De waarde van de enkeling

Elk blad ademt de boom tot leven

San Salvatorgemeenschap 14-15 sept 2013
Thema: De waarde van de enkeling.
Voorganger: Ed Andriessen
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied za: Voor mensen die naamloos
zo: Dit huis vol mensen

Welkom en inleiding
De schriftlezingen van deze week hebben mij gebracht op het thema ‘De waarde van de enkeling’.
Ik kan dit thema niet beter inleiden dan met een liedtekst van Jules de Corte.

De enkeling stond op tegen wel honderdduizend dingen.
Hij wou niet met de massa mensen mee in het gareel.
Hij wenste in het slavenkoor een vrije stem te zingen,
maar voordat ie het wist had ie een schor-geschreeuwde keel
Toen hij niet meer kon zingen, stond ie op om te gaan spreken
tot allen die hij altijd als zijn vrienden had beschouwd.
Die zeiden: ‘wat ie zegt is nog niet eens zo gek bekeken,
maar toch voor onze oren wel een tikkeltje te baud’

Toen hij niet meer kon spreken stond ie op om te gaan schrijven.
Hij kraste ’t op de muren van ons meerderheidspaleis,
opdat wij ons de slaap uit onze ogen zouden wrijven.
Toen sprak er een uit aller naam: ‘veeg uit, dit is te grijs!’
De enkeling staat op, omdat ie zelf zijn weg wil kiezen.
Hij vecht tegen het monster van de middelmatigheid.
Hij zal zolang ie leeft bij voorbaat elk gevecht verliezen
en als ie eindelijk opgeeft zegt men: ‘zo, die zijn we kwijt’.

Hoewel deze tekst al dateert van vele tientallen jaren geleden heeft hij aan actualiteitswaarde nog niets ingeboet en geeft goed weer welk lot menig enkeling beschoren is. Hoe komt het toch, dat die enkeling, hoewel hij toch óók strijdt in aller belang, nog zó vaak met argwaan wordt bejegend? Zou het kunnen zijn dat we bang zijn voor die enkeling in onszelf?
Maar laten we eerst ruimte maken in onszelf .
-stilte-

Openingsgebed
Eeuwige, soms verstoppen wij ons voor jou.
Waarom? We weten het niet!
Is het omdat wij aan jouw liefde twijfelen?
Of hebben wij schrik voor onszelf
en willen wij onze kwetsbaarheid niet tonen?
Wat er ook van waar is, neem ons alsjeblieft op je schouders
als we zelf onze weg niet meer vinden.
En geef ook ons een hart dat op zoek durft gaan, naar onszelf en
naar de waarde van de enkeling, altijd bereid het veilige pad te verlaten.
Lied za: Gij hart, Gij bron van leven zo: Strek naar mij uit uw gedachten.

Eerste lezing: uit Exodus 32, 7-14
De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga terug naar beneden, want jouw volk, dat je uit Egypte hebt geleid, misdraagt zich. Nu al zijn ze afgeweken van de weg die ik hun gewezen heb. Ze hebben een stierenbeeld gemaakt, hebben daarvoor neergeknield, er offers aan gebracht en gezegd: “Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!”’ De HEER zei verder tegen Mozes: ‘Ik weet hoe onhandelbaar dit volk is. Houd mij niet tegen: mijn brandende toorn zal hen verteren. Maar uit jou zal ik een groot volk laten voortkomen.’
Mozes probeerde de HEER, zijn God, milder te stemmen: ‘Wilt u dan uw toorn laten woeden tegen uw eigen volk, HEER, dat u met sterke hand en grote macht uit Egypte hebt bevrijd? Wilt u dat de Egyptenaren zeggen: “Hij heeft hen bevrijd om hen in het ongeluk te storten, om hen in het bergland te doden en van de aarde weg te vagen”? Wees niet langer toornig en zie ervan af onheil over uw volk te brengen! Denk toch aan uw dienaren Abraham, Isaak en Israël, aan wie u onder ede deze belofte hebt gedaan: “Ik zal jullie zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn, en het hele gebied waarvan ik gesproken heb zal ik hun voor altijd in bezit geven.”’ Toen zag de HEER ervan af zijn volk te treffen met het onheil waarmee hij gedreigd had.
Lied za: Hoort hoe God met mensen omgaat zo: Hoor mij, wees niet doodse stilte.

Tweede lezing: uit Lucas 15, 1-7
Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
Acclamatie za: Barmhartige Heer, genadige God zo: Zo heeft gesproken en gezegd

Overweging
Zowel in het verhaal uit Exodus als uit het evangelie van Lucas is de meest opvallende figuur, een enkeling.
Mozes, daar boven op die berg, terwijl het volk zich in haar wanhoop overgeeft aan afgoderij. Wat moet hij zich ongemakkelijk hebben gevoeld, misschien zelfs wel verraden, toen zijn volk, dat hij geacht werd terug te voeren naar hun thuisland, het geloof in die missie dreigde te verliezen. En tóch is het diezelfde Mozes, die vierkant achter zijn volk blijft staan. Hij durft het aan zelfs met God in discussie te gaan en weet hem met zijn argumenten zelfs van zijn ongelijk te overtuigen. Hij heeft als enige van die op drift zijnde massa het risico genomen en wordt daar rijkelijk voor beloond. Hoe wonderlijk dit verhaal ook is, het laat ons zien dat het zin heeft ons te verzetten tegen onrecht, zelfs als daarmee door het hoogste gezag gedreigd wordt.
En dan die gelijkenis die Jezus vertelt aan die morrende farizeeën en schriftgeleerden als hij zich tegen hun zin weer eens ophoudt met mensen die hun leven leiden in de marge van de samenleving. Over dat ene schaap dat misschien wel helemaal genoeg had van het gedisciplineerde bestaan in de kudde en koos voor het avontuur. Over die herder die al die makke schapen laat voor wat ze zijn en alles doet om dat avontuurlijke schaap weer terug te brengen in de kudde. Dit verhaal kun je op meerdere manieren lezen. Als je ervan uit gaat dat het schaap min of meer onbewust is verdwaald, moet je natuurlijk blij zijn dat het weer is gevonden en opgenomen in de kudde. Maar als je, zoals ik als mogelijkheid opper, ervan uit gaat dat het schaap bewust het avontuur heeft opgezocht, dan lees je dat hij door de herder van zijn vrijheid is beroofd. Was het dan niet beter geweest om dat schaap zijn avontuur te gunnen? Er op te vertrouwen dat hij met zijn schat aan nieuwe ervaringen ooit de kudde weer eens aan zou doen, zijn ervaringen met alle anderen zou delen en de kudde nieuwe perspectieven zou bieden? God weet wat er dan allemaal zou kunnen gebeuren. Misschien. . .
De enkeling valt op omdat zijn gedrag afwijkt van wat op dat moment de norm is. Maar bepaalt dat nu juist niet de waarde van die enkeling? We kunnen ons bijvoorbeeld afvragen wat er gebeurt zou zijn als Mozes zich zou hebben gericht naar het meerderheidsgevoel in de groep. Zou de aan hen gedane belofte dan ooit zijn nagekomen?
Enkelingen als Mozes en dat avontuurlijke schaap zetten zich vaak af tegen de flow waarin de massa zich bevindt. Omdat een enkeling laat zien dat het ook anders kan, zegt dat ook iets over wat de massa vanzelfsprekend vindt. Het is daarom niet zo vreemd dat de enkeling meestal wordt ervaren als een lastpak, iemand die moedwillig de orde verstoort en daarmee onrust brengt. In de tekst van Jules de Corte is dat treffend verwoord in de zinsneden: ‘wat ie zegt is nog niet eens zo gek bekeken,maar toch voor onze oren wel een tikkeltje te baud’, tot –wanneer de enkeling zijn strijd eindelijk opgeeft: ‘zo, die zijn we kwijt’.
Ook Jezus van Nazareth was zo’n lastpak. En is het niet juist dáárom dat zijn levenswandel tot op de dag van vandaag nog geldt als inspirerend? Als hij zich niet had gekeerd tegen de wantoestanden in zijn tijd door eenvoudigweg te laten zien dat het ook anders kan, was er waarschijnlijk niemand op het idee gekomen om de verhalen die over hem verteld werden op te schrijven. Zie hier de waarde van de enkeling.
Je zou kunnen zeggen dat allen die in de loop van de geschiedenis de geschiedenis hebben bepaald enkelingen waren. Mensen, die zagen dat het anders moest en daartoe het gebaande pad hebben verlaten. En dat zijn niet alleen de door iedereen gekende coryfeeën, maar ook aanraakbare mensen van nabij. Soms veel nabijer dan we vaak beseffen. Mensen met lef en levensdurf, eigenwijs misschien. Mensen die zelf durven nadenken, die hun geweten laten spreken, die hun oor niet laten hangen naar wat de algemene stemming is, naar wat de meerderheid denkt. Want het feit dat velen dezelfde gedachte koesteren hoeft nog niet te betekenen dat deze zaligmakend is. Deze mensen durven, als het moet, ook in te gaan tegen het gezag, of dat nu wereldlijk of kerkelijk is. En in het verhaal over Mozes, die de strijd aanbond met God zelf, zien we dat het loont.
In de als inleiding op deze viering gelezen tekst van Jules de Corte wordt ons een spiegel voorgehouden. Herkennen wij ons daarin? Wellicht zijn er mensen onder ons die zich herkennen in het door hem neergezette beeld van de enkeling. Met de wens om in het slavenkoor een vrije stem te zingen, of te krassen op de muren van ons meerderheidspaleis. Laten we hopen dat ze dat blijven doen. Hoe ergerlijk het misschien ook wel eens is als we ons net even hebben overgegeven aan een fase van relatieve rust en denken ons evenwicht te hebben gevonden. Als we nog maar net de neiging kunnen onderdrukken om te verzuchten: hè, daar heb je haar weer. Of, dat kan natuurlijk ook: hè, daar heb je hem weer.
Ik wil graag afsluiten met een voor onze gemeenschap hoopvolle uitspraak van de filosoof Sören Kierkegaard: ‘In de massa is de enkeling een nul, een nummer. In een ware gemeenschap mag hij zichzelf zijn en precies daarin ligt zijn opdracht.’
Geloofslied: Wie als een God wil leven hier op aarde.

Klaarmaken van de tafel / collecte.
Voorbeden
Eeuwige, ontferm u over allen, die, vaak als enkeling, maar in het belang van velen,
er voor kiezen het pad van de meeste weerstand te kiezen.
Help hen met moed en doorzettingsvermogen.

Voor uw aangezicht herdenken wij onze doden

Eeuwige, ontferm u over ons allen;
help ons de enkeling de ruimte te geven die hij of zij nodig heeft,
ook al wordt daarmee onze rust verstoord.

Voor uw aangezicht herdenken wij onze doden

Eeuwige, aanhoor ons gebed voor allen die ziek zijn en lijden aan het leven,
aanhoor ons gebed voor allen wier intenties in dit boek zijn opgeschreven,
aanhoor ons gebed voor allen die ons in de dood zijn voorgegaan.

Voor uw aangezicht herdenken wij onze doden

Tafelgebed (vrij naar Huub Oosterhuis)
Eeuwige, Jouw woord weerklinkt in onze stem
als uit het diepst van ons hart opklinkt wat er leeft aan hoop en twijfel, lief en leed.
Waar wij troosten en bemoedigen, helpen, onderwijzen,
elkaar bevragen en antwoord geven, daar klinkt jouw woord.
Niet groot, ondenkbaar is jouw woord, maar zo gewoon als leven en dood.
Waar wij spreken tegen onrecht, ingaan tegen vooroordelen en afgunst,
waar wij ons tegen de stroom in verzetten,
vloeken tegen de wapens die ons klein houden;
daar klinkt jouw woord, daar zijn wij als profeten.
Wie goed luistert hoort het wel,
het gebeurt verborgen in huiskamers,
het gebeurt luidruchtig op straten,
in parken en op pleinen; het gonst door de wereld.
Jouw woord dondert niet over ons heen,
het komt in onszelf tot leven, mede geïnspireerd door die enkeling,
die zijn eigenzinnige koers moest bekopen met een wrede dood, Jezus van Nazareth.
Die op de avond voor zijn dood
het brood brak en de wijn deelde met zijn vrienden,
opdat zij dit in zijn naam,
maar vooral uit naam van de gerechtigheid zouden blijven doen.
Laat ons bidden.
Onze Vader

Vredeswens
Vrede is geen toeval, we moeten het zelf maken.
We moeten er zelf voor kiezen, telkens weer.
We moeten vredestichters worden.
En elkaar, dag na dag, de vrede wensen.

Vredeslied za: Waar vriendschap heerst en liefde zo: rede zij u van God in de hemel
Breken en delen
Ik nodig ons allen uit om brood en wijn met elkaar te delen.
Brood en wijn, dat ons doet denken aan die ene mens, Jezus van Nazareth, wiens voorbeeld het navolgen de moeite waard is.
Brood en wijn, dat ons voortdurend herinnert aan ons heilige voornemen om eerlijk te delen.
Lied za: Wij leven op aarde zo: Kom in mij, ontwapen mij.

Afsluitend gebed aan tafel (Achterberg)
Ik kan alleen woorden ontmoeten, Jou niet meer.
Maar daarmee houdt het groeten aan, zozeer,
dat ik wel moet geloven dat Jij luistert;
zoals ik omgekeerd Jouw stilte in mij hoor.

Mededelingen

Slotgedachte van Martin Luther King, ook zo’n enkeling
‘Als je vertrouwen hebt, hoef je niet de hele trap te zien om de eerste stap te zetten.’

Zegen en wegzending
Laten we hier weg gaan en onze ogen, oren en hart openen
voor alles wat we zien en horen,
voor allen die op ons pad komen.
Laat het een inspirerende ontmoeting worden.
In de naam van…..
Slotlied za: Zijt Gij mijn God een herder  zo: Ik heb de aarde lief en de mensen

Nog geen reacties

Reactie plaatsen