Het licht volgen: drie koningen zagen een sterre

SAN SALVATORGEMEENSCHAP / DATUM zaterdag/zondag 4 en 5 januari 2020

THEMA: Het licht volgen: drie koningen zagen een sterre     

Voorganger Wilton Desmense

Muzikale begeleiding zat. Gieneke Ruijters + Hans Moerman / zon. de Cantorij, Peter-Paul van Beekum, Steven van Gool
Lectoren zat. Corrie Dansen / zon. Toon van Mierlo + Maria Hoitink

OPENINGSLIED:
zat. Wij komen tezamen
zon. Kom en volg mij

WELKOM
De kersttijd is al bijna voorbij, oud en nieuw zijn achter de rug, nog even, heel even en het is ook 6 januari geweest en kunnen we de beeldjes weer gaan inpakken en de kerststal en kerstboom opruimen. Sommigen konden daar misschien niet mee wachten, God mag weten waarom. Laten wij
derhalve beginnen met hem te vragen om inspiratie.

GEBED
God, bron van ons leven, wees in onze harten
als een vriend die met ons meegaat, als een ster die ons de weg wijst naar echt mens worden:
door tederheid gedragen, als herders zorg dragend voor elkaar, begaan met het lot van de zwakken en machtelozen en bedacht op vrede en recht voor allen. Mogen wij mens worden zoals dat kleine kind
in de kribbe werd, als Jezus, als een kind van U.

ACCL.: zat. Laat komen hij die komen zal
zon. Heel het duister is vol van luister

INLEIDING
Vandaag lezen we uit het Oude Testament een profetie van Jesaja, waarin hij zinspeelt op wat later ons Driekoningenverhaal zou worden. In plaats van Matteus dat verhaal in de tweede lezing te laten vertellen heb ik gekozen voor een Driekoningen-
sprookje.

EERSTE LEZING (Jesaja 60,1-6)
De Heer zegt: “Sta op, Jeruzalem, kom in het licht. Het stralende licht van de Heer zal op je schijnen. Zijn zon gaat over je op.
De aarde en de volken zullen in het donker liggen. Maar op jou zal het licht van de Heer schijnen. Iedereen zal zien dat zijn stralende macht en majesteit bij je is.
De volken en hun koningen zullen naar dat licht toe komen dat op jullie schijnt.
Jeruzalem, kijk eens om je heen! Let op, ze komen allemaal van ver naar je toe. Ook je bewoners worden naar je toe gebracht, zoals je kinderen op de arm meeneemt. Ze zullen bij jou verzorgd worden.
Wanneer je dat ziet, zul je tranen in de ogen hebben van blijdschap. Je hart zal bonzen van vreugde. De schatten van de zee en de rijkdommen van de volken zullen naar je toe gebracht worden.
Grote kudden kamelen uit Midian en Hefa  zullen je land bedekken. Uit Scheba zullen de mensen goud en wierook komen brengen. Ze zullen vertellen wat een geweldige dingen de Heer heeft gedaan.

LIED: zat. Er is een stad voor vriend en vreemde
zon. Gij die niemand naar de ogen ziet

TWEEDE LEZING
Zeven sterren, hoog aan de hemel in een donkere nacht. Ze hingen naast elkaar. Zeven sterren op een rij. Ze keken naar beneden.
“Wat is het toch donker,” zuchtte de eerste ster.
“Zouden de mensen ons wel zien, daar beneden? Ik zie ze niet zo vaak omhoog kijken. Zoveel zorgen aan hun hoofd …”
“En ik,” zei de tweede ster, “ik zou graag veel groter zijn. Zo groot, dat de kinderen op de aarde me altijd kunnen zien. Dan hoeven ze ‘s nachts niet meer bang te zijn in het donker.”
“Hm,” mompelde de derde ster. “Ik zeg het niet graag, maar ik vind het heel erg dat we zover van de aarde zijn. En dan kunnen we ook nog eens geen warmte geven en stralen we echt niet veel licht uit …”.
“Juist,” knikte de vierde ster. “Heel juist. Zo zien de mensen niet, dat het licht altijd sterker is dan het donker. We zouden ze moeten vertellen dat de nacht niet altijd duurt.”
“En,” zei de vijfde ster, “we zouden ze over nóg iets moeten vertellen. Over dat kindje dat geboren is. Nu is het nog klein, maar wat zal er veel veranderen als het groter wordt! Het weet wat vrede is en wat het juiste is. Het weet wat hoop en vertrouwen is. Want dat kind komt uit het hart van God.”
“Misschien,” zei de zesde ster nadenkend, “misschien moeten we de mensen helpen om het te vinden. Niemand kent dat kleine dorp Bethlehem.”
“Ik heb een idee,” riep de zevende ster vrolijk. “Laten we ons licht bundelen. Samen geven we licht voor zeven. Zo vallen we zeker op tussen de andere sterren en laten we het licht meteen de goede kant op schijnen.”
“Dát doen we,” schitterde de eerste ster. “We reizen van hieruit naar Bethlehem en gaan samen stralen boven de stal waar Jezus geboren werd. Misschien komen we zo ook wat dichter bij de aarde.”
“Maar dan moeten de belangrijkste sterren wel op hun plaats blijven,” zei de tweede ster. “Anders raken de karavanen in de woestijn en de schepen op zee de weg kwijt. En als we de mensen op aarde de weg hebben gewezen, gaan we allemaal terug. Terug naar ons eigen plekje.”
“Goed idee,” knikte de derde ster. “Verder zal Jezus hun wel de weg wijzen naar een betere wereld. Jezus zal voordoen hoe je op een goede manier kunt samenleven.”
“Klaar om te vertrekken?” vroeg de vierde ster. “Laat ons maar eerst eens zien aan de mensen, dan komt de rest vanzelf. Klaar? Hou jullie allemaal maar
stevig vast aan mij. Lieve mensen, daar komen we!”

ACCL.: zat. Onze duisternis is voor jou geen duisternis / zon. Vrede voor jou hierheen gekomen

OVERWEGING
‘Doet-ie het of doet-ie het niet?’ Dat las ik 23 december in de krant. Waar ging het over? Sterrenkundigen vermoeden dat er een ster op ontploffen staat. De ster heet Betelgeuze. Hij staat op meer dan 600 lichtjaar van de aarde. Mogelijk is hij dus 600 jaar geleden al ontploft. Als dat echt is gebeurd, gaat Betelgeuze net zoveel licht geven als de volle maan. Fascinerend!
2020 jaar geleden waren drie personen ook gefascineerd door een verschijnsel aan de sterrenhemel: de naam ervan lijkt wel wat op Betelgeuze, het was de Betlehemster. Dat die iets bijzonders met Betlehem had, dat wisten ze toen nog niet: daarvoor moesten ze daar eerst naar toe, vanuit het oosten, waar hij was verschenen. Want die ster bleef niet stille staan en dat maakte hem bijzonder. Het getuigde van wijsheid dat in te zien: gewone sterren blijven ten opzichte van elkaar standvast. Misschien mag je zelfs zeggen dat ze conservatief zijn. Die bijzondere ster trok zich niets aan van de wetten van de natuur: eerst was ie er niet en ineens was ie er wel en hij trok hij voorwaarts, hij volgde een progressieve baan en oriënteerde zich op Betlehem. Op Betlehem? Was dat, vergeleken met de hoofdstad Jeruzalem, niet net zo nietig als Orthen vergeleken met Amsterdam?  Of als Woodstock vergeleken met de Arena? De ster kon echter niet om Betlehem heen, dat stond bij wijze van spreken in de sterren geschreven: ‘En jij, Betlehem in het land van Juda, jij bent minstens zo belangrijk als de grote steden van Juda. Want in jou zal iemand geboren worden die mijn volk Israël als een herder zal leiden.’ Zo was het voorspeld door Micha, een van de profeten uit de verhalen die het Joodse volk had geërfd.
Maar daarvan hadden de wijzen geen weet. Dat hoeft ook niet, als je bereid bent je open te stellen voor iets nieuws, een licht dat je al wel voor ogen hebt, maar waarvan je de bron nog moet bereiken.
Dus gingen zij op pad, met z’n drieën of misschien met nog wel meer, met twaalven bijvoorbeeld, dat zou mij niets verbazen, want net zoals drie en zeven is ook twaalf een magisch getal. Het was een verre tocht onder de hoede van de ster, waarvan zij geloofden dat het licht van levensbetekenis was. “Kijk ze daar gaan,” zeiden de mensen. “Wat bezielt ze! Het zijn zeker magiërs!” “Die ster,” zeiden de wijzen dan, “werpt een nieuw licht op Jeruzalem. Wij willen dat nieuwe Jeruzalem zien.”
Ze kwamen aan in Jeruzalem: Jeruzalem gaf hun niet wat ze zochten! Daar was alles bij het oude gebleven, tot en met een koning die alleen dacht aan het behoud van zijn eigen wrede macht. Voor zo’n koning was de rijkdom van hun harten niet bestemd. Magiërs zijn echter niet voor één gat te vangen! Zij doken de bibliotheek van Jeruzalem in en raadpleegden de oude geschriften van het joodse volk. Daarin kwamen zij de eerder geciteerde tekst tegen van de profeet Micha, die sprak van een onbeduidend stadje, van een armzalige stal en van een onnozel kindje. Zo kwamen zij tot het inzicht dat zij nog één stap moesten doen: de koninklijke hoofdstad achter zich laten en zich aan gaan sluiten bij de eenvoud van Betlehem. Daar werd hun ster de supernova en offerden zij hun rijkdom, goud, wierook en mirre, aan een nieuw inzicht dat zich openbaarde in het nietige. In onschuld, liefde en eenvoud.
Het waren geen koningen, of misschien toch wel een beetje, Caspar, Melchior en Balthasar genoemd, niet per se namen met een koninklijke klank. Zij droegen geen kronen, maar een simpele hoed of zo iets gewoons. Zij waren even in een stadje als Betlehem, dat ook Assisi of Lourdes kan heten, of Orthen. Want het gaat er maar om of er een plaats is, waar een ster stil blijft staan, die licht straalt over
de hele mensheid.

LIED: zat. Drie koningen zagen een sterre
zon. Voor mensen die naamloos

VOORBEDEN
Soms is er slechts ver weg een ster aan de hemel te vinden. Kunnen wij die ster dichterbij brengen door
aandacht te hebben voor de ander die je iets vraagt?

ACCL.: zat. Wij treden biddend in uw licht / zon. Waar vriendschap heerst en liefde
Soms is er slechts ver weg een ster aan de hemel te vinden. Kunnen wij een lichtje zijn voor elkaar
dat warmte en vriendschap uitstraalt?

ACCL.
Soms is er slechts ver weg een ster aan de hemel te vinden. Kunnen wij een stukje hoop brengen
dat anderen blij maakt?

ACCL.
Soms zijn onze gedachten bij hen die wij verloren;
soms denken wij aan hen als sterren die aan de hemel schitteren. Wij bidden voor onze eigen sterren; wij bidden met name voor …. en voor de intenties die geschreven staan in ons intentieboek.
ACCL.: zon. Voor uw aangezicht

TAFELGEBED
Jij, Geest van het leven, wij zoeken jou en wij voelen jouw aanwezigheid, soms, even,
in onze dagen, in ons mensenleven.
In de opgaande zon groet je ons met een zonnestraal en toon je ons het gelaat van je schoonheid. Als we de aarde bespeuren onder onze voeten, beleven we hoe je ons steun geeft dag na dag. De roos verbergt je geheim, kunstig uitgewerkt in het bloesemblad. Jij bent de wind die ons streelt, ademtocht na ademtocht. Jij kust ons met elke regendruppel die van onze gezichten parelt.
In het spelend kind versta je de kunst om in het ogenblik te leven. Jij bent onze droom in het donker van de nacht, jij wijst ons de weg, als de sterre van de drie koningen. Van jou is de zee die je hebt gemaakt, de bergen en de dalen. Want jij bent berg en dal, zee en boom, zon en wind.
Jij, morgen- en avondster van ons leven, helder baken aan de hemel. Niets evenaart jouw pracht,
jij, in alles aanwezige God.
Aanwezig was jij, voor ons heel voelbaar, in Jezus, die mens, begaan met alle mensen,
die ons voorging, opdat niemand verloren zou gaan.
In de avond voor zijn sterven, nam hij brood in zijn handen, sprak zijn dank uit naar Jou, brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden:
dit is mijn leven, gebroken voor jullie, deel en eet dit met elkaar.
Zo nam hij ook de wijn, gaf die door en zei daarbij:
dit is mijn liefde, tot vreugde van iedereen, drink samen uit deze beker, als vrienden aan èèn tafel.
Blijf dit doen, als levende herinnering aan mij.
Zo willen wij op weg gaan, in zijn Geest, in wie Jij aanwezig bent, zo willen wij bidden, met woorden
die Hij ons gegeven heeft.

ONZE VADER zat. eindigend met gezongen Want
van U is de toekomst

VREDESWENS
Wij hebben de sterre zien branden,
hij vroeg zich af met woorden van licht
of hij stervend in onze handen
zou voortleven op ons gezicht.
Moge dat licht van de ster van Betlehem
inderdaad op onze gezichten blijven voortleven
en ook in onze harten,
niet alleen dit jaar, maar altijd.
Vrede en alle goeds!

LIED: zat. Ik zie de hemel opengaan
zon. Take, o take me as I am

BREKEN EN DELEN
Laten wij onze verbondenheid met elkaar
en met de boodschap die Jezus ons heeft meegegeven bevestigen in het met elkaar delen
van de gaven van de ons toevertrouwde aarde.
Daartoe nodigen wij iedereen uit.

LIED: zat. Wij hebben de sterren zien branden
zon. Het licht valt uit de dagen

GEBED
Als een schitterende ster in de nacht,
zijn de woorden die het kind zou gaan spreken.
Wij bewaren ze in ons hart.
Zij tonen een weg naar geluk en naar vrede, verstaanbaar voor kleinen en wijzen
van alle rassen en standen.
Wij volgen de ster van Betlehem
en bidden dat wij zijn woorden
waar kunnen waken.
Blijf bij ons in onze dagen

MEDEDELINGEN
SLOTGEDACHTE
(Fr. Weerts)
Voor elke mens is er een ster.
Een woord, een teken,
een weg, een uitweg,
een terugweg als het moet….
Voor elke mens is er een ster.
Een vriend, een hand,
een huis, een thuis,
een boek, een beeld,
een lied misschien.

Voor elke mens die wijs wil heten,
is er een ster,
voor alle kleuren van de regenboog,
voor alle letters van het alfabet.
Voor elke mens is er een ster,
die wijzen brengen zal
waar ’t wonder van het leven ,
in eenvoud wordt getoond,
waar Gods liefdevolle levensgift
in kinderogen woont.

GEZAMENLIJKE ZEGEN
Laten wij nu,
gestimuleerd door de inspiratie
die we hier mochten ontvangen
en vervuld van zijn zegen
onze levensweg vervolgen,
in de naam van de vader en de zoon
en de heilige geest.

SLOTLIED: zat. / zon. Nu zijt wellekome

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen