Wat kan ik voor jou doen?

23  & 24 oktober 2021

Tony de Meulder

Lectoren :
Liesbeth van Leijen en Toon van Mierlo

 

U kunt deze viering volgen via het YouTubekanaal van de San Salvator. Dat kunt u vinden via de volgende link: https://www.youtube.com/channel/UCgKq1QU2z2Iy48gT9lQ5UyQ .  De viering wordt daar in de loop van zaterdag op gepubliceerd.  U kunt dan de viering van dit weekend aanklikken. De link en de YouTube viering zijn natuurlijk ook te vinden op www.sansalvatorgemeenschap.nl bij de tekst van de viering. Wij wensen u een mooie viering toe.

 

Woord van welkom

Van harte welkom in deze viering waarin we uitgenodigd worden om met de Ene op tocht te gaan
in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.

Inleiding op de viering
Het evangelie van Marcus houdt ons een spiegel voor. Het verhaal over Bartimeüs staat bol van situaties, woorden en handelingen die méér dan één betekenis hebben. Zo kan ‘blind zijn’ meer zijn dan de lichamelijke handicap. Het kan ook betekenen met ‘gezonde’ ogen niet willen of kunnen zien, of geen uitweg meer zien. Hebben wij dan de moed om, net als Bartimeüs, om hulp te vragen aan medemensen, aan God?
Blijven we dan vertrouwen op God? En als anderen een beroep op ons doen, luisteren wij dan evengoed als Jezus naar hen en vragen wij: “Wat kan ik voor jou doen?”

Gebed
Eeuwige,
Jij die ons kent,
kom in ons midden.
Geef ons de moed jouw weg te gaan.
Maak ons ontvankelijk
voor wat Jij ons vandaag te zeggen hebt.
Open onze ogen en ons hart,
dat wij niet alleen met onszelf begaan blijven,
maar de nood zien van de anderen
die evenzeer jouw kinderen zijn. Amen.

Lied: Een schoot van ontferming
Een schoot van ontferming is onze God.
Hij heeft ons gezocht en gezien
zoals de opgaande zon aan de hemel.
Hij is ons verschenen
toen wij in duisternis waren,
in schaduw van dood.
Hij zal ons voeten richten
op de weg van de vrede.

Inleiding op de lezingen:

We lezen vandaag twee verhalen uit de traditie. Verhalen die vandaag in veel geloofsgemeenschappen klinken. Eeuwenlang vonden en vinden mensen troost en steun in deze teksten.  Ze klinken hier bij San Salvator en worden gelezen vanuit verschillende huizen in de stad en dorpen. Dat ook wij vandaag wijsheid, troost en moed mogen vinden in deze woorden.

Eerste lezing: Psalm 13 (psalmen vrij Huub Oosterhuis)
‘Hoelang nog mij vergeten, mij –
wegkijken, weg van mij?
Hoelang nog moet ik me
geen raad weten in mijn ziel?
Bang bang voor de doodsvijand
die Dood heet, Leegte, Niets.
Hij zál me, haalt me in,
slaat toe, hoont jouw naam:
‘Ik-zal-er-zijn’? Die? Nee,
ìk zal hem krijgen, eindelijk.
Dan nog klamp ik mij vast
aan jou, of je wil of niet.
Ik zal red mij red mij roepen
of zoiets als heb mij lief.’

Overweging
Vorige week zondag maakte wij een mooie wandeling in de buurt van Gulpen. We wandelde in een prachtig landschap, er was van alles te zien en te genieten, al wandelend, ben vooral aan het nadenken of aan het praten als je samen met iemand anders bent. Het gaat over je werk, over je zorgen, over relaties, over de dingen die je morgen gaat doen of over dingen die in het verleden gebeurd zijn. Het gaat over je successen en je teleurstellingen, maar je ziet niet de dauw op een blad, de kleuren van een bloem, de vorm van een boom, de meeuw die zweeft op de wind.
Zoals dat met het landschap om ons heen gaat, zo gaat het soms ook met ons innerlijke landschap, onze emoties, onze gevoelens, onze diepste verlangens. We zijn overal mee bezig, gaan van het ene project naar het andere, reageren dan weer op deze prikkel dan weer op die prikkel, en voor je het weet is er alweer een andere prikkel. We gaan van de ene naar de andere gedachte, van de ene emotie naar de andere emotie maar dringen er eigenlijk nooit echt in door.
Zo kom ik in het innerlijke landschap van onze ziel.
We hebben maar nauwelijks contact met onze ziel. We laten ons voortjagen, we laten ons afmatten, en onze ziel… ‘Ziel? Wat bedoel je?’
‘Hoe gaat het met mijn ziel?’
Zorgen voor je ziel. Dat is wat ieder mens op zijn of haar tijd nodig heeft. Dat is waar al die mensen die zoeken naar spiritualiteit behoefte aan hebben: een stukje zorg voor de ziel.
Als je wilt zorgen voor je lichaam, dan weten we wel ongeveer hoe dat moet: je kunt gaan joggen, je kunt dertig minuten gaan bewegen per dag, je kunt naar een fitnesscentrum gaan en zorgvuldig je sportavond in je agenda vrijhouden. We weten het wel een beetje hoe je moet zorgen voor je lichaam. Maar hoe zorg je voor je ziel? Hoe zorg ik voor mijn ziel? Waar ontmoet ik: de Ene? Hij die genoemd wordt “Ik zal er zijn”. Aan wie klamp ik mij vast?

Lied: Dan nog…
Dan nog, dan nog, klamp ik mij, klamp ik mij
vast aan jou of je wil of niet.
Op ongenade of genade,
ik zal “Red mij, red mij!”roepen,
of zoiets als: “Heb mij lief.”

Evangelie: Marcus 10, 46-52 Naardense vertaling
Ze komen in Jericho aan.
Als hij uit Jericho vertrekt,
met zijn leerlingen
en een behoorlijke schare,
is de zoon van Timeüs, Bartimeüs,
een blinde bedelaar, gaan zitten langs de weg.
Als hij hoort
dat Jezus de Nazarener er is,
begint hij te schreeuwen en te zeggen:
zoon van David, Jezus,
ontferm je over mij!
En velen hebben hem bestraft,
opdat hij zou zwijgen;
maar hij schreeuwt dan des te meer:
zoon van David, ontferm je over mij!
Jezus blijft staan en zegt: roept hem!
Dan roepen zij de blinde;
ze zeggen tot hem:
vat moed, waak op, hij roept je!
Hij werpt zijn kleed af,
springt op zijn voeten
en komt naar Jezus toe.
Ten antwoord zegt Jezus tot hem:
wat wil je dat ik voor jou zal doen?
De blinde zegt tot hem:
rabboeni, dat ik kan kijken!
Jezus zegt tot hem:
ga heen, je geloof heeft je gered!
En meteen kan hij kijken,
en hij is hem gevolgd op de weg.

Overweging
Als Jezus vraagt wat hij voor de blinde doen kan, antwoordt deze met Rabboeni. Dat is het meervoud van rabbi, leermeester, en betekent onze meester. Dit meervoud – rabboeni – maakt ons duidelijk dat de blinde ons allen vertegenwoordigd, die tot Jezus Messias behoren. Daar zit niet zo maar een verdwaalde man, aan wie Jezus een weldaad zal verrichten. Het gaat niet om die goede Jezus en een verloren ziel, maar om God, die ons de ogen van een kind teruggeeft.
Onze roep om weer ziende te worden is dus tweevoudig: wij roepen het als zonen en dochters van deze wereld, de vrienden en vriendinnen van Jezus Messias. Het christendom is in zijn nadagen en het lijkt een kwestie van tijd of we kunnen onze dierbare religieuze ervaringen en gedachten bijzetten in het museum van onze herinnering.
Zoveel eeuwen van min of meer expliciet christelijk leven lijken niet méér als een druppel op de gloeiende plaat van de lange mensengeschiedenis!
Misschien is deze verdamping maar schijn. Maar in en rond de kerk verandert het leven snel. Sommigen vinden het best en maken zich niet druk. Anderen lijden eronder: er gaat zoveel verloren. Heeft de kerk wel toekomst? Of blijven kerken teruggedrongen in de marges van de samenleving? Een kleiner wordende kudde, die steeds meer verbrokkeld raakt.
Hoe denkt het evangelie daarover?
Wat leert Jezus ons als hij spreekt over de kleine kudde?
Wat mij opvalt in dit evangelie is het roepen van de blinde mens. Want al tast deze in het duister en voelt hij zich terzijde geschoven, toch is juist die mens de enige, die temidden van al die zogenaamde ziende en beter wetende mensen roept om Jezus, zoon van David.
En hoe meer de omstanders het hem proberen te belemmeren, hoe luider hij blijft roepen.
Alle beschouwingen ten spijt over een verdwijnende kerk en over de verbrokkeling van de samenleving, Geloofsgemeenschappen soms zo machteloos als een blinde, moet blijven roepen om de Messias.
Dat is onze opdracht en zending. De blinde roept niet alleen de zoon van David aan. Hij schreeuwt om erbarmen. Zolang een kerk, een geloofsgemeenschap denkt het zelf te kunnen dank zij haar leer, wetten, voorschriften en riten, en dat daarin duidelijk wordt wat God van ons verlangt, zit ze naast de weg van wet en profeten, naast de weg van de gezalfde, de messias van God.
Wie zijn dat toch, die de blinde verbieden deze messias aan te roepen? Zijn ze bang voor het levende woord, dat beweging schept en nieuwe mogelijkheden en horizonten doet zien?
Bewakers van de godsdienst, zoals wij hen soms noemen, blijken dikwijls remmers in vaste dienst! De organisatie is bepalend, niet het levend woord, dat steeds maar weer vol erbarmen voorbij komt op de weg.
Want het Woord komt tot ons op de weg: de weg van het leven, de weg van de geschiedenis, de weg van God. En op deze weg mogen en kunnen wij tochtgenoten worden van elkaar. Het Woord komt onderweg tot ons, als we samen op tocht durven gaan. Het laat zich horen! We weten waaraan het ons schort: rabboeni, maak ons tot ziende mensen! Als we echt op hem vertrouwen, zal het leven in ons terugkeren.’Ga heen’, zegt Jezus, ‘jouw vertrouwen jouw geloof heeft je gered! Maar meer nog wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind.

Lied: Wek mijn zachtheid weer
Wek mijn zachtheid weer. Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is. En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.

Voorbede
Liefdevolle, geef ons ogen, die de noden zien van anderen. Maar geef ons ook ogen die kunnen zien
waar Jij redding en bevrijding brengt.
Liefdevolle, geef ons monden, om onze nood en die van anderen uit te schreeuwen. Maar geef ons ook monden die ‘dank je’ kunnen zeggen voor jouw zorgende nabij­heid.
Liefdevolle, geef ons harten, die zich in kwetsbaarheid durven openstel­len. Maar geef ons ook harten die zich kunnen inleven in andermans broosheid en verdriet.

Acclamatie
O lord hear my prayer, O lord hear my prayer. when I call answer me.
O lord hear my prayer, O lord hear my prayer Come and listen to me

Onze Vader
Bron van Zijn, die ik ontmoet in wat mij ontroert,
Ik geef u een naam opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven.
Bundel uw licht in mij – maak het nuttig.
Vestig uw rijk van eenheid nu,
uw enige verlangen handelt dan samen met het onze.
Voed ons dagelijks met brood en met inzicht.
Maak de koorden van fouten los die ons binden aan het verleden,
opdat wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven.
Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden.
Uit u wordt geboren: de alwerkzame wil,
de levende kracht om te handelen,
en het lied dat alles verfraait,
en zich van eeuw tot eeuw vernieuwt.

Slotgedachte
Waar ligt voor jou Jericho,
de plaats waar God jou aansprak?
Welke plaats,
welk moment heeft voor jou
een onvergetelijke betekenis,
omdat je ogen en je hart er genezen werden
van je twijfel, van je blindheid?
Waar heb jij Jezus’ vraag herkend:
‘wat kan Ik voor jou doen?’
Je wordt vanaf je doopsel tot leerling geroepen,
maar echt leerling zijn,
leer je vooral
in de concrete situaties en vragen van je leven.
Ook bij jou blijft Jezus staan,
zelfs wanneer iedereen
aan je vragen en twijfel voorbijloopt,
en Hij geneest je, zodat je weer kan leven
en met Hem op weg kan gaan, gaandeweg.

Zending en zegen
Laten wij met nieuwe ogen
het goede zien waarin de Ene toont dat Hij er voor ons is.
Moge Hij ons de ogen openen
wanneer verdriet, angst of onmacht ons verblindt.
Laten wij zoals de genezen Bartimeüs de weg opgaan,
de weg van Jezus naar Jeruzalem.
Onderweg zal God ons zegenen en bewaren:
in de naam van + de Vader, de Zoon en de goede Geest. Amen.

Slotlied: Jij leert mij vliegen
Jij leert mij vliegen
Jij geeft mij vleugels
Jij leert mij leven zonder gewicht
te spelen met vuur,
te lopen op water
Jij ademt mij open
mijn duister wordt licht
Jij geeft mij handen
Jouw handen die delen
Jij geeft mij ogen naar ’t licht
Op alle wegen
daar kom ik Jou tegen
in alle mensen Jouw gezicht

***
Op dit moment missen wij de collecte als inkomstenbron.  U kunt de San Salvator blijven steunen door een bedrag over te maken op NL96 INGB 0006 0407 13 van San Salvator in Beweging.

Blijf vertrouwen, houd moed en let een beetje op elkaar
www.sansalvatorgemeenschap.nl

 

Nog geen reacties

Reactie plaatsen