Energie voor vrede

Elk blad ademt de boom tot leven

Geloofsgemeenschap San Salvator 15 – 16 september 2012
Thema: Energie voor vrede!
Voorganger: Martien van Stiphout
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied: Komen ooit voeten gevleugeld mij

Begroeting en welkom:
De Heer beschermt de eenvoudigen, machteloos was ik en hij heeft mij bevrijd! (ps116.6)
Van harte welkom!
Vrede vieren we wekelijks, maar in de vredesweek doen we dat in nadrukkelijke verbondenheid met hen voor wie vrede ver weg lijkt. Dat brengt ons bij het thema: Energie voor vrede! Of symbolisch uitgedrukt: van grond voor conflict naar bron van vrede. Vanzelfsprekend is er licht en warmte in ons huis. Vanzelfsprekend?
Het is een kwetsbaar vlammetje, dat blijft branden dankzij mensen die werken in de kolenmijnen. Kolen maken zoveel vies: handen en longen, maar ook de handel. Mensenrechten worden grof geschonden. Ieder kooltje kan grond voor conflict zijn: als een distel in de wereldeconomie. Ieder kooltje kan ook bron van vrede zijn: een schone energie die menswaardigheid tot bloeit brengt. Laten we energie voor vrede putten uit Bijbelteksten, uit verhalen van mensen, uit gebed, stilte en mededogen.

Gebed om vergeving
Wij bidden tot de Levende, die zich over ons wil buigen:
om mensen op de vlucht, zonder huis,
om wie in handen vallen van misdadigers.

  • Zegen ons met het licht van uw ogen, Heer onze God.

Om wie gekooid worden en de mond gesnoerd
en geen mogelijkheid voor verweer hebben.

  • Zegen ons met het licht van uw ogen, Heer onze God.

Om de aarde die verdeeld wordt en uitgebuit,
om haar bewoners zonder toegang tot water.

  • Zegen ons met het licht van uw ogen, Heer onze God.

Zo bidden wij de Levende die mensen weer doet opstaan.

Openingsgebed:
Barmhartige God, U hebt een groot hart, voor de mensen die niet in tel zijn.
Licht wilt U zijn in hun duisternis, bron van hoop en nieuwe levensenergie.
Als leerlingen van Jezus nodigt U ons uit tot navolging.
Wij vragen U: open onze oren voor wat U ons te zeggen heeft, open onze ogen om te zien wat fout gaat in en om ons heen, ontsteek in ons het vuur van uw liefde, kracht en moed om ons geloof handen en voeten te geven, om te werken aan meer rechtvaardigheid en vrede naar het voorbeeld van Jezus, uw Zoon en onze Heer
Acclamatie: Als alles duister is

Eerste lezing: Uit de brief van Jacobus 2,14-18 – Geloof dat zich niet in daden uit, is dood
Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar?
Zou dat geloof hem soms kunnen redden?
Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekort komt, en een van u zegt dan:
‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften –  wat heeft dat voor zin?
Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood.
Maar dan zegt iemand: ‘De een gelooft, de ander doet.’ Laat mij maar eens zien dat je kunt geloven zonder daden; ik zal u door mijn daden tonen dat ik geloof.

Tussenzang: Wij die met eigen ogen

Tweede lezing: Evangelie volgens Marcus 8,27-35 – Wie is Jezus?
Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Cesarea Filippi.
Onderweg vroeg hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’
Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat u een van de profeten bent.’
Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de Messas.’
Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken. Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door het oudsten van het volk, de hogepriesters en de Schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; hij sprak hierover in alle openheid.
Toen nam Petrus hem apart en begon hem fel terecht te wijzen. Maar hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’
Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aankomen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie, zal het behouden.
Acclamatie za: Wie zijn leven niet wil geven – zo: Eeuwige, onzienlijke ver en zo dichtbij

Overweging:Vlak na de oorlog kwam een mijnwerker regelmatig bij ons over de vloer. Hij werkte met veel plezier, totdat de mijnen in Limburg gesloten werden. Later werd duidelijk dat zijn gezondheid aangetast was door langdurig werken met kostbare en vuile grondstoffen in onderaardse gangen. Voor het lot van mijnwerkers moeten we nu naar Columbia en de Congo. Eenvoudige mensen zijn er kwetsbaar voor de graaiende mens die mensenrechten met voeten treedt. Uit verschillende tradities horen we ook hoe verlangen en gebed het begin zijn van vrede doen.
Een van de belangrijkste punten die Jacobus wil overbrengen is dat een gelovige niet hypocriet moet zijn. Hij moet zijn geloof ook in de praktijk brengen: geloven en doen horen bij elkaar; niet het ene zeggen en het andere doen. Je hoort vaak: Ik geloof wel, maar … en dan valt het stil, alsof christelijk geloven mogelijk is zonder dat dit een praktische, een maatschappelijke uitwerking heeft. Met alleen geloof red je het niet, zegt Jacobus, die er voor waakt dat geloof en werken niet uit elkaar gespeeld worden. In de concrete praktijk van het leven wordt duidelijk wat je geloof voorstelt. Het gaat erom: Je medemens behandelen zoals jezelf behandeld wilt worden. Maar je hoort ook: ’Het christelijke ideaal Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf is een onmogelijke opgave gebleken. Het is te hoog gegrepen. Veel mensen zijn niet eens in staat om in alle redelijkheid zichzelf lief te hebben, laat staan anderen.’
‘Maar misschien zijn er idealen die wel zijn te verwezenlijken.’

Het is niet gemakkelijk om de weg van vrede samen te gaan. Toch worden we uitgedaagd. Jacobus ziet hoe de rijke ‘Ga in vrede’ zegt tegen een zuster of broeder die gebrek aan eten en kleding heeft. Zo laat de rijke de arme aan zijn of haar lot over. Het welbevinden van de ander, gaat niet buiten jou om, zegt Jacobus. Daarmee staat hij in de traditie van profeten als Amos, Micha en Jesaja die de rijken hekelen, omdat ze zich niets van arme mensen aantrekken. De gemeente van Christus is een contrastgemeenschap. Ze vormt een contrast met de wereld waarin de armen het onderspit delven. Vanuit deze gemeenschap wordt het contrast helder met een wereld, waarin de opbrengsten van de grondstoffen niet ten goede komen aan de mensen die op die grond wonen. Grondstoffen moeten niet langer grond zijn voor conflict, maar wereldwijd een bron van vrede worden. Dat is de gedachte achter het motto: Energie voor vrede. De vredesweek wil stil staan bij geweld en onrecht die vaak gepaard gaan met het delven van grondstoffen, waar ook wij dankbaar gebruik van maken: olie, steenkool en goud zijn te vaak oorzaak van conflicten in plaats van bron van welvaart en vrede.
De teksten van Jacobus zijn prachtige Bijbelse grondstoffen. Zijn blikrichting is altijd actueel. Zoals Jacobus scherp kijkt en ziet wat rijken met armen doen, zo gaat het er nu om te zien wat er gebeurt met de bewoners, die leven op de grond waaronder zich rijke delfstoffen bevinden. .. Het zien zorgt voor de verontwaardiging, waaruit een beweging op gang kan komen, die energie voor vrede levert. Het is de kunst om bijbelse grondstoffen als liefde, gerechtigheid en vrede op te delven en de schoonheid van deze grondstoffen te zien. Bij dat graafwerk is Jacobus een uitstekende gids, maar ook Jezus.

Op zijn vraag ‘’Wie ben ik volgens jullie?’’ sprak hij in alle openheid over het lijden dat hij moest ondergaan. De goedbedoelde poging van Petrus om hem op andere gedachten te brengen, vergelijkt Jezus met het werk van Satan, de dwarsligger! Zijn verzet tegen het kruis trekt hem uit de navolging weg. Hij is terzijde gaan staan, toeschouwer geworden. Jezus wijst hem opnieuw zijn plaats: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen.’ En dan hoor ik Jacobus: ‘mensen kunnen wel beweren dat ze geloven of dat ze begaan zijn met hun medemensen, maar als ze hun woorden niet waarneembaar met hun daden maken, is hun gepraat zinledig.’ Het gaat niet om het lijden te zoeken, maar lijden doorstaan is een uiterste consequentie van het volgen van Jezus en zijn evangelie. In de mens die lijden moet, vraagt God: ‘wie ben ik volgens jullie?’
Geloofslied: Kom en volg mij op de weg

Voorbede met: Wek onze kracht
God, U die liefde bent en duurzame trouw, luister als wij U bidden: ….
voor de kerk, die bedoeld is als een bron van schone energie:
dat er voorgangers zijn die eerbied oproepen,
omdat zij doen wat zij zeggen en niet meer belijden dan zij doen;

  • Wek onze kracht, vuur onze hartstocht aan,
    heradem ons dat wij in U volharden. Doe lichten over ons uw lieve naam

Voor de politieke leiders in de wereld, die gekozen zijn
om zich met positieve energie in te zetten voor hun volk:
dat zij doen wat zij zeggen en niet meer beloven dan zij kunnen waarmaken:

  • Wek onze kracht,

Voor mensen die worden uitgebuit omwille van ons energieverbruik,
met name voor mijnwerkers in Colombia en Soedan:
dat bedrijfsleiders hun handen niet in onschuld blijven wassen,
maar bereid zijn tot verandering:

  • Wek onze kracht,

Voor ons, de geloofsgemeenschap die hier samen is:
dat wij onze energie inzetten voor vrede, overal waar wij zijn;
dat we gehoor geven aan wie ons bidden: …;
Dat we met respect onze doden gedenken: Joop Claessens; Kok de Bekker; San Snackers; Paul Pesch

Tafelgebed

Vredewens:
Vrede is ons aangezegd. Moge God ons behoeden opdat wij dit onderweg blijven doen.
Lied: Vrede voor jou en alle goeds je vrienden

Uitnodiging voor de communie:
Vrede is een belofte voor onze wereld.
Moge God ons behoeden opdat wij onze energie hier aan geven.
Communielied: Die mij getrokken uit de schoot

Slotgebed:
God, Bron van alle leven, wij danken U voor de tijd
die we hier samen waren om te verwijlen bij U en bij elkaar.
Wij danken U voor de woorden uit de Schrift, die richting geven aan ons leven
en ons bemoedigen om ons geloof niet enkel met de mond te belijden, maar ook in daden om te zetten.
Wij danken U voor uw Zoon, die ons wakker schudt uit onze ik-gerichtheid
en ons voorgaat op de weg van overgave en vertrouwen.

Zegen en wegzending:
Moge God ons behoeden, overal waar wij gaan en bij alles wat wij doen.
Mogen wij zo gezegend zijn door God, die wij noemen: Vader, Zoon en heilige Geest.

Slotlied: De steppe zal bloeien

Nog geen reacties

Reactie plaatsen