Wat kom je tegen?

Voorganger: Franneke Hoeks (Vervanging van Tony de Meulder)

Zondag Melodie o.l.v. Marcel van der Maeden | Piano Karen

Openingslied: Dit huis vol mensen

Welkom
Een verrassing dat ik hier sta vandaag. Eigenlijk zou Tony de Meulder hier staan. Zijn moeder is afgelopen week in het ziekenhuis opgenomen. Dat is iets wat gebeurt, wat je tegenkomt. Dan wordt alles even anders. Vandaar dat ik hier sta. Welkom iedereen. Fijn dat u er bent. Fijn dat jullie er zijn. Welkom aan onze trouwe bezoekers. Fijn dat jullie er zijn. Welkom aan wie hier af en toe aan komt waaien. Goed om jullie weer te zien. Welkom aan wie hier voor het eerst is: nieuwe gezichten zien we graag. Wees welkom hier dit uur vol verhalen, muziek, stilte, gebed, brood en wijn. De viering is door Tony in de grondverf gezet. Thema, gebeden, liederen dat was er allemaal al. De overweging is van mijn hand. Tony gaf deze viering het thema “Wat kom je tegen?” We horen straks verhalen over mensen die op weg gingen op zoek naar genezing. We laten ons raken en inspireren door wat deze mensen tegenkomen. Voor we op weggaan maken we het stil hier. In de stilte maken we ruimte voor de Eeuwige.

Gebed
God, Jij die liefde bent, jouw kracht houdt mensen staande, jouw Geest houdt mensen gaande, jouw liefde leidt ons door de jaren heen. Dankjewel voor de vriendschap, de liefde en de inzet die wij van zovelen ontvangen. Leer ons telkens opnieuw dat wij tijd en energie blijven steken in de mensen die wij tegenkomen op onze weg. Wees met ons in dit uur. Amen. Acclamatie: Gij wacht op ons totdat wij opengaan
Eerste Lezing: 2 Koningen 5, 14-17
In die dagen ging de Syriër Naäman naar de Jordaan en dompelde zich zevenmaal onder zoals de man van God gezegd had. Zijn huid werd weer als die van een klein kind en hij was gereinigd. Hij keerde met heel zijn gevolg naar de man van God terug, trad het huis binnen, ging voor hem staan en zei: `Nu weet ik dat er alleen in Israël een God is en nergens anders op aarde. Aanvaard daarom een huldeblijk van uw dienaar.’ Maar Elisa antwoordde: `Zowaar de Heer, die ik dien, leeft, ik neem niets van u aan.’ En hoewel Naäman er bij hem op aandrong iets aan te nemen, bleef hij weigeren. Toen zei Naäman: `Geef uw dienaar dan tenminste een last aarde, zoveel als een koppel muildieren dragen kan, want uw dienaar wil aan geen andere goden brand- of slachtoffers meer opdragen dan aan de Heer.

Lied:
Die mij droeg op adelaarsvleugels

Evangelie: Lucas 17. 11-19
Op zijn reis naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. Toen Hij een dorp inging, kwamen Hem tien melaatsen tegemoet. Ze bleven op een afstand staan en riepen luidkeels: ‘Jezus, Meester, heb medelijden met ons.’ Toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Onderweg werden ze gereinigd. Een van hen kwam terug toen hij zag dat hij genezen was, en met luide stem verheerlijkte hij God. Hij wierp zich aan Jezus’ voeten en bedankte Hem. Dit was een Samaritaan. Jezus zei daarop: ‘Er zijn er toch tien gereinigd! Waar blijven de negen anderen? Is er niemand teruggekomen om God eer te brengen, alleen deze vreemdeling?’ En Hij zei tegen hem: ‘Sta op en ga weer; uw vertrouwen is uw redding.’

Acclamatie: Tu es proche, toi Seigneur

Overweging
Wat kom je tegen? Voor wij was dat afgelopen dagen twee verhalen waar ik niet op gerekend had. Even schuiven in de agenda. Vrije uren toch achter het beeldscherm. Dat klinkt misschien zwaar. Een soort opgave. Maar wat ik ook tegenkwam was dat we woensdagochtend op Ordune een mooi gesprek hadden over deze twee verhalen. Gewoon samen even kijken wat deze verhalen bij ons opriepen. Uit de losse pols. Ook dat kwam ik tegen: mensen die meedenken, meedoen en mij van inspiratie voorzagen.
De verhalen van vandaag gaan over op weggaan, over zichtbaar ziek zijn, over genezen en over dankbaar zijn. Naäman is een rijk man uit Aram. Een groot en belangrijk man. Hij lijkt onkwetsbaar, maar noodlot slaat toe. Hij wordt melaats. Succes maakt niet onkwetsbaar. Op advies van de Hebreeuwse slavin van zijn vrouw zoekt hij zijn heil bij een joodse profeet. Elisa. Hij moet daarvoor moet hij op weggaan. Baden in de Jordaan en wonderlijk is zijn huid gaaf, zijn buitenkant als nieuw. Dan wil hij Elisa danken, met geschenken overladen. Nee, zegt de profeet. Ik neem niets aan. Het is jouw gegeven door eeuwige. Het gaat niet om voort wat hoort wat. Er hoeft niet betaald te worden. Het is om niet gegeven. En dan lijkt Naäman iets te beseffen. Deze god, zorgt voor mij, heeft mij geraakt, doet iets met mij. Ik hoor voortaan bij hem. Aarde neemt hij mee terug naar Aram. Grond van God als teken van het feit dat deze vreemdeling voortaan gegrond is in Israëls God.
In het verhaal van Lucas gaat het ook Melaatsheid. In die tijd was dit vooral een sociale ziekte. Melaatsen werden uitgesloten uit de gemeenschap. Ze mochten nergens meer aan mee doen en werden als onrein beschouwd. Je huid, je buitenkant wordt aangetast. Een ziekte die je niet kunt verbergen. Zichtbaar ziek. In dit verhaal niet een melaatse maar tien. Een groep van Joden en Samaritanen. Mensen die eigenlijk niet bij elkaar horen, maar ziekte zorgt voor verbroedering. Als je lijdt zoals deze melaatsen lijden kun je je niet veroorloven er ook nog vooroordelen op na te houden. Je hebt elkaar nodig.
Jezus is met zijn vrienden en vriendinnen op weg en trekt door een grensgebied. Wat komt hij tegen. Tien melaatsen. Tien staat in het Bijbelse verhalen voor totaliteit en compleetheid. Ook deze tien zijn in beweging. Ze hebben gehoord van die rabbi, die mensen heel maakt. De tien kennen hun plaats. Niet dichtbij komen. Afstand bewaren. Ze roepen luidkeels om zo de afstand te overbruggen. Ze noemen Jezus bij zijn naam. Ze noemen hem meester. Ze vragen om ontferming. Ontferming vind ik zo’n mooi woord Je bent kwetsbaar en een ander ontfermt zich over je, zorgt voor je, geeft je een veilige plek, beschut je. Ontferming heeft met compassie en barmhartigheid te maken. Als ik deze associaties bij het woord ontferming zo opnoem dan lijkt het alsof er heel veel te gebeuren staat. Maar niets is minder waar. Jezus doet niet zoveel. Hij zag. Niet onbelangrijk: gezien worden. Dat weten we allemaal. We willen allemaal gezien worden als mens, als iemand die ertoe doet. Hij stuurt ze op pad. Ga maar, lijkt hij te zeggen. Laat je zien. Ga naar de priesters. Laat zien wie je bent. In groot vertrouwen gaan ze op weg. Ze zeggen niet: Ja, ik ben me daar een beetje gek, zeg! De priester zal me zien aankomen met mijn vieze zweren! Nee, zo melaats als ze zijn gaan ze alle tien naar de priester. In de beweging, in het op weg gaan vindt de genezing plaats worden deze tien hele mensen. Negen van hen verdwijnen in de vergetelheid. Met één gaat het verhaal verder. Hij keert op zijn schreden terug, gaat door de knieën en dankt God en zegt keurig netjes dank je wel tegen Jezus. En deze ene wat een Samaritaan. Onze rabbi lijkt een beetje teleurgesteld. Waar zijn die negen anderen? Zeggen die geen dank je wel? Die negen zullen getwijfeld ook een vreugdedans gemaakt hebben, naar hun geliefden zijn gerend. Zouden zij gevonden hebben dat ze kregen wat hun toekwam?
Voor de Samaritaan ligt het anders. Hij was een vreemdeling en nog melaats ook, een dubbel verachte! Hij pakt niet als vanzelfsprekend de draad van het oude leven weer op. Hij is veranderd. Geraakt door het goede wat hem is overkomen. Deze vreemdeling ziet veel meer dan de negen hoe bijzonder dit is. Daar mag je best woorden aan geven. Dat verdient een gebaar. En dan gaat het denk ik niet om je dankbaarheid tonen met een tegengebaar zoals Naäman dat wilde doen. Zo van jij deed iets voor mij en dan doe ik weer iets voor jou. Nee dat gaat het niet om. Er hoeft niet betaald te worden. Het gaat denk ik om je ervan bewust te zijn dat we allemaal grote en kleine momenten tegenkomen die ons gegeven worden. Een lach, een mooi gesprek, een knuffel, zonnestralen of regendruppels, gezien worden, het onverwachte. Kunnen we dat zien? Kunnen we dat ontvangen? Wat kom je tegen? Wat kom jij tegen? Kun je het zien, kun je het echt zien? Ook vreemde en onbekende? Het laten landen in je binnenste als iets wat je gegeven wordt? En dan met heel je hart dank je wel zeggen. Zullen we dat eens proberen? Dank je wel zeggen tegen wat we tegenkomen? Dat maakt ieder van ons tot mooie mensen die met de nodige barsten, heel en gaaf zijn. Mensen naar Gods beeld en gelijkenis.

Geloofslied: Delf mijn gezicht op

Klaarzetten van de gaven / collecte / instrumentale muziek

Voorbede

Bidden we voor wie uit onze samenleving worden geweerd, wie met een scheef oog worden bekeken, omdat ze niet beantwoorden aan onze normen van schoonheid en gezondheid of aan onze cultuurpatronen.
Kom adem ons open

Bidden we voor hen die ruimte en tijd vrijmaken voor mensen aan de rand. Dat zijzelf worden bemoedigd.
Kom adem ons open

Bidden we voor allen die stemloos en verborgen lijden, voor mensen die geen levens­vreugde kennen, of mensen voor wie het leven alle zin heeft verloren.
Kom adem ons open

Bidden we voor alle gebeden, wensen en verlangens die zijn toevertrouwd aan ons intentieboek. We bidden voor wie ziek is en voor dierbare overledenen.
Kom adem ons open

Tafelgebed
Verzameld om deze tafel, danken wij Jou, God van mensen, Bron van ons bestaan, voor het leven ons aangereikt, voor mensen begaan met anderen, voor de rijkdom van de natuur, voor alles wat we mogen oogsten, de vruchten van de aarde, de vruchten van uw geest: vrede, vriendelijkheid en vreugde. Gezegend Jij, die ons oproept en aanspreekt, samen te oogsten en te delen van uw liefde in overvloed. Gezegend Jij, die gesproken heeft in Jezus, die leefde als mens onder mensen, die opkwam voor de verstotene, die recht deed aan elke mens, de laatste en de eerste, die zijn leven deelde tot het einde toe. Want op de laatste avond van zijn leven, heeft Hij ons zijn lijf en ziel voor eeuwig gegeven. In het bijzijn van zijn vrienden heeft Hij brood genomen, dankte voor het brood, brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden: ‘Neem en eet van dit brood, dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’ Ook nam Hij een beker, sprak een dankgebed, en zei tot zijn vrienden: ‘Drink hieruit en proef van mijn liefde, zodat mijn vreugde in jou zal zijn en haar volheid bereikt. Heb elkaar lief, zoals ik jou heb liefgehad.’ Zo heeft Hij zich aan ons gegeven, als levend brood. Zo leeft Hij in ons midden, als Gods woord. Zo wordt zijn droom onze droom, een visioen van vrede, een visioen van gerechtigheid voor elke mens hier op aarde. In die Geest gaan wij op weg, om te werken aan veiligheid en geborgenheid, vrijheid en vertrouwen, vreugde en vrede voor iedereen, in verbondenheid met elkaar, in verbonden met Jezus en zo verbonden met Jouw vredelievende nabijheid. Daarom willen wij zingen, woorden van vrede, woorden van toekomst.

ONZE VADER| Vredeswens | Vredeslied
Welkom op de bergen

Breken en delen

Lied Let us break bread together

Gebed

Mededelingen

Slotgedachte
Gaan zonder aan te willen komen- stapsgewijs leren zomaar te gaan. Hein Stufkens

Zending en zegen
Wij hoorden dat God geen melaatsheid wil,
geen mensen die worden uitgestoten. Zonder onderscheid brengt Hij ze allemaal terug in de kring van het leven. Moge zijn voorbeeld ons inspireren. Daartoe zendt Hij ons terug naar onze plaatsen waar we wonen werken en liefhebben. Met de zegen van God en de zegen van elkaar gaan we van hier: in de naam van de Eeuwige de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.

Slotlied: Gij zijt voorbijgegaan

Nog geen reacties

Reactie plaatsen