Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 5 – 6 jan 2013
Thema: Ik groet het Goddelijke in jou
Voorganger: Erick Mickers
Muzikale ondersteuning: de Cantotij

Openingslied: De vreugde voert ons naar dit huis

Welkom
Welkom allemaal aan het begin van het nieuwe jaar.
U bent over de drempel gegaan naar een nieuw begin,
u hebt de drempel van uw huis genomen en bent hiernaar toe gekomen.
Ongemerkt hebt u een prachtig geschenk meegebracht.
Het meest kostbare wat u bezit.
Namelijk u zelf.
Dat ieders geschenk gezien wordt in dit komende uur,
in verbondenheid met elkaar en met God,
die wij noemen, de Vader, de Zoon en de Heilige geest. Amen.

Gebed
Laat ons deze viering maar beginnen in gebed, een gebed in woord, stilte en gezang.
In het ritme van de adem, ben Jij ons nabij,
dag en nacht, jaar in, jaar uit.
Weer een jaar voorbij, een krasje meer, een kleur erbij.
Laat jouw adem onze levensmoed zijn om het leven te omarmen
opdat het leven niet aan ons voorbijgaat.
Een nieuw jaar, een nieuw begin, vol van leven.
Laat jouw adem onze levensvreugde zijn,
zodat het leven ons omarmt opdat wij niet voorbijgaan aan het leven .
Acclamatie: Dat wij volstromen met levensadem 10

Inleiding op de lezingen
Twee oeroude verhalen. Het ene waarin Jesaja het nieuwe Jeruzalem bezingt. Het andere verhaal van Mattheus die verteld van de zoektocht van de magiërs uit het oosten naar de nieuwe koning van Judea.
Oude verhalen die een eigen leven zijn gaan leiden.
De woorden van Jesaja zijn door de eeuwen uitgelegd als voorspelling wat eens zou komen.
Hierdoor zijn profeten als voorspellers beschouwd en niet als sprekers namens God.
En het verhaal van de magiërs uit het oosten werd de legende van de drie koningen,
terwijl er geen aantal wordt genoemd of over koningen wordt gesproken.
Graag wil ik u uitnodigen met andere oren te luisteren naar deze verhalen.
Verhalen die ons willen aanspreken, in het hier en nu, en niet zo zeer hoe zij spreken over die tijd.
De profeet Jesaja spreekt over een nieuw Jeruzalem. Jeruzalem als het hart van de wereld. Wilt u zijn woorden horen als woorden gesproken tot jou, dat jij het hart van de wereld bent?
De evangelist Mattheus verhaalt over magiërs uit het oosten, zoekende naar een nieuwe koning, om hem geschenken te brengen. Maar het verhaal wil ons ook vertellen hoe vreemdelingen een andere vreemdeling hulde brengen.

Eerste lezing: Jesaja 60, 1-6
Sta op, wordt verlicht, want je licht is gekomen:
de glorie van de Ene is over je opgegaan!
Want zie, het duister bedekt wel de aarde en donkerheid de natiën, –
maar over jou zal de Ene opdagen,  zijn glorie wordt over jou zichtbaar.
Volkeren zullen op weg gaan naar jouw licht,
koningen naar de glans van jouw dageraad.
Sla uw ogen op en zie: allen lopen ze te hoop, gekomen voor jou!:
je zonen komen van verre, je dochters worden op de heup gedragen.
Dan, als je het ziet, zul je strálen, opschrikken en wijd worden zal je hart, –
want het rumoer van de zee rolt over je heen,
een macht volkeren, ze komen tot jou!
Een overvloed van kamelen zal je overdekken,
eerstelingsdieren van Midjan en Efa, uit Sveja zullen zij komen;
goud en wierook dragen ze mee,
lofprijzingen voor de Ene boodschappen zij.
Lied: Ik ben op weg naar ’n stal

Tweede lezing: Mattheus 2, 1-12
Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes,  kwamen er uit het Oosten magiërs in Jeruzalem aan.  Ze vroegen: ‘Waar is de nieuwgeboren koning van de Judeeërs?
Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.’
Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem.
Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. Ze zeiden hem: ‘In Bethlehem in Judea. Want zo staat het geschreven bij de profeet: Bethlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.’
Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Hij stuurde hen naar Bethlehem met de woorden: ‘Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind. Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.’ Toen ze de koning aanhoord hadden, gingen ze weg.
Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria. Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze openden hun schatkisten en boden hem geschenken aan: goud, wierook en mirre. En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, gingen ze langs een andere weg naar hun land terug.
Acclamatie: waar vriendschap heerst en liefde, daar is God

Overweging
Stel dat jij het hart van de wereld bent, dat mensen voor je uitlopen, de rijzende ster.
omdat door jou iets van de Ene zichtbaar wordt.
Het zal je doen stralen, maar tegelijkertijd ook opschrikken, want zoveel mensen willen je ontmoeten dat je wel een heel ruim hart nodig hebt. Vreemdelingen gaan naar je op zoek. Je bekendheid is je vooruitgesneld. Zij verwachten veel van je, jij bent immers ‘de King’. En dan komen ze jou tegen. Een gewone mens, een mens zoals alle anderen. Wat een teleurstelling?!
Hoe anders verhaalt Mattheus de ervaring van die vreemdelingen. Geen teleurstelling bij het zien van een baby en zijn moeder, maar met alle eer en respect bieden zij hun geschenken aan. Met hun huldiging aan dit kind wordt onthuld waar het koninklijke zich bevind. Niet, zoals ze eerst veronderstelden in Jeruzalem, maar juist op een plaats die ze niet verwacht hadden. Niet in een koningshuis, maar bij gewone stervelingen.
Zoals Lucas het geboorteverhaal plaatst in een stal omringt met herders en engelen, zo brengt Mattheus magiërs uit het Oosten in het verhaal. Daar begint het verhaal van de mens Jezus met God. En Mattheus begint het gehele verhaal te vertellen door te verwijzen naar het boek van de geboorte, het boek Genesis, het verhaal van God met de mens. Hiermee wordt een duidelijke koppeling gemaakt met het scheppingsverhaal, het geboorteverhaal van al wat is.
Zo is er ook een verhaal buiten de bijbel dat een ander licht schijnt op het evangelie van vandaag. Het is een vervolg op het scheppingsverhaal. Luister maar: De schepper verzamelde alle creaties en zei:
“Ik wil iets verstoppen voor de mensen totdat ze er klaar voor zijn. Het is de kracht tot het creëren van hun realiteit, een stukje van mijzelf. ”
De adelaar zei: ‘geeft het aan mij, ik breng het naar de maan.’ De schepper zei: ‘nee, er komt een dag dat ze daar komen en het dan zullen vinden.’
De zalm zei: ‘Ik zal het naar de bodem van de oceaan brengen.’ ‘Nee, ook daar zullen zij heen gaan.’
De buffel zei: ‘ik zal het begraven op de wijde vlaktes.’ De schepper antwoordde: ‘Ach, ze zullen de huid van de aarde opensnijden en het zelfs daar vinden.’
Grootmoeder mol, die in de schoot van moeder aarde leeft en een andere kijk op het leven heeft ontwikkelt, zei:
‘Stop het in henzelf.’ En de Schepper zei: ‘En zo gebeurt het!’
Het verhaal van Matteus maakt niet alleen bekend dat Jezus in ons midden is, traditioneel genoemd de openbaring van de Heer, maar onthult tevens de tevens de vindplaats van het goddelijke. Wat lang verstopt is geweest, komt aan het licht. Wat anderen niet zien, dat zien magiërs wel.
In het kind is het koninklijke aanwezig. Het kind is het nieuwe Jeruzalem, het hart van de wereld. Zoals in die ene mens het goddelijke aanwezig is, zo is het goddelijke ook in jou aanwezig. In elke mens.
Niet alleen dat Kind in Bethlehem is het hart van de wereld, maar ook jij en jij, elke mens is het waard om met alle eer en respect gehuldigd te worden, opdat het goddelijke zichtbaar mag worden. Dat is wat Jezus later in zijn leven laat zien, het gaat niet om hem, maar om zijn medemens die op zijn pad komt.
Als vreemdeling gaat hij vreemdelingen tegemoet, niet neerbuigend, maar buigend, uit respect voor de mens en het goddelijke wat die mens met zich meedraagt.
In Oostenrijk komen we er nog iets van tegen wanneer we zeggen: Grüss Gott. In India en andere Aziatische landen gaat men verder in de begroeting. Daar buigen de mensen zich naar de ander toe. Met de handen tegen elkaar en de vingers omhoog groeten ze elkaar en zeggen: Namasté Namasté is het Sanskriet voor: ik buig voor jou. In het hindoeïsme betekent het: ik groet het goddelijke in jou. Hoe vervreemdend is het om door de stad te lopen en niemand begroet je. En als je het wel doet, wordt je vreemd aangekeken. Hoe anders wordt het als je al in jezelf de anderen begroet door te zeggen: ‘Ik groet het goddelijke in jou.’
Die norse man krijgt ineens een zacht gezicht. Dat chagrijnige gezicht bezie je met mededogen en je oordeel wordt milder. Die jongere die stoer op je afkomt wordt een stuk minder bedreigend. Probeer het maar eens uit als je moet wachten op de trein, in de wachtkamer van de huisarts of zomaar op straat. Niet alleen anderen veranderen daardoor, maar ook bij jezelf ontdek je een verandering, die je dichter bij die zachte kracht brengt die in je is.
Wat zou het mooi zijn als we elkaar met een buiging zouden begroeten. Als elke vreemdeling andere vreemdelingen zo ontvangt. Elkaar zo te begroeten maakt het mogelijk elkaar echt te ontmoeten. Van hart tot hart. Zo wordt je elkaars zielsverwanten. Een mooier geschenk kun je elkaar niet geven.
Geloofslied: Namasté
Ik zou u willen uitnodigen om het niet bij woorden te laten, maar het ook maar te doen naar elkaar, zoals we hier bijeen zijn. Elkaar te begroeten, te buigen voor elkaar en elkaar toe te zingen met Namasté, ik groet het goddelijke in jou.

Mag ik het voorzingen en u daarbij begeleiden
Mag ik u vragen om te gaan staan.
Eerst maar zacht voor jezelf. Namasté…

Keer je naar je buurman en begroet elkaar al zingend met een lichte buiging. Namasté …
Neurie maar wat verder en wil nu de 1e, 3e, 5e rij enzovoorts
zich omdraaien naar de achterbuurman en dan elkaar begroeten. Namasté …
Laten we wat zachter zingen. Namasté …
Probeer je ogen te sluiten en zie de mensen voor je van wie je houdt.
En mogen we ook hen begroeten. Namasté …

Mogen we elkaar ontmoet hebben, van ziel tot ziel, van hart tot hart.

Voorbede met: Als alles duister is,
Tot Jou willen we bidden, bron van leven,
om vriendelijkheid en aandacht voor elke mens,
zodat ieder zich weer gezien en gekend weet,
zichzelf weer ziet en durft te erkennen.

Als alles duister is,
ontsteek dan een lichtend vuur
dat nooit meer dooft,
vuur dat nooit meer dooft.

Om moed en kracht voor elke mens, zodat ieder
zich durft open te stellen voor die vreemde ander,
zichzelf durft te geven aan die onbekende ander.

Als alles duister is

Om mildheid en mededogen voor elke mens,
zodat ieder mag worden wie hij of zij ten diepste is,
mag groeien tot een mens vol liefde en levenslust.

Als alles duister is

Wij willen bidden voor de intenties die geschreven staan in dit boek,
voor datgene waar ieder voor zich zo vol van is,
voor de kinderen die gedoopt worden in onze gemeenschap:
Milan Montree, zoon van Irma en Tim Montree
voor de mensen voor wie ons gebed gevraagd is:
en voor ieder die we in ons meedragen.
Dat er licht mag zijn, voor hen die deel zijn van uw liefde,
voor ieder van ons hier aanwezig.

Als alles duister is

Tafelgebed
Jij, oorsprong van elk zoeken en vinden, verlangen van elk mensenhart.
Dromende maak Jij in mij los de hunkering naar inzicht,
het luisteren naar het woord van mijn naaste
dat goed doet en kracht geeft.
Jij doet ons nieuwe woorden spreken en geeft ons nieuwe begeestering
als twee of meer bijeen zijn in Jouw naam.

Jouw wijsheid is aan het licht gekomen in Jezus van Nazareth.
Hij was zichtbaar vol van Jou en bracht licht bij hen,
die in de nacht tot Hem kwamen.
Nieuw leven verkondigde Hij als van een nieuwe geboorte.
Zijn rijk van liefde vergeleek Hij met een schat in de akker,
de parel in het sleepnet, die voor alles moet worden gezocht.
Daarvoor gaf hij zichzelf, als ‘n graankorrel die sterven
moet om tot leven te komen.

Op die laatste avond voor zijn dood zat Hij aan tafel met zijn vrienden.
Hij nam brood in zijn handen, sprak zijn dank daarover uit, brak het ……
en deelde het uit met de woorden:
neemt en eet, dit is mijn leven, mijn liefde voor jullie gegeven.

Ook de beker liet Hij rondgaan: Drinkt hieruit, allemaal,
dit is mijn bloedeigen leven, een nieuw verbond,
dat hemel met de aarde verzoent.
Denk aan mij, telkens als je dit samen in mijn naam doet.

Aangevuurd door zijn Geest vinden woorden en mensen elkaar.
Hij leeft in ons opstaan en naar de ander gaan.
Onmacht en angst hebben niet meer het laatste woord
maar durven leven in een nieuw gevoel
van vrijheid en gemeenschap rondom Hem.
In zijn geest wijzen mensen elkaar de bronnen aan,
vindplaatsen van waarheid en liefde.
Samen gaan ze wegen om het onrecht te keren,
hun handen staan klaar om te breken en te delen wat het leven biedt.
Zo groeit zijn rijk onder ons wordt zoeken een hoopvolle tocht
naar een land van licht en leven.
Zo bidden wij met woorden door Hem gegeven:
Onze Vader

Vredeswens
Zoals we elkaar al begroet hebben, vriendelijk, met respect en eerbied, dankbaar naar elkaar en in alle eenvoud, zo ontstaat er vrede in jou en door jou.
Mag die vrede met jou meegaan. Laat ons dat maar uitzingen met elkaar.
Vredeslied: Gij levende, eerste en laatste

Lied: Eet en drinkt van brood en wijn

Slotgedachte
Als een vreemde ging je mij voorbij: stil, onopgemerkt.
Had ik je maar begroet, dan had je ook mij ontmoet.

Zegenwens
Mogen we uiteen gaan, ieder op zijn of haar eigen weg,
elkaar groetend en zegenend,
als een geschenk voor vriend en vreemdeling,
ons verbonden wetend met die Ene,
aanwezig in ieder van ons, bron van Leven,
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.

Slotlied: Nacht is om de huizen heen

Plaats een reactie