaagd zijn om in je subtiel gekozen woorden het mysterie ook echt het Mysterie te laten, vond ik geweldig!
    Heel veel dank!

Plaats een reactie