Vieringen

Pasen, telkens weer

Viering 27 en 28 april 2019

Thema: Pasen, telkens weer
Lectoren: Ria van Luijk en Frans Langemeijer/ Toon van Mierlo en Liesbeth van Leijen
Muzikale ondersteuning: Hans Moerman, cantor/ Melodiek; Coby Wagemans, piano
Voorganger: Corrie Dansen

Openingslied
Za: De vreugde voert ons naar dit huis
Zo: Hier wordt een huis voor God gebouwd

Welkom
Lieve mensen, Welkom wie je ook bent, wat je ook met je meedraagt aan vreugde en verdriet, aan licht en duisternis. Je aanwezigheid hier maakt dat we met elkaar kunnen vieren, ieder met zijn of haar eigen bijdrage. Welkom allemaal op deze tweede zaterdag/zondag van de Paastijd, vandaag met verhalen over menszijn, met alle vallen en opstaan die daar bij horen, verhalen over een keerpunt in iemands leven. Een, misschien bekend, verhaal over vallen en opstaan is dat van kunstschilder Ton Schulten. In 1991 kreeg hij een zwaar ongeluk, waarna hij drie dagen in coma lag. Tijdens die drie dagen kreeg hij visioenen in de prachtigste kleuren. Sindsdien probeert hij in zijn schilderijen die kleuren te benaderen. Echt laten zien wat hij gezien heeft kan niet, zegt hij, “dat is over de grenzen heen”. Toch is die ervaring voor hem altijd zijn inspiratiebron en wil hij anderen laten delen in de vreugde die hij ervaren heeft. Een aantal beelden met zijn kleuren gaan deze viering met ons mee.
Laten we nu eerst stil worden en ruimte maken in onszelf om ons te laten raken door wat we vanavond/vanmorgen horen, zien en ervaren.

Gebed
Jij onnoembare, die we ontoereikende namen geven, ben ons vanavond/vanmorgen nabij. Mogen we in de ruimte van ons hart, in de ruimte van de nabijheid met elkaar jouw aanwezigheid ervaren.

Acclamatie
Za: Licht zal ons leven zijn
Zo: Die ons voor het licht gemaakt hebt

Inleiding bij de lezingen:
We luisteren vandaag naar vertrouwde verhalen; dat over Jakob en de ladder naar de hemel en dat over de Emmaüsgangers. Frans en Ria / Toon en Liesbeth zullen die voor ons lezen.

Eerste lezing: Genesis 28: 10 – 22 Frans/Toon
Jakob verlies dus Berseba en ging op weg naar Charan. Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhoog gaan en afdalen. Ook zag hij de Heer bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de Heer, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal ik aan jou en je nakomelingen geven. Je zult zoveel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is; je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen. Ikzelf sta je terzijde, ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en ik zal je naar dit land terugbrengen; ik zal je niet alleen laten totdat ik gedaan heb wat ik je heb beloofd.’
Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is zeker,’ zei hij, ‘op deze plaats is de Heer aanwezig. Dat besefte ik niet.’ Eerbied vervulde hem. ‘Wat een ontzagwekkende plaats is dit,’ zei hij, ‘dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!
De volgende morgen vroeg zette Jakob de steen die hij als hoofdsteun had gebruikt rechtop, en wijdde hem door er olie over uit te gieten. Hij gaf die plaats de naam Betel; vroeger heette het daar Luz. Daarna legde hij een gelofte af: ‘Als God mij ter zijde staat en mij op deze reis beschermt, als hij mij brood te eten geeft en kleren aan mijn lichaam, en als ik veilig terugkom bij mijn verwanten, dan zal de Heer mijn God zijn. Deze steen die ik gewijd heb, zal dan een huis van God worden – en ik beloof dat ik u dan een tiende zal afstaan van alles wat u mij geeft.

Lied
Za: De Heer heeft mij gezien
Zo: Wonen overal, nergens thuis

Tweede lezing: Lucas 24: 13 – 35 Ria/Liesbeth
Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en op zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet geloofd in alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond en hij begon bij Mozes en de profeten.
Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel lag, nam hij het brood, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

Za: Uw woord is een lamp
Zo: Oren en ogen gaan open voor jezus

Overweging
Boeiende verhalen, de lezingen van vandaag. Hoe meer ik me erin verdiepte, hoe meer ik de ervaring had dat ze alletwee gaan over wat je gemakshalve “het menselijk tekort” kunt noemen. En daarmee kwamen de mensen in de verhalen dichtbij me, werden hun verhalen herkenbaar voor me.
Jakobs bestemming is een vruchtbaar leven te leiden en zijn volk verder te brengen. Op cruciale momenten vertrouwt hij er niet op dat het goed komt, dat God het goed voor heeft met hem en gaat hij grenzen over in het contact met zijn vader en zijn broer. Hij liegt en bedriegt en beschaamt daarmee het vertrouwen dat ze in hem hebben. En dan, dan is de situatie thuis niet meer veilig voor hem. Jakob is niet meer thuis bij zichzelf. Hij moet weg, weg van z’n vader, die hij niet meer zal zien, weg van zijn moeder met wie hij zo’n sterke band heeft, weg van zijn broer, die zo woedend op hem is dat hij Jakob wel kan vermoorden.
Zo is het verhaal van Jakob een verhaal voor me over de worstelingen met wat er binnen in me kan spelen en over hoe ik me kan gedragen en waar ik me schuldig over voel of voor schaam. Over de strijd die ik voer met mijn ego. Over zaken waar ik mezelf voor veroordeel.
Het wordt donker in Jakobs leven. Hij komt bij de grens van het land van belofte, vervuld van gevoelens van wanhoop en vertwijfeling, hij voelt zich schuldig, schaamt zich voor wat hij heeft gedaan, hij is angstig en verdrietig. Eenzaam en alleen valt hij in slaap. En droomt zijn droom van bevrijding. Als hij wakker wordt richt hij zich op, hij voelt zich vergeven en kan zichzelf vergeven. Er is licht en lucht, hij kan weer ademhalen, weer leven, vruchtbaar zijn. Hij is dankbaar jegens God, die hij nabij weet en die hem draagt. Jakob heeft nog een lange weg te gaan. Hij zal nog veel momenten tegenkomen waarin hij zichzelf tegenvalt, maar hij weet dat het land van belofte op hem wacht. Deze ervaring van een ontmoeting met mededogen, een hand op z’n schouder, begripvol contact, een ontmoeting met die liefdevolle God legt voorgoed een bodem onder zijn bestaan. Hij weet nu dat het goed is dat hij bestaat, met al zijn lichte en schaduwkanten. Hij kan weer openstaan voor wie en wat er op zijn pad komt.
Ook met de Emmaüsgangers gaat het aanvankelijk niet goed. Hun hoop op een nieuwe wereld is de bodem ingeslagen, ze voelen zich verlaten, ze zijn leeg en gedesillusioneerd. Ze hebben niets meer om naar uit te kijken en zich voor in te zetten. Wat doen ze er nog toe?
Het verhaal roept associaties bij me op aan verschillende momenten in onze recente geschiedenis die me een gevoel gaven van “nu gaat het beter worden met onze wereld”. Bijvoorbeeld de ontmoeting van Reagan en Gorbatsjov in Reijkjavik, de val van de Berlijnse muur, de Arabische lente, Obama, die president werd. Momenten van hoop en verwachting. En nu een tijd waarin het soms voor me aanvoelt alsof verbindingen alleen maar verloren gaan en er geen nieuwe, positieve tot stand komen. Moedeloosheid kan me dan overvallen, de hoop die ik voelde verdwenen.
En dan is daar die vreemdeling met z’n verhalen van bevrijding, die het hart van de twee mensen laat branden. Het perspectief van bevrijding wekt hen op uit hun lethargie. Deze onbekende man willen ze niet loslaten, ze nodigen hem uit bij hen thuis. Als hij het brood breekt en deelt, weten ze het weer. Hier gaat het om! Een nieuwe wereld begint hier, bij ons. Ze weten weer waartoe ze uitgenodigd zijn, ze voelen zich geroepen. Ze staan op en leven weer, opgewekt uit het donker van moedeloosheid en teleurstelling. Ze gaan op weg naar de stad van vrede, om te doen wat Jezus voordeed: breken en delen en samen leven. Verhalen van bevrijding en opstaan doen.
Zo gaan beide verhalen voor mij over perspectief en toekomst. Over hoop en vertrouwen dat na het donker het licht er weer zal zijn. Weten dat je er mag zijn en dat je er toe doet. Dat de wereld niet zonder jouw bijdrage kan. Het is een uitnodiging om te doen waartoe je geroepen bent, met vallen en opstaan. En met elkaar. Het zijn verhalen van bevrijding, van opstaan en leven. Pasen, telkens weer!

Geloofslied
Za: Om warmte gaan we een leven
Zo: Om warmte gaan we een leven

Tafel klaarmaken en collecte:
Voorbeden Frans/Toon
Laten we bidden voor mensen die getroffen zijn door geweld. Dat er door verdriet, woede en verscheurdheid heen vertrouwen mag komen en moed om verder te gaan. Dat er mensen om hen heen zijn die hen niet verloren laten gaan.
Laten we bidden voor mensen die geweld gebruiken. Dat er aandacht is voor wat er aan donkers in hen leeft. Dat er voor hen een weg naar bevrijding van die donkerte mag bestaan.
Laten we bidden voor onszelf, voor onze momenten van moedeloosheid en wanhoop. Dat er mensen zijn die ons zién en bemoedigen. Dat we telkens opnieuw weer kunnen opstaan en leven.
Corrie
Laten we bidden voor wat er in onze harten leeft; voor wat er in ons intentieboek is opgeschreven; voor degenen die ziek zijn en de mensen om hen heen; voor de mensen die er niet meer zijn en toch bij ons blijven. Dat zij geborgen zijn in Jouw naam.

Acclamatie
za : Heer, onze God, wij bidden u verhoor ons
zo: Heer ontferm u/ Gedenk ons hier bijeen

Tafelgebed Ria/Liesbeth
Hoe hoopgevend is jouw naam:
Ik zal er zijn.
Hoe bevrijdend is jouw licht:
warm en verhelderend
Hoe liefdevol is jouw hand:
open en nabij
Hoe verfrissend is jouw bron:
zuiver en levengevend

jouw naam dragen wij met ons mee,
jouw licht willen wij uitdragen,
jouw hand maken wij tot de onze,
jouw bron laat ons leven stromen

om mens te zijn,
zoals Jij je had ingebeeld,
zorgend voor de aarde,
voor al wat leeft en is,

om mens te zijn,
zoals eens Jezus,
die ons voorging,
opkwam voor anderen,
trouw bleef aan Jou,
en zo aan zichzelf.

Corrie
In de avond voor zijn sterven
toonde hij nog eenmaal
wie hij was en blijven wou voor ons.

In het bijzijn van zijn vrienden heeft hij brood genomen,
dankte Jou voor het brood,
brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden:
‘Neem en eet van dit brood, dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’

Hij nam een beker, sprak een dankgebed,
en zei daarbij:
‘Drink hieruit en proef van mijn liefde,
zodat mijn vreugde in u zal zijn en haar volheid bereikt.
Heb elkaar lief, zoals ik u heb lief gehad.’

In zijn geest zullen wij leven.
Zo zal jouw naam ‘Ik zal er zijn’
een blijvende belofte zijn,
zal het licht stralen,
zullen handen elkaar vinden
en bronnen van leven zullen stromen.

Zie de mens, nieuw geboren,
deuren zullen open gaan,
een nieuwe lente breekt aan,
de wereld komt tot leven.

Zijn woorden indachtig,
zal jouw koninkrijk komen,
daarom bidden wij:

Onze Vader, die ….

Vredewens: Laten we elkaar uitnodigen om licht te zijn en vrede te verspreiden. Wensen we elkaar daartoe vrede en alle goeds.

Vredeslied
Za: Stad van vrede
Zo: Dona nobis pacem in terra

Uitnodiging aan tafel: In het breken van het brood herkenden ze hem. Laten we dat ook vandaag doen, brood breken en delen, hem herkennen en zijn boodschap met ons meedragen naar huis en verder. Iedereen van harte uitgenodigd.
Communielied
Za: Gij komt tot ons
Zo: Eet en drinkt van brood en wijn

Afsluiting tafelgedeelte: in stilte

Goed om te weten:
Bloemetje van de week:
Slotgedachte: Ria/Liesbeth
Als de dag begint, een tekst van Anselm Grün bij dit schilderij van Ton Schulten
Elke morgen bevat een belofte: ik kan opnieuw beginnen. De dag ligt nog ongerept voor me. Voor ons christenen is elke morgen ook een beeld van de opstanding. De zon gaat elke morgen op en overwint de duisternis. De zon laat ons leven in een nieuw licht stralen.
Anselm Grün, bij werken van Ton Schulten, in “Het geheim van de weg”

Zegen Corrie
Gij
Met uw naam Ik-zal-er-Zijn,
die ontferming bent en liefde,

zie ons,
met al wat wij zijn en niet zijn,

kom over ons met uw geest,
dat wij nieuw worden

en opstaan uit alles
wat geen leven is, geen leven geeft. (Franck Ploum: Onze Vader wat zeg je?; Reisleider bij een oergebed, blz 80)

Vragen we daartoe de zegen van elkaar en van die wij noemen Vader, Zoon en Goede Geest.

Slotlied
Za: Dans van de zee
Zo: Levens is van zeven dagen

Hij leeft en doet leven

Thema van de Paasviering:  Hij leeft en doet leven
21 april 2019
Voorganger: Ard Nieuwenbroek

OPENINGSLIED: In den beginnen het Woord

Pasen, het onvoorstelbare nieuwe begin.
Omdat liefde toch sterker is dan de dood.
Omdat God trouw is en geen mens loslaat.
Laat al het donkere achter je, het is voorbij. Licht op de kaars wordt aangestoken.
Pasen is de eerste dag van de rest van je leven.
Morning has broken, like the first morning,
blackbird has spoken, like the first bird.
Praise for the singing, praise for the morning
Praise for them springing fresh from the world

Je bent welkom, hoe en wie je ook bent. Op deze Paasochtend vieren we het opgestane leven. Nieuw leven. We worden geroepen tot nieuw leven. We worden in deze viering geroepen met onze naam.

De afgelopen week las ik van een mooi mens persoonlijke woorden die ik hier graag wil laten horen als inleiding op deze viering:

Het is voor mij een jaar van verlies en verdriet. En de verleiding is groot om daarin ten onder te willen gaan, te willen worden opgeslokt door het verlies en te verdwijnen. Het voelt als een woestijn. Alleen maar leegte en dorheid die je in het niets laat verdorsten. Niets lijkt te willen groeien, geen water, geen leven, geen energie om nog verder te gaan. En toch is daar die stem in de woestijn. De stem die van binnenuit roept: ‘Dit is niet het einde; je bent veel meer dan wat je overkomt, de kracht in jou blijft altijd bestaan’. Die stem die tot mij komt vanuit chaos en verdriet en zegt dat alles weer goed komt. Die stem die mij weer richting geeft en rustig maakt. Ik ben niet alleen, ik word niet teruggeworpen op mijzelf. Ik ben meer dan het verdriet en de pijn. Ik heb een keuze om naar de stem te luisteren en mij in vertrouwen te laten leiden op nieuwe wegen. Tranen banen een weg door de woestijn en er is weer nieuw leven en nieuwe hoop. Mijn innerlijke stem is mijn ziel, mijn verbinding met God. Die stem die mij altijd bij naam roept, maar die misschien wel het duidelijkst hoorbaar is in de woestijn….

Laten we, voordat we gaan luisteren, zingen en nadenken, de stilte zoeken in onszelf en om ons heen om onze ogen, oren en harten te openen.

GEBED

Onnoembare:
In jouw naam, en vanuit jouw goddelijke energie, zijn we op deze Paasochtend hier samen. Onze harten, handen, ogen en oren wijd open. Jij voedt ons met woorden en daden. O God, wat is onze aandacht toch vaak naar buiten gericht. De meeste tijd van de dag zijn we bezig met de wereld om ons heen zoveel mogelijk naar onze handen te zetten. We scheppen orde in ons huis, houden contact met vrienden; we verzetten bakens op ons werk, doen wat we kunnen in de buurt of vereniging. Bij al dit drukke doen in de buitenwereld komen we maar weinig toe aan de vraag waar we zelf staan op dit moment, wat we het liefste zouden willen, wie we ten diepste zijn. Op zielsniveau. In jouw naam. Laat ons daar tijd voor maken.

Lied: Dat wij volstromen met levensadem

Op deze Paasmorgen beginnen we met het Paasevangelie. Melodiek zal dit zingend bij ons tot leven brengen.

Gezongen Paasevangelie: Op de eerste dag van de week

Acclamatie: Toen zag ik de doden staan voor de troon

2e LEZING
God zelf stelt nogal wat vragen aan ons. Jezus zelf roept God aan met de grote vraag: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ Een vraag van wanhoop, van protest, van grote eenzaamheid. En tegelijk een gebed. De vraag is gericht aan de God die in Jezus naar ons afdaalde.   Onze vragen krijgen tot op de dag van vandaag antwoorden in het geleefde leven, in onze ervaringen, in gebeurtenissen. Daarvoor is geduld en volharding nodig. Het antwoord komt niet snel en gemakkelijk. Het antwoord klinkt met Pasen in de opstanding, maar onze wereld kent en herkent dat antwoord niet. Het antwoord is een stem die ‘Maria’ zegt. Het zijn de wonden getoond aan de discipel Thomas, zijn handen die brood breken. Het is een vreemdeling onderweg naar Emmaüs. Zo herkennen wij Jezus, die ‘door God opnieuw in het speelveld wordt gezet’.  Telkens weer lezen we de verhalen van de Schrift, in telkens andere levensomstandigheden. Gaandeweg komen we God op het spoor. Het gaat dus om grote, trage vragen en antwoorden die niet ongeduldig gegeven kunnen worden; antwoorden die je niet zomaar even ‘uitlegt’. Maar opstanding gebeurt tot op de dag van vandaag. Pasen is een revolutie die nog steeds gaande is, als een ondergrondse rivier die af en toe opduikt.
Tomáš Halík

LIED:   Het zal in alle vroegte zijn

OVERWEGING
En dan staat Jezus daar. Dan komt hij naar haar toe. En dan herkent ze hem niet. Zij ziet de tuinman. Als je dat een moment op je in laat werken, dan voel je even later hoe vreemd dat eigenlijk is. De tuinman? En als je naar het schilderij van Rembrandt kijkt, dan zie je het nog beter. Hij laat ons door de ogen van Maria Magdalena kijken: wij zien ook een tuinman. Met een enorme hoed en een schep. Rembrandt heeft kennelijk het gekke van dat beeld bij Johannes gezien. En ik heb trouwens sterk de indruk dat hij er ook de humor van heeft ingezien. Waarom herkent Maria Jezus niet? We kunnen er alleen maar naar gissen. Is ze te verdrietig? Nu ja, je zou net zo goed kunnen vragen: waarom herkennen wij Jezus niet, als hij in ons leven komt? Als hij naar ons toe komt in ons verdriet? Als hij komt, om juist in onze tranen bij ons te zijn. Als hij mét ons is als wij met lege handen staan… Wij zien de tekenen van zijn aanwezigheid dan toch ook niet altijd? Juist als het erop aan komt, dan is hij met ons. Maar wij herkennen hem niet.

Maar dan spreekt hij haar aan. Jezus zegt tegen haar: Maria. En zij keert zich om en zegt tegen hem: Rabbuni! Jezus zegt alleen maar haar naam! En dat is het. Dit is zo’n ongelofelijk intiem moment. En juist daardoor zo sterk. Zo ontroerend, als je het tot je door laat dringen. Waarom? Omdat het zo gewoon is, zo alledaags. Jezus zegt alleen maar haar naam. Het zijn geen hemelse taferelen, geen lichtflitsen, geen luide stem met enorme galm. Nee, het is: dat je bij je naam genoemd wordt. Je naam, die je moeder en je vader je gegeven hebben. Je naam: die jou uniek maakt. Als je bij je naam genoemd wordt, dan weet je: ik word gekend, gezien. Ik doe er toe. Iets vergelijkbaars gebeurde er ooit in een Koreaans weeshuis waar twee in Nederland geadopteerde meisjes voor het eerst de zaal binnen kwamen waar ze ooit als baby verbleven. Een van hen vroeg aan de directeur hoe ze in het begin van haar leven aan haar naam was gekomen. De directeur deed dat af met: ‘Ach, we prikten gewoon een naam uit een namenboekje’. Op dat moment zie je hoe dat geadopteerde meisje instort. Gelukkig ziet een van de ook aanwezige verzorgsters dit en neemt het woord van de directeur over. Ze zei:’ Mag ik iets toevoegen hoe het eigenlijk ging? We pakten een pasgeboren baby op en tilden het omhoog in het zonlicht, zodat we er goed naar konden kijken. En dan gaven we dat kind een naam die bij haar paste’.  Het geadopteerde meisje komt op dat moment weer helemaal tot leven. Ze glundert en straalt en is stil. Ook hier komt een mens tot leven. Een mens zonder naam en zonder hoop wordt een mens met toekomst. Een mens die eenzaam was, wordt een mens met een levende stem in de oren. Noem mij bij mijn naam. Of zoals Neeltje Maria Min het verwoordde: ‘Noem mij, noem mij, spreek mij aan. O, noem mij bij mijn diepste naam’.
Zo worden ook wij vandaag tot leven geroepen. Jezus staat op uit het graf en verschijnt als een tuinman aan Maria Magdalena. Dat betekent: werk aan de winkel! Geen hemelse toestanden, geen trompetten. Want het leven speelt zich af in het gewone, in het alledaagse. Laten we elkaar bij naam noemen en daarmee elkaar, in zijn naam, tot leven brengen. Zo herkennen we hem in ons leven. Zo leeft God midden onder ons.

GELOOFSLIED: Uit staat en stand en wijsheid losgewoeld

KLAARMAKEN VAN DE TAFEL /COLLECTE

VOORBEDEN

Eeuwige,
Vroeg in de morgen; bevroren dauw ligt op het land, gaan wij op weg.  Geen stok om mee te gaan, een eerste struikelpas, steun voor elkaar. Nog onvervuld, verlangend zoeken wij in onze ziel de ruimte van het land, de wijdte van de tijd, een vriend, onze God. Wees ons toch nabij. Opdat jouw Goddelijke energie kan stromen in onszelf en in mensen om ons hen.

Eeuwige,
Met de opstanding van de Heer klopt ons hart vol verwachting. Geef ons tijd en ruimte om de stem van onze ziel vol verwachting te vernieuwen, te vitaliseren en meer toe te laten.

Eeuwige,
Wereldleiders staan voor een zware taak. Vanuit een grote verantwoordelijkheid dragen zij zorg voor zovelen en voor Moeder Aarde. Beziel hen toch met jouw Geest, opdat zij hun innerlijke stem van de ziel vast kunnen houden.

Eeuwige,
In onze levenstocht in de wereld komen we onszelf soms tegen. Ervaringen uit het verleden houden ons soms gevangen. We durven niet de wereld in te gaan uit angst opnieuw beschadigd te raken. Spreek ons aan met onze naam en adem ons open met jouw goddelijk vertrouwen in het leven. Opdat we in jouw naam het leven vieren, samen met anderen.

Eeuwige,
Vandaag bidden we ook voor de gebeden die in ons intentieboek staan geschreven.  We gedenken hen die zijn overleden en niet meer in ons midden zijn. We bidden dat ze als zielen in hun licht en warmte mogen zijn. Vandaag noemen we in het bijzonder…..

ACCLAMATIE: Kom over ons met uw Geest
Koester de namen

TAFELGEBED

Gezegend Jij, die onze oren opent, ons laat luisteren naar de mensen: hun plezier en hun noodkreet naar de aarde: haar klanken en haar zuchten
Gezegend Jij, die onze monden opent, ons laat spreken woorden van vergeving ons laat zingen tonen van vrede ons laat proeven geluk van leven
Gezegend Jij, die onze ogen opent ons laat zien ongerechtigheid en lijden, opstand en hulpvaardigheid, ons licht geeft en inzicht hoe kwetsbaar de schepping is.
Gezegend Jij, die onze zielen opent, ons laat voelen warmte en mildheid ons laat geven, goedheid en nabijheid, ons laat ontvangen, mensen van goede wil.
Gezegend Jij, die onze harten opent, ons laat raken door eenvoud en broosheid, vriendschap en liefde en ons aanspreekt door Jezus naar wie we ook vandaag reikhalzend uitkijken.

In de avond voor zijn sterven, nam hij brood in zijn handen, sprak zijn dank uit naar Jou, brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden: dit is mijn leven, gebroken voor jullie, deel en eet dit met elkaar, telkens opnieuw, breng zo de hemel bij de mensen.

Zo nam hij ook de wijn, gaf die door en zei daarbij: dit is mijn liefde, tot vreugde van iedereen, drink samen uit deze beker, als vrienden aan één tafel. Blijf dit doen, als levende herinnering aan mij.

Zo willen wij op weg gaan, in zijn geest, zo willen wij bidden, met woorden die Hij ons gegeven heeft:

ONZE VADER

VREDESWENS

VREDESLIED: De vrede, de vrede zal zijn

BREKEN EN DELEN: Victimae paschali laudes

AFSLUITEND GEBED AAN TAFEL,

SLOTGEDACHTE

Laten we  niet meer morsen met de dagen die we steeds weer kwijtraken.
Laten we geen engelen zijn, maar als het kan toch ook geen duivels.
Laten we moed houden, durven wankelen en redden wat er te redden valt.
Laten we doen wat moet gebeuren en mild zijn voor wie dat nog niet kan.
Laten we ze openlaten: onze deuren, onze armen, onze geesten.
Laten we pantsers afleggen, en de ander tegemoet treden, telkens weer.
Laten we slapende honden keihard wakker maken. Blijven geloven in dromen die ook uitkomen..
Laten we begrijpen wat de liefde is, onthouden dat dat alles is, of toch bijna.
Laten we durven. Ja.

Griet op de Beeck

Gezongen zegenwens: Gij, Levende, Eerste en Laatste

SLOTLIED: O schoonheid uw verbrand gezicht

Paaswake 2019: HET EERSTE LICHT

Paaswake 2019:   HET EERSTE LICHT
Voorganger:
Gepke Kerssen met Franneke Hoeks en Maria van den Dungen
Koor: de Cantorij, o.l.v. Peter-Paul van Beekum
Piano:
Steven van Gool

Binnengedragen wordt: het Paasvuur van de Parade, de Paaskaars, de Bijbel en het doopwater

Gebed
:
U die gezegd hebt: ik zal er zijn,
Hier zijn wij:
mensen met het donker van Goede Vrijdag nog in ons
de dood van Jezus, een rechtvaardige
zijn lijden waarin we het lijden van mensen van nu herkennen
Wij bidden om licht
Schenk ons hoop die leven doet

Zingen:
als alles duister is Lees meer →

GOEDE VRIJDAG | OVERGAVE


Voorgangers:
Franneke Hoeks, Maria van den Dungen, Gepke Kerssen
Met medewerking van Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers

Stilte

Gisteren waren we hier. Samen. Nog.
We vierden met brood en wijn
het feest van bevrijding tegen beter weten in.
Alsof het niet op kon. De kruimels op onze lippen.
De beker leeggedronken.
En toen werd het stil. Een kus. En weg was hij.
Onbereikbaar. En wij, hier radeloos, zo vol vragen.
Teruggeworpen op onszelf.
Lees meer →

BROODNODIG

 

Viering 18 april 2019              Witte Donderdag
BROODNODIG

Voorgangers: Maria van den Dungen, Franneke Hoeks, Gepke Kerssen
Zang: Cantorij.

Vooraf zachte muziek

Tafel staat klaar          op de tafel staan de kommen voor de handwassing en de handdoeken Kaars op de tafel brandt niet.

Openingslied:: Vrede voor jou hierheen gekomen
Tijdens zingen komen de voorgangers naar voren met brood, wijn en kannen warm water , die worden op de tafel geplaatst.

Welkom
Deze avond is geen gewone avond.
Déze avond is onlosmakelijk verbonden
met Goede Vrijdag en Paaszaterdag.
Witte Donderdag laat ons zien
hoe een mens tot het uiterste kan gaan in de liefde.
Liefde, niet voor één persoon, maar voor alle mensen.
Liefde die alles overstijgt,
zelfs de grens tussen droefheid en vreugde. Lees meer →

Palmpasen – Levensweg

SAN SALVATORGEMEENSCHAP 13 & 14 april
LEVENSWEG- Palmpasen
Voorganger: Franneke Hoeks
Met medewerking van Melodiek o.l.v. Marcel van der Maeden

OPENINGSLIED: Hier wordt een huis voor God gebouwd
WELKOM
Wat fijn dat u, dat jullie naar hier gekomen zijn om samen te vieren dit weekend voor Pasen. Het is groen hier rondom de tafel. Groene takken waarmee we de intocht herdenken We staan stil bij moment dat Jezus door velen feestelijk werd binnen gehaald in Jerusalem.  Feestelijkheden te over: men wuift, roept en zwaait alsof het niet op kan. Een koninklijk onthaal voor deze man die eenvoud predikte. Hij gaat zijn weg door het leven. Dit is iets wat blijkbaar moet gebeuren. De afgelopen weken gingen we in onze vieringen op pad met Ruth en Noömi. We leefden met hen mee op de weg die zij moesten gaan. Een weg met diepe dalen, vol ontberingen en onzekerheden. Ook een weg die tot nieuwe kansen,  tot nieuw leven leidden. Laat ons aan het begin van deze viering deze takken zegenen. Zodat ze straks als tekens op onze levensweg mee gaan naar de plekken waar wij thuis zijn. Laat dit moment van zegening ook een moment van stilte en inkeer zijn.
Lees meer →

Kiezen voor Hebben of Zijn

KIEZEN VOOR HEBBEN OF ZIJN
Viering 7 april 2019 week 5 van vasten
voorganger: Maria van den Dungen

OPENINGSLIED: …Dit huis is een huis

Welkom iedereen die hier is.
Fijn dat u er voor hebt gekozen om een uur het drukke bestaan achter u te laten, om samen te luisteren naar de oude verhalen, om te zingen en te bidden in deze vastentijd.
Mag dit uur ons brengen wat we ervan hopen, zodat we straks verrijkt naar huis kunnen gaan.
Passiezondag, nog 2 weken tot Pasen. Het verhaal van Ruth, dat we deze vasten volgen nadert zijn ontknoping.
Het is een troostboek – ook voor ons -vol hoop dat het licht altijd door het duister kan breken. ( leonard Cohen: There is a crack)

In het evangelie verhaal gaat het net als in dit laatste hoofdstuk van Ruth over een keuze tussen materie en de medemens, een keus tussen Hebben en Zijn.
Maar eerst stemmen we ons af op een andere dimensie.

Gebed
Jij die ons behoedt en draagt,
wees bij ons dit uur.
Laat ons jouw adem voelen
in woorden die verlichten
en gedachten die bevrijden.
Jij, kent ons verlangen naar echt geluk
Laat ons dat niet zoeken in geld en aanzien,
maar in de liefde van de naaste.
Geef ons uitzicht en toekomst
in dit uur van samenzijn rond jouw woord
en rond de tafel van breken en delen.
Dat we jou en elkaar erin mogen herkennen.
Amen

Acclam: Wek mijn zachtheid
Lees meer →

Thuiskomen

THEMA: Thuiskomen
DATUM: 31 maart 2019

Voorganger: Ard Nieuwenbroek

OPENINGSLIED : Dit huis is een huis
WELKOM

Lees meer →

Zorg

Thema: Zorg
Openingslied: Licht dat ons aanstoot in de morgen

Namen van eventuele overledenen, kaarsje
Vanmorgen ontsteken wij het licht voor de slachtoffers en hun familie van de aanslag in Utrecht en voor de slachtoffers van de aanslag op een bus met schoolkinderen in Italië deze week. We ontsteken het licht aan deze zwarte kaars symbool van duisternis, maar toch… in deze viering luisteren wij naar verhalen van hoop, verhalen over Noömi en Ruth, over Jezus van Nazareth. Verhalen van hoop die ons zeggen dat de dood niet het laatste woord heeft maar het leven.
STILTE

Welkom
Iedereen van harte welkom, u die voor de eerste keer hier bent of u/jij die regelmatig komt, zoekers en zieners, welkom op deze plaats van gastvrijheid.
Het thema van de Veertigdagentijd is: kies dan het leven.
Dit weekend is het thema zorg, waar heb jij zorg voor? Wat roept het woord zorg bij je op?
We worden opgeroepen om je te engageren, om zorg te dragen,
om resultaten te boeken…
daarmee worden we geconfronteerd in de lezingen van vandaag.
Boaz die zorg draagt voor Noömi.
De vijgenboom in het evangelie krijgt nog wat uitstel,
maar moet dan wel vrucht dragen.
Als we de krant openslaan,
worden we onmiddellijk met onze neus op de realiteit geplaatst.
Natuurrampen, oorlogen, terroristische aanslagen, opwarming van het klimaat,
ongelijke verdeling van grond en goed …
Moge wij ons tijdens deze viering laten oproepen
om ook een stap te zetten
naar een eerlijke, rechtvaardige wereld,
met mild begrip voor elkaar.
Maken wij het stil, maken we ruimte voor God en elkaar…

Gebed
God van mensen,
Jij nodigt ons uit
jouw droom tot de onze te maken
en de wereld om te vormen
tot een plek waar het goed is om te wonen, voor iedereen.
Open onze ogen voor de mogelijkheden
die Jij ons in handen hebt gegeven.
Bemoedig ons en spoor ons aan tot nieuwe,
volgehouden inspanningen
om zo ons steentje bij te dragen
tot vrijheid en vrede, geluk en welzijn voor elke mens. Amen.

Inleiding op de lezingen:
In beide lezingen van vandaag gaat het over ommekeer.
De ontmoeting tussen Ruth en Boaz, Hij brengt haar tot leven.

De evangelielezing citeert een paar ‘krantenkoppen’
die toen nogal wat stof deden opwaaien.
Ook Jezus voorziet ze van zijn kritische commentaar.
Laten we de schrift openen en gaan luisteren naar deze mooie verhalen uit de traditie.

Eerste Lezing: Ruth 2. 14-23
Toen het etenstijd was zei Boaz tegen haar: ‘Kom maar hier en neem een stuk brood en doop het in de wijn.’ Ze ging naast de maaiers zitten, en hij gaf haar geroosterd graan. Ze at tot ze genoeg had en ze hield zelfs nog over. Toen ze weer opstond om te gaan werken, gaf Boaz zijn mannen de volgende opdracht: ‘Laat haar ook tussen de schoven aren lezen, zeg daar niets van. Integendeel, jullie moeten juist wat halmen voor haar uit de bundels trekken en die laten liggen, zodat zij ze op kan rapen. Verwijt haar dus niets.’ Zij werkte tot de avond op het veld en sloeg de korrels uit de aren die ze geraapt had. Het was ongeveer een efa gerst. Ze pakte het op en ging terug naar de stad.
Toen Noömi zag hoeveel ze verzameld had, en toen Ruth haar ook nog gaf wat ze van het middagmaal had overgehouden, riep ze uit: ‘Waar heb jij vandaag aren gelezen, waar heb je gewerkt? Gezegend de man die zo goed voor jou geweest is!’ Ruth vertelde haar schoonmoeder dat de man bij wie ze die dag gewerkt had Boaz heette. Toen zei Noömi tegen haar schoondochter: ‘Moge de HEER hem zegenen, want hij heeft trouw bewezen aan de levenden en aan de doden.’ En ze vervolgde: ‘Hij is een naaste verwant van ons en kan daarom zijn rechten als losser laten gelden.’ En Ruth, de Moabitische, zei: ‘Hij heeft ook nog tegen me gezegd dat ik bij zijn maaiers moest blijven totdat zijn hele oogst is binnengehaald.’ ‘Het is goed dat je optrekt met de vrouwen op zijn land, mijn dochter,’ zei Noömi tegen Ruth, ‘want dan zal niemand je op een ander veld lastig kunnen vallen.’ Ze bleef dus aren lezen bij de vrouwen die voor Boaz werkten, tot het einde van de gerste- en de tarweoogst. Al die tijd woonde ze bij haar schoonmoeder.

Lied: Voor kleine mensen is hij bereikbaar

Evangelie: Lucas 13,1-9
Er waren op dat moment ook enkele mensen aanwezig die hem vertelden over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met hun offers. Hij zei tegen hen: ‘Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat ze dat ondergaan hebben? Zeker niet, zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen.Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen viel – denken jullie dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Zeker niet, zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij.’
Hij vertelde hun deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. Hij zei tegen de wijngaardenier: “Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij dient tot niets en put alleen de grond uit.” Maar de wijngaardenier zei: “Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven, misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.”’

Acclamatie: Die mij droeg op adelaarsvleugels

Overweging:
Beste mensen,
Wat is het soms toch moeilijk om je gedachten op papier te krijgen. Deze week had ik veel moeite om mijn gedachten te ordenen. Steeds kwamen die beelden van de tram uit Utrecht in mijn gedachten. Een dag daarna de beelden van de aanslag op een bus met schoolkinderen in Italië. En daar bovenop de artikelen in de krant en sociale media waarin we zien dat een persoon als Therry Baudet veel stemmen krijgt. Een man die het klimaat aan zijn laars lapt, die vrouwen ziet als tweederangsburgers. Ik weet niet hoe het u, jullie vergaat in zo’n week als deze, maar bij zakt de moed in de schoenen. Maar toch…
Gelukkig zijn er de levensverhalen vanuit de traditie.

Het verhaal van Ruth.

Twee arme weduwen Naomie en Ruth die alleen konden overleven door van de geef te leven: Ruth gaat aren lezen, dat betekent dat ze op de pas gemaaide en geoogste velden ging zoeken naar graan dat was blijven liggen. In de wetten van Mozes was bepaald dat armen op die manier de kost konden verzamelen. Dit toonde wel gelijk aan iedereen dat deze twee weduwen maar net konden overleven.
Misschien schaamde Naomi zich om aren te lezen, wellicht kon ze het door haar leeftijd niet meer. Het was moeizaam werk in de hete zon dat weinig opleverde. Je moest in de eenzame velden ook nog oppassen niet te worden lastiggevallen door ruige kerels.

Het verhaal van Ruth herhaalt zich vandaag duizendvoudig in onze eigen omgeving. Wanhopige asielzoekers komen hierheen om er een betere toekomst te zoeken voor zichzelf en hun kinderen. Hoe velen van hen zullen worden uitgebuit voor hongerloontjes, worden geminacht en gediscrimineerd vanwege hun andere gewoonten of hun gebrekkige communicatie in onze cultuur? Hoeveel van de vrouwen zullen in de rosse buurten van onze steden worden misbruikt? Terwijl ze nog niet bekomen zijn van de trauma’s, die ze in hun thuisland en onderweg hebben opgelopen, moeten ze zich hier een bestaan zien op te bouwen voor zichzelf en hun kinderen.

Daarom lezen we vandaag het eeuwenoude verhaal van Ruth en Boaz.
Vandaag letten we daarbij speciaal op Boaz, de boer die Ruth helpt.
Wie was deze man en wat maakt dat we nog altijd over hem spreken?
In het eerste vers van Ruth hoofdstuk 2 wordt Boaz voorgesteld als een familielid van de overleden echtgenoot van Naömi, Elimelech. Ook wordt hij een belangrijk man genoemd.
In sommige bijbelvertalingen wordt er gesproken over ‘een zeer vermogend man’. Vermogend kan zowel slaan op karakter, kracht, positie en rijkdom. De naam Boaz is dan wel toepasselijk, want die betekent ‘in hem is kracht’.
Ruth ontvangt waardigheid van hem, zij wordt niet afgeschreven.

Beste mensen,
Altijd en bij voorkeur werkt God in en door mensen, die zich laten sturen naar mensen in nood en ellende. Ook in Jezus van Nazareth – in wie God aan het licht komt – zien wij zo’n mens, die in Gods Naam mensen in nood weldoet.
Hij doet dat vanuit een houding van respect voor iedere mens in nood die zijn pad kruist. Daarbij betracht hij een groot geduld met de mensen. De parabel over de vijgenboom spreekt daarbij voor zich. Niet meteen omhakken, maar geduld hebben. Het beeld van de vijgenboom gebruikt Jezus niet voor niets. Een vijgenboom is een zeer vruchtbare boom, die tweemaal per jaar vrucht draagt, zelfs als hij geplant is op schrale grond.
Zo heeft ook een ieder van ons in potentie zoveel mogelijkheden in zich, dat hij in staat is geweldige dingen te ondernemen. Maar vaak zien we die mogelijkheden in onszelf of bij anderen niet. Onze goede voornemens worden te vaak overschaduwd door twijfels en aarzelingen: ‘Kan ik ’t wel?… Durf ik ’t wel?’
Zeg niet te gauw: ‘Ik kan dat niet!’, of ‘Ik durf dat niet!’, maar geloof in jezelf, geloof in de vitaliteit die in jou zit, en die zo veel mooie vruchten kan voortbrengen, als je ze de kans geeft te groeien. Stap over je onzekerheden heen en je zult zien, je bent tot méér in staat dan je dacht.
Ik heb vaak in mijn werk als geestelijk verzorger mensen ontmoet die voor haast onmogelijke – zo niet onmenselijke – opdrachten in hun leven kwamen te staan, en die in staat waren die zware taken te volbrengen.
Iedere mens heeft van de Eeuwige zo veel gaven gekregen dat hij vruchtbaar kan zijn voor zijn omgeving.
In deze veertigdagentijd wil ik jullie uitnodigen om op reis te gaan in jezelf’… Er is in onszelf nog zoveel dat niet ontdekt is. Daar kun je alleen maar achter komen door het stil te maken in jezelf. Als je in stilte in jezelf gaat zoeken naar wat er allemaal nog verborgen is en wat er allemaal nog aan schatten naar boven gebracht kan worden, zul je versteld staan.
Het lied “ken je mij” van Trijntje Oosthuis is hier een prachtige leidraad voor.
Ga op reis in jezelf en ontdek de rijkdom. En probeer die rijkdom ook eens te ontdekken in de mensen om je heen. Doe dat dan met geduld, zoals de parabel ons vanmorgen leert. Je zult voor verrassingen komen te staan.
Amen.

Geloofslied: Mijn hart een harp een viool
Klaarzetten van de gaven / collecte / instrumentale muziek
Voorbede: Spreid uw dragende vleugels / koester de namen

– Bidden wij voor allen die kwaad met kwaad vergelden
en een zondebok zoeken.
Dat zij zich bekeren en weet krijgen
van de barmhartigheid die zijzelf nodig hebben.

– Bidden wij voor allen die ziek zijn
of door onzekerheid gekweld.
Dat wij hen door onze betrokkenheid
levensmoed geven voor de dag van morgen.

– Bidden wij voor allen die vechten met hun eigen angsten
en geen vertrouwen meer hebben in anderen.
Dat zij geraakt mogen worden
door de oprechte ogen van een ander mens.

Tafelgebed
Gij die van oudsher
spreekt tot mensen
in vele talen,
in zichtbare en
onzienlijke dingen,
en naar ons zoekt
in hemel en aarde

wij zegenen U
omdat Gij eens en
voorgoed gesproken hebt
in een van ons
uit U geboren
voor alle eeuwen
en vleesgeworden
stof van de aarde
Jezus van Nazareth

die mens geweest is,
alleman, Adam,
in deze altijd
dezelfde wereld
van bijna-mensen
tastende handen
dove oren
gewapende vrede

die vuur en licht was
levend water
sterke wijnstok
woord als een weg,
maar werd geplunderd
en uitgedoofd:

die heeft gezegd:
Ik ben gekomen
om als een zee
te worden gedronken,
om brood te worden
zaad in de grond.

En daarom heeft hij
voor vriend en vreemde
voor goed en kwaad
zichzelf ontweldigd,

en wist en weet
ten einde raad
ten eeuwige dage
niets te doen
dan god te zijn
voor ieder mens
in deze wereld.

Wie zij die mens
tot wie hij zegt:
‘Dit is mijn lichaam
levend brood
dit is mijn bloed
mijn ziel voor u
doet aan elkaar
wat ik gedaan heb’.

Gij ongekende
roepende ander,
eeuwige verte,
Gij die in deze
zoon van mensen
onze vader
geworden zijt,
wij zegenen u,
wij bewonderen U.

En in dit brood
op onze handen
ontvangen wij
in tastend geloof
uw naam, uw zoon
ons eigen leven
van lief en leed.

Doe ons verstaan
in dit kleine teken,
in deze ruimte
luisterend zingend
achter de woorden,
dat het ooit waarheid
worden zal wat wij
van U verwachten
in hoop en vrees:
dat wij ooit zullen
spreken met U
van mens tot mens,
tot niet meer overblijft
dan zien en zwijgen
en eeuwig zijn.

Open uw hand
en dit brood
en vrede zij met u allen.

Onze Vader
Vredeswens

Vredeslied Vrede zij u van God in de hemel

Uitnodiging aan de tafel van brood en wijn

Lied: Vanuit de diepte tot hoog in de bergen
Gebed
Gij hebt ons uw naam gegeven: ‘Ik zal er zijn’
en zo trekt Gij mee met uw mensen.
Maak ons tot mensen naar uw beeld,
tot reisgenoten van elkaar,
en tot zorgvuldige en geduldige beheerders van de aarde,
die bezorgd zijn om het welzijn van hun medemensen,
naar het voorbeeld van Jezus, uw Zoon, onze Heer. Amen.

Slotgedachten:
De plek waar ik vandaag sta,
dat stukje wereld dat het mijne is,
vervlochten met al die mensen die ik al dan niet gekozen heb,
het kan ‘heilige grond’ worden,
het kan de plek van de aanspraak, van ontmoeting worden.
Daar dringen de vragen tot mij door
die onontkoombaar zijn:
‘Waar leef ik voor?
Voor wie zorg ik?
Bij wie ben ik veilig?
Wat doe ik met mijn talenten?
Waarmee vul ik mijn dagen?
Durf ik ten volle kiezen voor wat op mijn weg komt?
Het kunnen vragen zijn
waarvoor ik al jaren op de loop ga.

Voor mij ligt een opdracht.
Ik heb iets te doen voor mensen,
al is het maar
een heel kleine wending geven aan deze wereld.
Niemands talent kan gemist worden,
hoeveel excuses er ook te verzinnen zijn
om er onderuit te komen.
En als ik bij mezelf denk:
‘Dorre vijgenboom,
je hebt er tot nog toe niets van terecht gebracht’
dan is er de liefde van de tuinman,
die mij een tweede kans geeft.

Zending en zegen
Laat ons van hier weggaan in het spoor van de Barmhartige;
laat ons elke dag opnieuw
echt delen met elkaar:
niet van onze overschot
maar al wat de aarde voortbrengt.
Die zin voor rechtvaardigheid wil God van harte zegenen: Vader, Zoon,…

Slotlied: Wie ten einde toe alles durft te geven

Ontmoeting

16 en 17 maart 2019

Voorganger:  John Parker
Zondag m.m.v. de Cantorij.

Openingslied:  zat:  Dit huis is een huis
zon:  Ik zal in mijn huis niet wonen

Welkom:
Welkom iedereen bij onze viering in dit tweede weekend van de 40 dagentijd. “Kies dan het leven”, zo luidt ons algemeen thema en bij deze viering hebben we als thema “Ontmoeting”. Dit komt terug in de 2 lezingen uit de Schrift en in andere onderdelen van onze gebeden. Mee voorgaan in deze viering (zaterdag) Marga van de Koevering, (zondag) Marleen Postma en Toon van Mierlo.
In deze viering kunnen we voor onszelf bidden, voor familie en vrienden, en misschien ook voor al die mensen die wij deze afgelopen week zijn tegengekomen en die wij hebben ontmoet in verschillende maten van intensiteit. En wij mogen niet vergeten de mensen in Cuba die wij willen helpen door ons Vastenaktie project.
In het begin van deze viering laten we even tot stilte komen, de stilte binnen ons, om te bezinnen, om te bidden.
Gebed:
Eeuwige, schepper, barmhartige, hoor het gebed van mensen die zoeken.
Mensen die zich inzetten om goed te doen, om goed te zijn, om een wereld te maken die goed is voor iedereen en alles. Mensen die bij elkaar komen om samen sterk te zijn.
Hoor het gebed van mensen die zoeken naar tekens van hoop in onze wereld die er soms gescheurd uitziet.
Eeuwige, hoor ons gebed, wees bij ons. Amen.
Lees meer →