Minder ik, meer wij. Bevestiging van Marcel van der Maeden

SAN SALVATORGEMEENSCHAP | 10 november 2024 JAN SCHOUTENDAG
Minder ik, meer wij

Voorgangers  Franneke Hoeks  & Marcel van der Maede
Lectoren Toon van Mierlo en Marga van de Koevering
Melodiek
o.l.v. Machteld Terlingen|  Pianist Coby Wagemans | Fluit Marian Werner

Lied Dag en Welkom

Welkom
Welkom lieve mensen. Fijn dat jullie vandaag hier zijn. Bekende, onbekende gezichten dat dat jullie je weg naar hier hebben gevonden. Een bijzondere dag. We gaan jou, Marcel, bevestigen in je nieuwe functie als pastor van de San Salvator geloofsgemeenschap. Het is ook Jan Schoutendag, een beetje de verjaardag van de gemeenschap. Een dag om stil te staan bij onze wortels en wat ons als geloofsgemeenschap draagt.
Aan het begin van deze viering steken we de paaskaars aan: licht tegen doem en dood. Een kaars die het verhaal vertelt van de man die opstond uit de dood en ons liet zien hoe goed leven in de ogen van de Eeuwige er uit kan zien. Vanuit de paaskaars steken we ook de vredeskaars aan. Een kleine vlam tegen oorlogsgeweld. We vieren vandaag gemeenschap: mensen die zich verbonden weten met elkaar en met het grote verhaal God die zich op zijn/haar beurt verbindt met mensen. Die verbinding, die gemeenschap en alles waar we als geloofsgemeenschap voor willen staan, daar gaat het om vandaag. Gemeenschap bestaat uit heel veel mensen en sommige mensen krijgen een bijzondere taak. Vandaag gaan we jou, Marcel, bevestigen in de nieuwe rol die je gaat vervullen.
Wij zijn een gemeenschap van mensen. Ons logo is een boom van mensen die elkaar dragen. Ik mag jou dit logo omhangen. Deze sjaal, scapulier, wybertje hoe je het maar wilt noemen wordt door meerdere voorgangers gedragen en vandaag mag ik hem jou omhangen.
We hebben zeven mensen uit de gemeenschap gevraagd om jou te zegenen. Zeven staat voor volheid. Deze zeven mensen vertegenwoordigen de hele gemeenschap. Mag ik jullie vragen om naar voren te komen en hier voor de tafel rondom Marcel te gaan staan.

Gebed
Het is een zegen dat wij als gemeenschap, midden in de wereld willen staan,  ons menszijn willen in zetten,
en zo op weg willen gaan,  dienend, delend en dragend
om zo dat visioen van de Eeuwige vorm te geven.
Het is een zegen dat jij, Marcel  vanuit de gemeenschap
je talenten wilt inzetten,  en zo met ons mee op weg wilt gaan,  begaan, betrokken en bevlogen, in het spoor van de Eeuwige.
We spreken ons vertrouwen in jou uit,
en leggen je de handen op,  in de geest van verbondenheid,
met God en met elkaar.
Laten we in stilte  om Gods’ zegen vragen,
dat de geest van liefde jou en ons allen zal leiden,
zal hoeden en zal voeden.

Stilte

Laten wij samen bidden:

U die het licht hebt geroepen
die ons bij name noemde: “Mens”
en wij werden geboren.
Te midden van zoveel stemmen,
stemmen die ons mensen verwarren
klein maken en gevangenhouden
klinkt uw stem die ons roept bij onze naam.
Keer op keer.
Dat wij U horen, dat wij U ademen,
dat wij U leven.

Acclamatie: ‘Gij die uw naam’

INLEIDING OP LEZINGEN
EERSTE LEZING  Leviticus 19, 1-2.9-18 
De EEUWIGE zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want Ik, de EEUWIGE, jullie God, ben heilig. Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de EEUWIGE, jullie God. Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de EEUWIGE. Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de EEUWIGE. Wees niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten. Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de EEUWIGE. Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je. Blijf geen wraakzucht of wrok koesteren, maar heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de EEUWIGE.

Lied Hoor maar ik kan niet horen

TWEEDE LEZING Marcus 12,28-34
Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat Hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Eeuwige, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ De schriftgeleerde zei tegen Hem: ‘Inderdaad, meester, wat U zegt is waar: Hij alleen is God en er is geen andere god dan Hij, en Hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.

Acclamatie Waar vriendschap heerst

OVERWEGING

Franneke

Daar staan we dan. In plaats van bekenden, vrienden worden we collega’s en mogen we samen richting geven aan de San Salvator. Waar is voor jou die richting?

Marcel Dat Koninkrijk van God moet je leven, alsof het er al is, alsof het al is begonnen, dat koninkrijk van god. Mijn richting is dat ik de wereld mooier wil maken, zodat die steeds meer in de richting gaat van het Koninkrijk van God en steeds meer gaat lijken op het Koninkrijk van God. Dat heb ik blijkbaar al heel vroeg in mijn jeugd mij eigen gemaakt. Voor mij hoorde dat bij fatsoenlijk omgaan met je medemens: vriendelijk, open, eerlijk. Dat leerde ik op de middelbare school van een godsdienstdocent die ons bijbracht om ‘zo goed als God’ voor elkaar te zijn, zo goed als God, even goed als God voor jou zou zijn, wil ik goed zijn voor jou, bijna God. En dat komt dan heel dicht in de buurt van de woorden van zo’n dichter-liedschrijver Huub Oosterhuis, die van zichzelf zegt: ‘Laat mij maar zingen!’ en dan inderdaad zingt: Toch hebt Gij hem bijna een god gemaakt: zijn verwoording van Psalm 8 . . . ‘
Toen ik later theologie ben gaan studeren werd dat vaak benoemd als werken aan het Koninkrijk van God en dan leerden wij erbij, dat wij als mensen heel ver kunnen komen in het rechtvaardiger, eerlijker maken van de samenleving, de wereld om ons heen en dat wij moeten durven te leven alsof wij heel ver kunnen komen in die richting van dat koninkrijk van God maar dat het laatste stukje van die voltooiing van de kant God zelf op ons toe zou moeten komen: als hij dan werkelijk bij ons, zijn volk zou komen wonen, als alles in allen, wanneer het nieuwe Jeruzalem uit de hemel zou neerdalen. Dat noemden wij theologen dan, dat het koninkrijk al wel en nog niet is.
In de lezingen van vandaag lees ik richtingwijzers hoe we zover kunnen komen. Daar geloof ik in. Daar wil ik voor leven, voor gaan in mijn leven. Ik denk dan ook dat je geloof een stuk inspiratie is in jezelf, dat je vrij moet maken: je geloof heeft je vrij gemaakt, zegt Jezus ook verschillende keren in het evangelie. Geloof moet volgens mij mensen vrij maken en blij maken, anders is het als een last, een ballast, die alleen maar bestaat uit zwaarte, strengheid, neerdrukkende verboden.
Toen we het hier laatst over hadden, Franneke, toen zei jij tegen mij: Ja, ik ben niet zo van het ‘Happy-clappy- geloof’, maar hoe zie jij dat dan?

Franneke:  Ik ben een twijfelende gelovige. Ik weet het allemaal niet zo zeker. Ik houd ook van gewone taal en wordt zenuwachtig van visioenen waarin grote en hoge woorden met heel veel zekerheid worden gebruikt. Ik vertaal dat koninkrijk met visioen van het goede leven voor allen als een perspectief om naar toe te bewegen. Mooi hoe dat in de Leviticus lezing ook heel concreet wordt gemaakt. Het gaat niet alleen om grote daden maar juist ook om kleine alledaagse dingen die voor heiligheid zorgen. Raap niet alles op, maar laat wat liggen voor armen en vreemdelingen. Als we delen is er genoeg voor iedereen. Dat is voor mij een boodschap om aan vast te houden. Grond om op te staan. San Salvator is voor mij ook grond om op te staan. Daar proberen we met elkaar die weg naar recht, vrede voor iedereen te vinden. Vele mensen gingen ons daarin voor.
Marcel hoe voel jij je verbonden met iemand als Jan Schouten?

Marcel:  Dat heeft voor mij te maken met liefde voor traditie en geschiedenis. Er zijn zoveel fantastische en inspirerende icoonfiguren om na te volgen. En dan denk ik inderdaad aan mensen als Jan Schouten, die Ik weliswaar nooit heb gekend maar over wie ik heb gelezen; dat hij in de jaren 50 van de vorige eeuw de basis heeft gelegd voor wat nu nog steeds bekend is en voortleeft als ‘De San Salvator’, wat dan staan voor een positieve en moderne kijk op mensen en geloof, die zorgt voor een verbinding tussen kerk en samenleving.
Vervolgens waren daar andere voorgangers, die midden tussen de gewone mensen stonden, als Frits Bakker en Jack Snackers. Zo heeft Jack Snackers gezegd: “Wij komen heel duidelijk voor onze mening uit met name voor mensen die geen stem hebben: de minima, de homo’s, aids-patiënten of de buitenlanders. We accepteren iedereen”. Ook heb ik zelf goede herinneringen aan een voorganger als Giel van der Smissen en ik denk met bewondering en waardering aan Gepke Kerssen en Daniëlla Martina, met dankbaarheid en trots ook dat ik in hun voorsporen mag treden. Dat is voor mij verbondenheid met San Salvator, de mensen en gemeenschap van Orthen en met Jan Schouten.
En Franneke wie zijn voor jou boegbeelden van jouw geloof?

Franneke  Ook weer zo’n groot woord.  Ik houd het liever wat kleiner. Geloven kreeg ik van mijn ouders mee. In het huis waar ik opgroeide was altijd ruimte voor woonwagenmensen, homo’s en iedereen die in  het dorp buiten de boot viel. Ik heb veel meegekregen van de congregatie waar ik 20 jaar voor mocht werken. Geloven is voor mij bovenal handen uit de mouwen en dingen doen die nodig zijn in de samenleving, groot en klein. Als theologische stroming voel ik me thuis bij bevrijdingstheologie en vrouwenstudies theologie. Theologie vanuit de basis zou je kunnen zeggen.

Marcel Laatst toen wij met elkaar in gesprek waren over de drijfveren van inspiratie sprak jij ook over lijden, melancholie, diepte en zwaarte waarin ik ook vaak schoonheid ontdek, die geloof kan voeden, mooi maken, waarvan ik hoop dat die uiteindelijk zal worden verlost. Zo sprak ik laatst met een Salvatoriaan, die vertelde over wegvallen van familieleden en verlies van gezondheid en toen kwamen wij samen tot de conclusie dat we moeten proberen dat voor en met elkaar de dragen, te verdragen en kwamen we tot die woorden: we moeten minder ik en meer wij te worden!
Hoe zie jij dat, Franneke?

Franneke Ik heb een melancholisch stukje in mezelf. Dat hoort bij mij. Niet fijn in een wereld waarin alles in toenemende mate leuk, fijn, geslaagd moet zijn. Het leven is niet alleen licht. De schaduwkanten mogen er zijn omdat die bij het leven horen. Het ontroert mij iedere week opnieuw dat we rondom de tafel ook de gebrokenheid van het leven vieren. Dat dat dat er mag zijn. Dat hoef van mij niet verlost / opgelost te worden. Dat gaat gewoonweg niet. Misschien is voor mij verlossing wel dat we er samen-zijn. Marcel, ondanks het feit dat we andere woorden gebruiken zie ik bij ons allebei de hang naar verbinding, naar dat wij-gevoel.
Minder ik, meer wij! Waarbij dat wij nooit een gesloten wij mag worden. Dat wij – ook als gemeenschap altijd oren ogen open houden voor wat buiten ons blikveld ligt. Minder ik, meer wij als richting voor het koninkrijk van god of het goede leven voor allen.

Geloofslied Uit staat en stand

TAFEL | COLLECTE | MUZIEK

VOORBEDE
Laten wij samen bidden voor de noden in de wereld en om ons heen en wat wij meedragen in ons hart Wij bidden voor kleine mensen, ver weg en dichtbij, dat wij hen trouw blijven, door de vreemdeling, de weduwe en de wees recht te verschaffen; dat wij opkomen voor de misdeelden en zo in hen, God, uw naam groot maken, door de ellende van de ander te zien, te horen en te helpen verlichten. Laat ons bidden.
Strek uw handen naar mij’
Wij bidden om vrede, geluk, liefde en toekomst voor mensen die een beroep doen op ons als medemensen, als naasten, omdat wij weten dat die ander is zoals jij, even kwetsbaar, behoeftig en onzeker, en dat wij elkaar ook heel kunnen maken, door het leven te delen en samen dat lijden te dragen: voor onszelf, dat wij aanstekelijk vrij en blij leren leven, omdat die nieuwe wereld van de Eeuwige al dichtbij is en naar ons lonkt.
Strek uw handen naar mij
Wij bidden voor mensen, groot en klein, jong en oud, onbekend en gekend en geliefd, die van ons heengingen, voor hen die hun leven moesten opgeven, door honger, gebrek, oorlog, geweld, dat zij mogen zijn geborgen in uw genade; om troost en bemoediging voor allen die gebroken zijn om onbekende en bekende gestorvenen.
Wij nemen mee in onze gebeden wat staat opgeschreven in ons intentieboek  en bidden voor alle dierbaren van wie we afscheid moesten nemen.
Strek uw handen naar mij

TAFELGEBED  Gij die weet – gezongen
Gij die weet wat in mensen omgaat aan hoop en twijfel,
domheid, drift, plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt en ieder woord naar waarheid schat
en wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.

Gij toetst ons hart  en zijt groter dan ons hart.
Op elk van ons houdt Gij uw oog gericht.
En niemand, of hij heeft een naam bij U.
En niemand valt  of hij valt in uw handen
en niemand leeft of hij leeft naar u toe.

Maar nooit heeft iemand u gezien.
In dit heelal zijt Gij onhoorbaar.
En diep in de aarde klinkt uw stem niet.
En ook uit de hoogte niet.
En niemand die de dood is ingegaan
keerde ooit terug, om ons van U te groeten.

Aan U zijn wij gehecht. Naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent. Wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.
Maar soms herinneren wij ons een naam,
een oud verhaal, dat ons is doorverteld,
over een mens die vol was van uw kracht,
Jezus van Nazaret, een Jodenman.
In hem zou uw genade zijn verschenen,
uw mildheid en uw trouw.
In hem zou, voorgoed, aan het licht gekomen zijn
hoe Gij bestaat: weerloos en zelveloos, dienaar van mensen.
Hij was zoals wij zouden willen zijn:
een mens van God, een vriend, een licht, een herder.
die niet ten eigen bate heeft geleefd,
en niet vergeefs, onvruchtbaar, is gestorven.
Die in de laatste nacht dat hij nog leefde
het brood gebroken heeft en uitgedeeld,
en heeft gezegd:
Neemt, eet, dit is mijn lichaam
zo zult gij doen, tot mijn gedachtenis.

Toen nam hij ook de beker en hij zei:
Dit is het nieuw verbond, dit is mijn bloed,
dat wordt vergeven, tot vergeving van uw zonden.
Als je uit deze beker drinkt,  denk dan aan mij.

Tot zijn gedachtenis, nemen wij daarom
dit brood en breken het voor elkaar,
om goed te weten wat ons te wachten staat
als wij leven hem achterna.
Tot zijn gedachtenis, nemen wij daarom
dit brood en breken het voor elkaar,
om goed te weten wat ons te wachten staat
als wij leven hem achterna.
Als Gij hem hebt gered uit de dood, God, als hij, dood en begraven, toch leeft bij U, redt dan ook ons en houdt ons in leven, haal ook ons door de dood heen, nu.
En maak ons nieuw, want waarom hij wel, en wij niet –
wij zijn toch ook mensen.

ONZE VADER,

VREDESWENS |  VREDESLIED: Dona nobis pacem cordium

BROOD EN WIJN

LIED ‘Waar twee of drie mensen’

MEDEDELINGEN

ZEGENWENS Marcel

Om zegen bidden wij:
De Eeuwige behoede en zegene ons.
Onze Moeder-Vader verheffe haar aangezicht over ons en zij ons genadig.
De Eeuwige doe zijn aanschijn over ons lichten en geve ons vrede, alle dagen die ons zijn gegeven, om met ons mee te gaan naar de nieuwe wereld die komen zal.
In de naam van de Vader-Moeder, Zoon en Goede Geest. Amen.

SLOTLIED ‘Dat een nieuwe wereld komen zal’

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen